De multiculturele samenleving is al jarenlang een heet hangijzer in het politieke en publieke debat in een groot deel van Europa. Het speelveld lijkt sterk gepolariseerd te zijn tussen overwegend linkse aanhangers van het multiculturele model, en rechtse critici hiervan. In dit debat lijkt het soms meer te draaien om tot welk kamp je wilt worden gerekend, dan of de argumenten die je gebruikt steekhoudend zijn. Het multiculturele model wordt aan de ene kant klakkeloos verdedigd, en aan de andere kant soms zonder enige nuance bekritiseerd. Een duidelijke middenpositie, waarbinnen men zowel kritisch als genuanceerd kan zijn, lijkt te ontbreken. En dat is problematisch. Want er valt wel degelijk het een en ander op te merken aan het multiculturalisme, als ideologie en systeem om diversiteit te managen, zonder dat dit automatisch impliceert dat je negatief tegenover diezelfde diversiteit staat. Want diversiteit is zeker niet iets negatiefs.
Diversiteit binnen een samenleving heeft wel degelijk bepaalde voordelen. Alleen zouden we daarbij wel in staat moeten zijn om de voordelen van diversiteit optimaal te benutten. En dat kan alleen wanneer we streven naar een multiculturele samenleving als een open samenleving die functioneert als een vrije markt van culturen, waarbij we in staat zijn om een oordeel te vellen over verschillende culturen en daaraan verbonden waarden, en daartussen een keuze te maken. Maar dat is een idee dat botst met waar het multiculturalisme als ideologie voor staat.
Het is daarbij van belang om het cruciale onderscheid te maken tussen een multiculturele, diverse, samenleving enerzijds, en het multiculturalisme anderzijds. Een multiculturele, diverse, samenleving is een feit, en dat hoeft niet per se iets problematisch te zijn. Waar het om gaat is: hoe gaan we met deze diversiteit om? En daar komt het multiculturalisme, als ideologie en systeem om deze diversiteit te managen, bij kijken. Maar wat houdt dat multiculturalisme dan precies in? Kenan Malik, een Britse auteur die veel gepubliceerd heeft over het multiculturalisme, waaronder het boek ‘Multiculturalism and its Discontents’, stelt hierover het volgende. Het multiculturalisme, aldus Malik, ‘beschrijft een beleid, waarvan het doel is het managen en institutionaliseren van diversiteit door mensen in etnische en culturele hokjes te plaatsen, waarbij individuele behoeftes en rechten gebaseerd zijn op de hokjes waarin mensen zijn geplaatst, en waarbij deze hokjes gebruikt worden om beleid te maken.’ Het multiculturalisme houdt volgens Malik dus een vorm van geïnstitutionaliseerd hokjesdenken in, waarbij niet individuen, maar groepen het uitgangspunt zijn.
Malik is dan ook uiterst kritisch op het multiculturalisme. Hij identificeert een aantal kernelementen van het multiculturalisme die volgens hem uiterst problematisch zijn. Ten eerste het al eerder genoemde feit dat individuen in hokjes worden gestopt op basis van hun cultuur of etniciteit. Ten tweede dat rechten dus toebedeeld worden aan diezelfde hokjes, aan groepen, en niet aan individuen. Als derde dat hierbij culturele (en ook religieuze) identiteiten worden verabsoluteerd, en op essentialistische wijze worden gehanteerd. En als laatste dat minderheden binnen minderheden genegeerd worden, en veelal de meest conservatieve krachten als de ‘originele vertegenwoordigers’ van hun culturele (of religieuze) groep worden beschouwd.
Naast kritiek formuleren op het multiculturalisme als ideologie en systeem stelt Malik ook de vraag hoe we in onze open, multiculturele, samenleving diversiteit moeten waarderen. Hij stelt hierbij nadrukkelijk dat diversiteit in zichzelf niet per definitie iets goeds is. Wat juist het goede is aan diversiteit is dat dankzij diversiteit in een open samenleving we in staat zijn om culturen, religies en waarden met elkaar te vergelijken, de verschillen er tussen te zien, daarover te oordelen en als resultaat daarvan een keuze te maken welke cultuur, religie, levensstijl of set van normen en waarden we het beste vinden, en welke we afwijzen. En een dergelijk oordeel komt juist het beste tot stand daar waar en botsingen plaats vinden tussen culturen, botsingen plaats vinden tussen waarden. Deze botsingen stellen ons beter in staat te oordelen over culturen, over waarden.
Het vellen van een oordeel over culturen is dus bij uitstek het meest waardevolle aspect van diversiteit in een open samenleving waarbinnen diverse culturen naast elkaar bestaan. Juist door dit te doen kunnen we werken aan een set van universele waarden die cultuuroverstijgend zijn, en die alle bevolkingsgroepen in een samenleving onderling verbinden. Maar dan moet dit oordeel vellen wel mogelijk zijn, en niet juist onmogelijk gemaakt worden. En dat is juist iets wat multiculturalisten neigen te doen. Vanuit de cultuurrelativistische opvatting dat alle culturen gelijk zijn en dat je vanuit die positie tolerantie en respect zou moeten hebben voor alle culturen stellen multiculturalisten dat je niet over andere culturen zou mogen oordelen, en dat je alleen kritisch mag zijn op je eigen cultuur. Over andere cultuur oordelen zou ‘kwetsend’ kunnen zijn, en is een teken van intolerantie tegenover en gebrek aan respect voor andere culturen.
Multiculturalisten die dit argument aandragen falen er dus in om in te zien dat juist datgene wat zij als ‘kwetsend’ en ‘intolerant’ beschouwen het meest waardevolle aspect aan diversiteit is, namelijk de ruimte om te oordelen over andere culturen, over waarden, en daartussen vrij te kiezen. Individuen zouden juist aangemoedigd moeten worden om dit te doen. In plaats van te streven naar een multiculturele samenleving waarbinnen groepen elkaar ‘tolereren’ en geen oordeel vellen over elkaars culturen zouden we moeten streven naar een open samenleving die functioneert als een vrije markt van culturen en waarden, waarbinnen er sprake is van onderling concurrentie, en mensen in staat worden gesteld vrij te kiezen voor datgene wat zij het beste vinden.
Door dit te doen benutten we niet alleen het meest waardevolle aspect van diversiteit optimaal, we kunnen zo ook gezamenlijk werken aan een set van waarden die we in onze samenleving delen. Door duidelijke keuzes te maken daar waar waarden botsen zijn we in staat te streven naar universele waarden die breed gedeeld worden in de samenleving. Juist in een diverse samenleving is het nodig dat we een dergelijke set van waarden hebben, die als het ware als een moreel Esperanto functioneert op het gebied van waarden.
Het cultuurrelativisme van de multiculturalisten dient daarom ook te worden tegengegaan, en het model van de open samenleving als vrije markt van culturen en waarden zou daarbij moeten worden gepromoot. Want alleen binnen een dergelijke samenleving zijn we in staat om enerzijds de voordelen van diversiteit optimaal te benutten, en anderzijds in staat om te werken aan een set van universele waarden die ons onderling als burgers van deze samenleving verbindt. We zouden ons daarom dus niet moeten laten leiden door een misplaatste neiging tot ‘tolerantie’, maar in plaats daarvan diversiteit optimaal moeten benutten.