Voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker voelt zich triest over de uitslag van het referendum over het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne. Dat zei Junckers woordvoerder donderdag nadat Nederland het verdrag woensdag afwees.
Juncker zei eerder dit jaar dat een Nederlands ‘nee’ “de deur kan openen naar een grote continentale crisis” en leidt tot “destabilisering”.
De woordvoerder wilde deze uitspraken donderdag niet interpreteren.
De formele reactie is dat de commissie kennisneemt van de uitslag. Wat Nederland ermee gaat doen is een Nederlandse aangelegenheid, aldus de woordvoerder. “Het is nu eerst en vooral aan de Nederlandse regering. Het is niet onze taak een diagnose te stellen van de Nederlandse publieke opinie.”
Juncker heeft afgelopen nacht lang met premier Mark Rutte gesproken, aldus de zegsman. Op de vraag of Rutte haast moet maken met een besluit over de wijze waarop de uitslag wordt behandeld zei hij dat het niet de taak van de commissie is om Nederland advies te geven over hoe het nu verder moet. “Dat is de verantwoordelijkheid van Nederland.”
Rutte zei woensdagavond dat ratificatie nu “niet zonder meer” kan en het nog weken kan duren voor het kabinet met een definitief standpunt komt. Het kabinet gaat onder meer overleggen met de Europese Commissie en andere EU-lidstaten, zei hij.
De commissie blijft zich sterk maken voor de relatie met en ontwikkeling van Oekraïne, aldus de woordvoerder. De voorlopige uitvoering van het verdrag, dat door de 27 andere lidstaten is geratificeerd, gaat ondertussen door. Daartoe hebben de EU-lidstaten eerder unaniem besloten.
Anp