Bloedstollend is de verkrachting van Michèle, hoofdpersoon in de film Elle van Paul Verhoeven, waarna een spannend kat-en-muisspel ontstaat tussen dader en slachtoffer. De film – Nederlandse première 2 juni – liep in Cannes een Gouden Palm mis en is het tegelijk alleszins waard om te zien. De in Frankrijk gedraaide film naar het boek Oh… van Philipe Dijan lijkt soms een kruising tussen een thriller en een streekroman – want zonder traagheid geen vaart en omgekeerd. Opvallend zijn de complexe onderlinge relaties van de karakters. Het is wat je je overal voorstelt en zeker bij het liefdesland bij uitstek: partners feesten met elkaar, haten elkaar en houden van elkaar en ze hebben geheimen voor elkaar. Ze gaan vreemd en werken tegelijk samen in buurtverbanden. Zelfs de participatiesamenleving met het idee van samen de buurt heel, schoon en veilig houden, komt in de thriller voor. Daardoor lijkt de film soms heel even een streekroman, zonder overigens te vervelen, want je weet meer over de omgeving van de karakters.
En dan is daar weer het bloedstollend moment van spanning met de actie. Verhoeven zegt daarover zelf in de filmdocumentatie dat hij juist het geweld van de verkrachtingsscènes zo expliciet mogelijk wilde brengen, als zwarte gaten in de film. “Anders zou het oneerlijk zijn.” De verschillen in toon en kleur en geluid komen naar zijn zeggen van zijn voorliefde voor het werk van Mondriaan, waar zwarte lijnen vaak ook blauwe en rode vlakken doorsnijden. Het is een beproefd recept dat Verhoeven eerder toepaste in Robocop. Daarin liet hij nieuwsberichten en fake-commercials het verhaal afwisselen.
Deze film is de eerste Franse film voor Verhoeven. Aanvankelijk werd er aan gedacht om een Amerikaanse film te draaien in Boston of Chicago. Voor Frankrijk werd uiteindelijk gekozen, omdat Verhoeven en zijn producer Said Ben Said het idee hadden dat geen Amerikaanse actrice de rol van de agressieve en bij vlagen amorele Michele zou durven spelen. Bovendien: de novelle van Dijan was ook Frans. Door in Frankrijk te filmen, blijft het ook dichter bij het boek. De overgang van de VS naar Frankrijk deed Verhoeven trouwens denken aan de overstap van Nederland naar de VS. Het bezorgde hem dezelfde soort hoofdpijn. Letterlijk. Die over was op het moment dat hij in Parijs arriveerde, zegt hij in de filmdocumentatie.
In Elle schittert Paul Verhoeven in de kunst van het weglaten. Zo krijg je wel een beeld van Michèle en de mensen om haar heen maar krijg je niet het volledige beeld, de vrouw blijft een mysterie, dat door Isabelle Huppert wordt afgepeld tot het hoognodige. Volgens Huppert kan je niet alles laten zien, omdat dat ten koste zou gaan van de vaart van de film. Maar Verhoeven heeft nog een structurelere reden om niet alles te willen verklaren: verklaring en rechtvaardiging moet het publiek zelf vinden, meent hij.
De film is het waard om te zien, vanwege de vaart, de actie het voorstelbare (hoeveel vrouwen doen geen aangifte van verkrachting) en het onvoorstelbare (hoe dicht durf je bij je verkrachter te komen). Aan het eind komt een deel van de cast weer bij elkaar en komt de streekroman even terug. Maar dat stoort niet. De aanvankelijk geschoten afscheidskus is weggelaten. Terecht. Met de kunst van het weglaten tonen Paul Verhoeven en de cast zich deze indrukwekkende film absolute meesters.