Essay

De (mohammedaanse) charlatans zijn met velen, trap er niet in

27-04-2016 14:30

Het is prachtig dat Ebru Umar zo veel media-aandacht krijgt. Omdat ze moedig én intelligent is en een vrijdenkend én -sprekend voorbeeld voor iedereen, met name voor de talloze totalitair-denkende mohammedanen in onze contreien. In 2013 publiceerde ik over haar een lovende column op TPO, die ik afsloot met: “Wees godverdomme voorzichtig, Ebru!”
Daarmee bedoelde ik natuurlijk niet dat ze haar mond moet houden, maar wel dat ze over haar schouder moet kijken, en dat is vandaag helaas meer dan ooit aan de orde.

Geen Vlaamse Ebru Umar

In Vlaanderen moeten we het vooralsnog zonder een Ebru Umar doen. Ook op de Vlaamse Hafid Bouazza wacht ik al lang. In het Vlaamse land der (moslimse) blinden zijn momenteel een aantal eenogen koning: bij ons woedt momenteel een oorlogje tussen Abou Jahjah en Montasser Alde’emeh. De mainstream media lusten er wel pap van, want die vinden twee exotische narcisten – ‘nobele wilden’ – die vechten om de aandacht van de (moslim)burger danig interessant. Van de – weinig kritische – media-aandacht die die twee krijgen, kunnen talloze serieuze, intellectuele(re) stemmen alleen maar dromen.

‘De hypocriete moslim’

In het Vlaamse (niet-mainstream) medium Doorbraak mocht Montasser AlDe’emeh slachtofferclown Abou Jahjah uitgebreid fileren (is er iets gemakkelijker?). In Knack haalde Montasser (ik gebruik voor het gemak zijn sprekende voornaam) naar Vlaamse normen fel uit naar ‘de hypocriete moslim’. Het scheelt dan ook niet veel of hij wordt op handen gedragen. Ook in Nederland werd hij al meermaals opgevoerd, als jihadexpert. Maar in Montassers boodschap aan ‘de hypocriete moslim’ komen de woorden jihad, Mohammed, Koran, sharia en islam niet eens voor – toch vreemd voor iemand die graag de titel ‘jihadexpert’ uitdraagt. Men is kennelijk nogal snel tevreden, én snel vergeten, want Montasser  is in verdenking gesteld van valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken inzake een zogenaamd ‘deradicaliseringsattest’. Hij werd vrijgelaten onder strikte voorwaarden.

Geen vuiltje aan de lucht

Natuurlijk: iedereen is onschuldig tot het tegendeel is bewezen, maar het is opvallend dat Montasser – overigens net zoals Abou Jahjah – nog steeds een bijzonder graag geziene (media)figuur is, alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Zou dat ook het geval zijn bij iemand van, ik zeg maar wat, (‘extreem’) rechtse strekking tegen wie een onderzoek loopt? Iemand als de Vlaamse NRC-hoofdredacteur Peter Vandermeersch kruipt nog eerder in de pen omdat een aantal auteurs van De Bezige Bij niet met Abou Jahjah onder één schrijversdak willen (een vrijheid die ze hebben, van censuur is geen sprake), dan dat hij op de bres springt voor échte schrijvers die écht moeten vrezen, zoals afvallige moslims die onder schuilnaam moeten publiceren. Semi-analfabeet Abou Jahjah kan nog geen tweet zonder taalfout schrijven, men vraagt zich af wie zijn pen vasthoudt. Naast zijn non-stop kinderlijke De Standaard-columns, mag Jahjah met bijzondere regelmaat VRT-optredens doen. Daarin laat hij steevast zien wat de Nederlandse taalvirtuoos Hafid Bouazza – een échte schrijver – bedoelt met ‘het pathologisch machismo van de Arabier’. De potsierlijke Abou Jahjah promoveert zowat iedereen die tegenover hem zit tot een oase van ratio en gezond verstand. Ook Montasser, die nog niet tegenover Abou Jahjah kwam te zitten, is duidelijk slimmer en wellicht ook sluwer dan Abou Jahjah.

Montasser vs. Abou Jahjah

Montasser, die zich ‘moslim en Palestijn’ noemt, zet zich expliciet en fel af tegen ‘Jodenhater’ (dixit Montasser) Abou Jahjah. Bovendien hekelt Montasser de slachtoffercultus van de moslimgemeenschap. Een kinderhand is snel gevuld, en dus wordt Montasser niet gevraagd hoe het staat met zijn recente ‘sollicitatie’ om vrijwilliger te worden bij het Belgische leger, die hij nochtans stoer roeptoeterde; noch wordt Montasser bevraagd over zijn soms toch wel doorzichtige pogingen om als een soort nieuwe moslimse of Palestijnse held te worden gelanceerd:

 

“Ik sta tussen twee vuren: enerzijds word ik bedreigd door IS, anderzijds intimideert de politie me,’ dixit AlDe’emeh, alsook: ‘Ik heb IS indirect de oorlog verklaard door mensen tegen te houden en te begeleiden. Nu is het een officiële oorlogsverklaring: ik zal boeken schrijven en dit religieus weerleggen tot de dag dat ik zal sterven.”

 

Hadden deze citaten niet evengoed uit de mond van Abou Jahjah kunnen komen? Dat Montasser ‘het vertrouwen van veel geradicaliseerde jongeren had gewonnen en met hen contact bleef houden via kanalen zoals Skype en WhatsApp’, zou ons moeten vervullen met scepsis. Naar eigen zeggen groeide Montasser zelfs uit tot ‘een tussenpersoon tussen Syriëstrijders en de samenleving’. Het mag duidelijk zijn dat Montasser, in de context van de zogenaamde (de)radicalisering, voortdurend naar een baan bij de overheid hengelt.

Men is snel tevreden

De moslimstem is en blijft dus hot, maar hoe kritisch is men? De Vlaming is snel tevreden, zo blijkt bijvoorbeeld ook uit de reacties op N-VA-minister Jambon (BiZa), die met zijn ‘significant’-uitspraak slechts iets heeft aangekaart dat zij die niet onder een steen leven al lang wisten, namelijk dat moslims na een bloedige jihad-aanslag wel eens juichen, applaudisseren, feesten of stiekem blij zijn en tot Allah bidden. Niet alleen zijn sinds nine eleven de getuigenissen uit het veld over zulke taferelen legio, ook tonen heel wat gerenommeerde onderzoeken aan dat wereldwijd de steun bij moslims voor sharia en jihad zorgwekkend significant is. Maar Jambon, die aan zijn uitspraak geen enkele logische beleidsconclusie verbindt, zoals het sluiten van de grenzen voor moslims en het de-islamiseren van onze samenleving, werd door zijn uitspraak een soort held – net zoals Montasser.

Wie écht kritisch is, merkt echter dat Montasser als goede moslim de islam an sich nooit zal aanvallen. In het Doorbraakinterview zegt Montasser:

 

“Stel, puur hypothetisch, dat ik met een teletijdmachine eeuwen terugga in de tijd. Wel, dan kom ik vast en zeker verdraagzamere, gecultiveerdere moslims tegen dan vandaag.”

 

Welke periode in de 14 eeuwen islamitische intolerantie en geweld dat dan wel mag zijn, komen we niet te weten. De met intimidatie en geweld geïslamiseerde Perzische, Javaanse, hindoestaanse, christelijke, Afrikaanse culturen, hebben niet veel gemerkt van die zogenaamde ‘verdraagzamere, gecultiveerdere moslims’. Omdat hun houding haaks staat op wat de islamitische leer voorschrijft en de islamitische cultuur duldt, trekken ware gematigde, rationele stemmen vroeg of laat steeds aan het kortste eind. Een oprechte, ware islamhervormer wordt, geheel volgens de islamitische wet, als afvallige bestempeld en bedreigd.

Koran

Montasser vervolgt:

 

“De Koran is nochtans niet veranderd. Maar de moslim is achteruit gegaan. Moslims, wereldwijd, missen ratio.”

 

Dus niet de Koran, maar de ratio missende moslim is het probleem? De moslim mist ratio juist omdát zijn heilig boek de Koran het eeuwige, ongeschapen en letterlijke woord van Allah is en dus elke vorm van vrije individuele ontplooiing, ‘ont-dekking’ en ratio onmogelijk maakt. Montasser doet een beetje denken aan Bart De Wever: er is geen probleem met, maar binnen de islam. Zoals er ook geen probleem met maar binnen communisme en nationaalsocialisme was? Sofistische, gevaarlijke nonsens.

In een ander interview verdedigt Montasser de Koran:

 

“We focussen te veel op verzen die gewelddadig verzet oproepen in de Koran en negeren de andere waarden in dat boek. Het gevaar is dat we een selffulfilling prophecy creëren.”

 

‘Verzet’? Dus profeet Mohammed en zijn volgelingen hebben zich, met de Koran in de hand, ‘verzet’ tegen de volkeren en culturen die ze met het jihadistische zwaard aan de islam hebben onderworpen? De jihad ‘verzet’ noemen, dat is de waarheid perverteren à la Abou Jahjah, ten faveure van islamisering. Welke ‘andere waarden’ in de Koran bedoelt Montasser? De Koran is een oorlogshandboek. Door het principe van de naskh, het opheffingsprincipe, zijn de tot intolerantie en geweld-oproepende verzen preponderant. De essentie van de Koran is het veroordelen van de natie van de niet-moslims en het creëren van een toestand van permanente vijandigheid tussen moslims en niet-moslims.

‘Niet dé islam’

Op de opmerking: ‘Veel Vlamingen beschouwen de islam als achterlijk. Rijd op een zonnige dag langs Molenbeekse terrasjes. Daar zie je geen vrouwen’, antwoordt Montasser:

 

“Je doet het weer. Verstop je niet achter dé islam, maar de moslimgemeenschap heeft een groot probleem. De moslim, de Arabier, de Berber is soms achterlijk.”

 

Montasser zegt: de islam is niet verkeerd, maar de moslim soms wel. Terwijl het natuurlijk evident is dat (zelfverklaarde) moslims alleen goede, niet-achterlijke mensen kunnen zijn wanneer zij fundamentele onderdelen van de achterlijke islamitische leer links laten liggen. Binnen elk systeem, religie of ideologie, hoe verwerpelijk en achterlijk de leerstellingen ook, vindt men goede (zelfverklaarde) aanhangers.

Lichte winst

Toch is de stem van Montasser lichte winst in het macabere feest der islamvergoelijking, omdat hij het falen van de moslimgemeenschap niet wijt aan pakweg ‘het kolonialisme’:

 

Wereldwijd faalt de moslimgemeenschap. Allez, kijk naar analfabetismecijfers, mate van democratie, corruptie, armoede en individuele rechten. Het is erg simplistisch om dan te redeneren zoals Jahjah doet en de schuld te steken op de kolonisatoren van destijds. (…) Kijk, er is erg veel hypocrisie onder de moslims. Meisjes worden dikwijls kort gehouden, terwijl de jongens erop los leven. Probleem is dat een groot deel van de moslimgemeenschap niet gestudeerd heeft, amper kritisch denkt en er een patriarchale cultuur heerst. De niet-kritische, niet-rationele en kortzichtige moslim moet dringend tot inkeer komen.”

 

Juiste vaststellingen die zelfs Abou Jahjah zou kunnen doen, maar waaraan is dat falen dan wél te wijten? Montasser zou moeten erkennen dat dit allemaal logische gevolgen zijn van een mohammedaanse gemeenschap die de oproepen en aansporingen in de Koran als heilig beschouwt – als het eeuwige, onveranderlijke, letterlijke woord van Allah – en die profeet Mohammed – oorlogshitser, krijgsheer, veroveraar, verkrachter, overvaller, slavendrijver, kindermisbruiker – als de perfecte mens en dus hét na te volgen voorbeeld ziet.

Montasser = Abou Jahjah

Ook in een opiniestuk over Islamitische Staat, ‘We hebben een monster gecreëerd’ (De Standaard, 17/11/2015), brengt Montasser de ‘jihad’ nooit in verband met de islamitische leer, de jihad-terreur van de islamitische profeet Mohammed. Hij legt de oorzaak van het toenemende jihad-geweld eenzijdig bij het Westen. Niet dat Montasser over de flaters en erbarmelijke politiek van het Westen geen terechte punten maakt. Maar wie dat niet combineert met het aanduiden van de islamitische leer als hoofdoorzaak – daarin zit immers de plicht tot islamisering, tot verovering middels intimidatie en gewelddadige jihad – mist iets of deugt niet. Montassers opiniestuk kon evengoed ondertekend zijn door Dyab Abou Jahjah. Vlak na de jihad-aanslagen in Brussel stelde Montasser:

 

“Er is in Brussel nood aan politieagenten die uit de betrokken wijken zelf komen. (…). Dan zouden de inwoners sneller naar de politie gaan met informatie en met vragen.”

 

Een dergelijke oproep voor meer moslims bij de politie klinkt Abou Jahjah als muziek in de oren.

Kies voor een Waleed Al-Husseini

De (mohammedaanse) charlatans zijn met velen, maar het is belangrijk om in te zien dat we gelukkig helemaal niet hoeven te kiezen tussen een Dyab Abou Jahjah en een Montasser AlDe’emeh. Er zijn genoeg serieuze alternatieven, zoals de jonge Palestijnse atheïst Waleed Al-Husseini. Hij werd door een Palestijnse rechter veroordeeld en vloog achter de tralies omdat hij de islam bekritiseert. Al-Husseini werd fysiek en mentaal gemarteld, niet door Hamas, maar door het regime van de zogenaamd ‘gematigde’ Abbas. Al-Husseini bevindt zich heden in Frankrijk (helaas niet in Vlaanderen). Hij schreef er een islamkritisch boek. Al Husseini:

 

“De islam is een groot probleem, de hele islam. Je hoort nu steeds dat er een groot verschil is tussen de radicale islam en de goede, vredelievende islam. Maar waarom hebben ze mij dan bijvoorbeeld opgesloten? (…) Vrijwel alle moslims zijn ervan overtuigd dat de profeet niet mag worden beledigd en dat de moorden dus gerechtvaardigd zijn. Veel moslims hebben een aanvaardbare, geruststellende boodschap voor de buitenwereld maar denken ondertussen iets anders. (…) De islam is helemaal geen godsdienst van vrede, vergeving en barmhartigheid zoals mij altijd was verteld. Vanaf het begin draait het om oorlog, bloedbaden en vrouwenonderdrukking.”

 

Gotspe

Montasser besluit dat Abou Jahjah ‘slechte reclame is voor alle moslims’. Het gaat Montasser vooral om de goede naam van de moslims (en de islam), en niet om de mentale gevangenis en collectieve dwangneurose die de islam is. Moslims moeten zich daaruit bevrijden en er tegen strijden, en dat lukt uiteraard niet met Abou Jahjah, maar ook niet met gladde types als Montasser.

Recent dook in Vlaanderen Darya Safai (Iran) op, die stelt:

 

“Extreem islamisme is geen godsdienst maar een ideologie zoals nazisme en stalinisme.”

 

‘Extreem islamisme’? Geen serieuze mohammedaan, geen zogenaamde ‘islamist’ of gezaghebbend ‘islamistisch’ instituut dat daarover spreekt; zij spreken – terecht – over de islam. Safai schrijft wel meer nonsens, zoals: ‘Het monster van het islamisme is geboren in Iran, mijn geboorteland.’ Het was nochtans in de zevende eeuw dat de islamitische profeet, de ‘extreme islamist’ Mohammed, het zogenaamd ‘extreem islamisme’ in de praktijk bracht. Het is een gotspe hoe men zich kennelijk telkens opnieuw een semantisch rad voor de ogen (wil) laten draaien om dé islam (en de islamitische profeet Mohammed) buiten schot te kunnen houden.

De Franse juriste en arabiste Anne-Marie Delcambre weet wel beter. Zij noemt de ‘tolerante’ of ‘vredelievende’ islam een westers verzinsel om de onaangename waarheid niet onder ogen te hoeven zien. Delcambre:

 

“Tussen islam en islamisme bestaat alleen een gradueel verschil. Het islamisme zit in de islam als het kuiken in het ei. Er is geen goede en slechte islam, zoals er ook geen gematigde islam bestaat. Gematigde moslims bestaan wel: dat zijn degenen die een deel van hun geloof links laten liggen.”

 

Trap er niet in

Overigens, waar zijn onze eigen autochtone islamkritische arabisten? Urbain Vermeulen is vele jaren geleden door het establishment kaltgestellt en is niet meer. In Nederland was eerder ook Hans Jansen overleden. Ik heb, net nu we hen meer dan ooit nodig hebben, nog geen waardige vervanger mogen ontdekken: bestaan ze niet, is de angst zo groot dat ze zich niet roeren of worden ze door de mainstream media genegeerd? Het is alleszins tragisch, want het (islam)debat wordt aldus gedomineerd door charlatans, doorgaans van islamitische snit.

De islam verovert, bezet, usurpeert, parasiteert en islamiseert al 1400 jaar. Dat is zijn modus operandi, zijn doel, zijn bestaansreden. Het establishment laat dat, ook nu nog na de bloedige jihad in Brussel, gewoon gebeuren. Hafid Bouazza noemt de islam ‘agressie op zoek naar een oorzaak’. Hoe meer die weerbarstige realiteit zichtbaar wordt, hoe meer ware islamkritiek verdacht wordt gemaakt. Het establishment verkiest mooipraters en misleiders, veelal moslims, boven de bijzonder moedige en erudiete Hafid Bouazza’s, Ayaan Hirsi Ali’s, Waleed Al-Husseini’s en Ibn Warraqs van deze wereld.

Wees slimmer dan het establishment en trap er niet in, er staat te veel op het spel.