Tussen september 2015 en januari dit jaar zijn rond de zestig kindbruiden uit Syrië naar Nederland gekomen. Ze reisden mee met een vaak meerderjarige man. Dat meldt Corinne Dettmeijer, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en seksueel Geweld tegen Kinderen.
Uit haar rapport blijkt dat bij de IND over de periode 24 juli 2014 tot 18 februari 2016 230 keer melding is gemaakt van kindbruidzaken. In totaal ging het om circa 210 Syrische kindbruidzaken. Dit zijn hoofdzakelijk meldingen van personen die aangeven een minderjarige huwelijkspartner te hebben in het buitenland. Daarnaast zijn er in deze periode ook tien verzoeken geweest tot nareis van kindbruiden in het kader van gezinshereniging.
De jongste kindbruid die zich in Nederland in de periode 24 juli 2014 tot 18 januari 2016 heeft gemeld bij de IND is veertien jaar oud en het leeftijdsverschil tussen de kindbruid en de echtgenoot ligt in de meeste gevallen tussen de vijf en vijftien jaar. Daarnaast bevinden zich onder deze zaken ook meisjes die op zeer jonge leeftijd (12-15 jaar) in Syrië of in een van de omringende landen zijn gehuwd, maar bij binnenkomst ouder waren.
De groep meisjes blijft ook in Nederland kwetsbaar voor seksueel geweld en mogelijk ook voor mensenhandel. Afhankelijk van de leeftijd loopt deze groep meisjes risico om binnen het huwelijk slachtoffer te worden van seksueel geweld, waaronder ontucht54 en verkrachting. Bovenop de eerder besproken kwetsbaarheden, bevinden deze meisjes zich in een land waarvan ze veelal geen toegang hebben tot hun eigen netwerk en waar ze de cultuur, de taal en de wet- en regelgeving niet kennen. Dit draagt bij aan de kwetsbaarheid van deze meisjes, omdat ze niet weten hoe ze zich kunnen beschermen tegen (seksueel) geweld én een mogelijke uitbuitingssituatie en tot wie ze zich kunnen wenden voor hulp en bescherming. Dit kan tot gevolg hebben dat als er seksueel geweld en/of uitbuiting plaatsvindt, dit ook langdurig aan kan houden.
Uit gesprekken met de voogdijinstelling Nidos blijkt dat in één casus is voorgekomen dat een Syrisch meisje door familieleden is bedreigd om te voorkomen dat ze een echtscheiding aan zou vragen. In andere zaken wordt eerwraak als mogelijke risicofactor meegenomen in de afweging of de echtgenoten gescheiden op moeten worden gevangen.