“Nee is nee!” blijven de voorlieden van de lobby die het Oekraïne-referendum organiseerde brullen. Dat een rechtse sociaal-populist als Emile Roemer luidkeels meebrult, valt te begrijpen. Dat een groot deel van de Tweede Kamer op eerste aanmaning sidderend voor die volksverlakkerij buigt, is ergerlijk en beschamend. Maar Theodor Holmans beschuldiging dat Mark Rutte het referendum vervalst (Het Parool, donderdag 14 april 2016), raakt werkelijk kant nog wal.
Als iemand het referendum vervalst heeft, dan waren dat de initiatiefnemers zelf. Opzettelijk ronselden zij handtekeningen voor een referendum over een kwestie die ze geen hol interesseerde, met als enig doel een onberedeneerde hetze op gang te brengen tegen de EU. Dat is gelukt. Je moet even door de moderne media heen kijken, maar dan zie je Jan Roos en zijn bazen precies hetzelfde recept toepassen waarmee volksmenners vroeger ook kansloze oproeren onder ontevredenen organiseerden.
En nu, nadat het referendum heeft plaatsgevonden, wordt het door diezelfde lieden plus Holman met hun “nee is nee” opnieuw vervalst. Vanaf het begin was duidelijk dat het gaat om een raadgevend referendum, zo is nu eenmaal de wet. Vanaf het begin was dus ook duidelijk dat de uitkomst een advies aan de regering zou zijn, niet minder, maar ook niet meer. Wat betekent dat nu in de echte wereld?
Stel dat het zou zijn gegaan om de financiering van jouw huis. Je hebt het voorlopig koopcontract getekend, maar nu moet de bank nog akkoord gaan met de hypotheek. Je moet daarover met al je papieren en loonstrookjes komen praten met een clubje van vijf bankmannen dat de directie moet adviseren. Eén vent roept al meteen dat je een vuile oplichter bent en één (maar wel een kleintje) piept dat jij, als pillar of society met prima vooruitzichten natúúrlijk die hypotheek moet krijgen. De rest haalt zijn schouders op, zo van: “Och, waarom niet?” Hoe zou je je voelen als jou die hypotheek vervolgens op die grond geweigerd werd?
Zo is het, alle gezwollen prietpraat over democratie en het redden daarvan, ook met het referendum. Als het een correctief, bindend referendum was geweest, zou het om een beslissing gaan. Dan kon je zeggen: meeste stemmen gelden, en wie thuisblijft doet niet mee. Maar zo is het niet. Deze referendumuitslag is een advies, en adviezen zijn er om zorgvuldig geïnterpreteerd en gewogen te worden. Dat wil zeggen dat alle geventileerde meningen, ook die van de schouderophalers, meetellen. En dat de geadviseerde, de regering dus, daarna zélf moet beslissen wat ze, alle adviezen in aanmerking genomen, de verstandigste koers vindt. Dat kan zijn: “We doen het toch, maar we mogen niet vergeten dat er wel veel mensen boos zijn.”
Anders dan Theodor moet ik bij praktische maatschappelijke en politieke problemen zelden denken aan de onlangs overleden kamergeleerde Umberto Eco of het allang tot stof vergane lijk van Augustinus. Maar ik weet zeker dat zij beiden meewarig het hoofd geschud zouden hebben over zijn hysterische praat over het “bedrog” van “miljoenen stemmers”, het “gif waardoor het volk de politiek terecht wantrouwt” en het “om zeep” helpen van een referendum. “Hoe kom je erbij,” zouden ze gillend van de lach hikken over Holmans uitspraak dat een referendum “een democratische techniek” is “om juist de Tweede Kamer te omzeilen”. Wat een onzin! Die Kamer heeft – met de Eerste – het monopolie op wetgeving. Die kun je misschien wel intimideren, zoals we deze week helaas zien, maar je kunt hem onmogelijk omzeilen. Zolang degenen die beweren “de democratie” te willen redden zo weinig idee hebben van wat onze vorm van democratie inhoudt, kan geen verstandig mens ze serieus nemen. Die lui willen gewoon hun eigen zin doordrijven.
Theodor Holman – Wat Rutte deed was het ‘nee’ van het referendum vervalsen