Achtergrond

#Bruslog: Europees Parlement zal pal voor het Oekraïne-verdrag blijven staan

12-04-2016 11:35

Er lijken mensen te bestaan die denken dat het EU-associatieverdrag met Oekraïne na het referendum van tafel gaat. Dat is ijdele hoop: grote landen hebben in de EU meer te zeggen dan kleine landen. Landengrootte is altijd van belang, óók op plekken waar je het niet verwacht: in het Europees Parlement bijvoorbeeld. Het Europees Parlement zal voorstander van het associatieverdrag blijven, ook al is er in Nederland een referendum gehouden met een tegengestelde uitkomst. De reden laat zich raden: Nederland is een onbeduidend, klein land.

In Brussel werken nationale partijen samen in Europese fracties die samen een bepaalde ideologie delen. Niemand heeft ooit van deze clubs gehoord: de EVP, S&D, ALDE en GUE/NGL bijvoorbeeld. Bij Europarlementariërs wordt vaak gedaan alsof ze van een nationale partij zijn (bv. het CDA), terwijl ze ook van de christendemocratische Europese Volkspartij (EVP) zijn. In politieke zin is die tweede het belangrijkst: het CDA is een dwerg, de EVP oppermachtig. De mening van de EVP doet ertoe, die van het CDA niet.

De nationale standpunten en de Europese partijlijn

De vraag is: als de fractievoorzitter van de Europese Groenen een uitspraak doet over referenda, kunnen we er dan vanuit gaan dat GroenLinks – onderdeel van die fractie – het daarmee eens is? Er is weliswaar fractiediscipline, maar individuele Europarlementariërs kunnen ook afwijken van de Europese lijn. Het is voor hun eigen positie wel beter dat niet te vaak te doen. Zie hier dus het probleem van alle standpunten van Europese fracties: je weet nooit of de Nederlandse Europarlementariërs uit die fractie het ermee eens zijn.

Wat is de macht van Nederlanders binnen deze fracties? Getalsmatige verhoudingen zeggen alles. De grootste fractie – de EVP – bestaat uit 217 Europarlementariërs van 50 verschillende partijen. Ruim de helft van de zetels komt van vier nationale partijen: de Duitse CDU (42 zetels), De Franse Republikeinen (27), het Poolse Civic Platform (25) en de Spaanse People’s Party (24). De helft van de 50 partijen in de EVP heeft een of twee zetels. Het CDA zit met vijf zetels dus hooguit in de middenmoot. Rara wie bepaalt de lijn van de EVP over Oekraïne?

Grote partijen maken de dienst uit

Bij de sociaaldemocratische S&D is het niet anders. Van de 190 zetels komt meer dan de helft van vier partijen: de Franse socialisten (31), de Duitse SPD (24), de Spaanse sociaaldemocraten (24) en het Britse Labour (19). De helft van de 35 partijen binnen S&D heeft een of twee Europarlementariërs. De PvdA heeft er drie. Rara wie maakt er de dienst uit?

De Conservatieve ECR-fractie bestaat uit 24 partijen en 74 zetels. De helft van de zetels is van de Britse Conservatieven (20) en het Poolse Law and Justice (18). De ChristenUnie/SGP (twee zetels) is een dwerg. Bij de eurosceptische collega’s van ENF zijn 21 van de 39 zetels van het Frans Front National. Vier zijn er van de PVV.

Bij slechts drie fracties is er geen sprake van een getalsmatige overheersing van grote partijen. De liberale ALDE heeft 70 zetels van 36 partijen. Vijf partijen zijn ‘de grootste’ met vier zetels, waaronder D66. Bij de Groenen en bij Verenigd Links is iets soortgelijks aan de hand.

Nederlanders doen er nergens toe, behalve (misschien) D66

Wat kunnen we hieruit concluderen? Europese fracties die oordelen uitspreken over referenda, Oekraïne en associatieverdragen vormen een ratjetoe aan partijen waar niemand in Nederland ooit van gehoord heeft. Maar in het buitenland kent men onze nationale partijen weer niet. In geen enkele fractie doen Nederlandse partijen er getalsmatig toe, met een kleine uitzondering van D66, maar dat is vooral omdat ALDE geen grote partijen kent. Óók D66 is een dwerg.

Het is een les die eurosceptici al getrokken hadden: in Brussel hebben de grote landen het voor het zeggen en dat geldt ook in het Europees Parlement. Grote landen hebben veel zetels en dus zijn hun nationale delegaties altijd relatief groot. Nederland geldt dan nog als een land uit de middenmoot, maar als je Europarlementariër bent uit Letland, Luxemburg, Kroatië, Malta of Portugal, speelt je nationale partij op voorhand nooit een belangrijke rol.

Als alle Nederlandse Europarlementariërs vanaf vandaag gaan pleiten tegen het associatieverdrag – wat ze zeker niet doen – is de kans dat dat een verschil maakt nihil. Wen er maar aan.

Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land. Chris is momenteel op zoek naar Nederlanders in Brussel.