Alfa Romeo heeft de Giulietta een nieuw gezicht gegeven. Het idee is dat-ie nu meer op de aanstaande Giulia gaat lijken. Dat is heel aardig gelukt. Voor de zuunige Hollanders levert Alfa naast benzinemotoren ook een diesel met slechts 21 procent bijtelling. En die deed het op het circuit heel aardig.
Voor de autonerds onder u: we weten allemaal alleen een handvol eenzame sukkels weet dat de Giulietta onder dat aantrekkelijke rokje het onderstel van Fiat Stilo uit 1293 verbergt. Enige skepsis vooraf was dus op zijn plaats. But God, they’ve worked their magic. Wie soms denkt – zoals ik – dat de Italianen zijn vergeten wat een ingenieur is en of het niet leuker is om een vervroegde lunchpauze te nemen in plaats van zo iemand aan te nemen, zal tamelijk onder de indruk zijn van het resultaat.
Zelfs de Zandvoortse instructeurs waren onder de indruk hoe zo’n kleine middenklasser op de weg blijft liggen. Na dik twee uur racen op Zandvoort stond mijn teller voor onderstuur (typisch voor voorwielaangedreven krachtpatsers op nul (0!). En er werd niet gereden alsof we in colonne Ayrton Senna naar zijn laatste rustplaats brachten. Een impressie van een middag stilte en rust vernietigen.
Dit is het arsenaal dat van de importeur in Lijnden (waar?) naar Zandvoort mocht worden gereden.
En dat ziet op de parkeerplaats van het circuit toch een stuk beter uit.
Bijna net zo goed als op het strand van Bloemendaal – dat overigens precies 95 miljard keer mooier is dan de Harry Mens casinochic van het Noordwijkerstrand.
Juist, het circuit, daar kwamen we voor.
Ja, er waren ook twee Alfa Romeo 4C’s en zelfs een 8C (waarvan er maar vijfhonderd zijn gemaakt). Allebei de types maken het geluid dat een vulkaan maakt als hij zijn teen stoot. Niet slecht.