Het kabinet heeft zich volgens premier Mark Rutte meer dan voldoende ingezet tijdens de campagne voor het referendum over Oekraïne. “Ik zag wat kritiek uit bepaalde hoek dat de regering niet voldoende betrokken was bij het referendum, maar dat is simpelweg niet waar.”
Dat zei de premier vrijdag tijdens een bijeenkomst met Europese parlementariërs in de Ridderzaal in Den Haag. “Ik was heel erg zichtbaar tijdens de hele campagne. Dat geldt voor het hele kabinet, zowel voor de ministers als de staatssecretarissen.” Het kabinet is een groot voorstander van het verdrag.
Het raadgevende referendum woensdag werd gewonnen door de tegenstanders van het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. Ze kregen meer dan 60 procent van de kiezers achter zich. De opkomst lag net boven de vereiste drempel van 30 procent.
Volgens de premier heeft Europa geen democratisch probleem, maar willen mensen vooral de “relevantie” van de EU zien. “Mensen zijn praktisch. Ze willen geen verheven verhalen.” Burgers willen dat Brussel voor meer banen zorgt en meer welvaart brengt, aldus Rutte.
Hij wil zich vooral hierop richten in de tweede helft van het Nederlandse voorzitterschap, dat nog tot juli duurt. Daarbij richt hij zich op het verder voltooien van de interne markt. Daardoor zouden “miljoenen banen” kunnen worden gecreëerd.
(ANP)