Een nieuw voorstel van de PvdA: Europarlementariër Paul Tang wil Griekse schulden kwijtschelden. Er wordt al jaren over die schulden gesteggeld en het einde van de ellende is nog steeds niet in zicht. Nieuwe aanpassingsprogramma’s, reviews, belastingverhogingen en hervormingen volgen elkaar snel op zonder resultaat. En dus komt Tang met een idee:
“Steeds nieuwe bezuinigingen en steeds nieuwe hervormingen duwen het land steeds dieper in de put. En van een kale kip kun je niets plukken. Ik vind dat we over moeten gaan naar kwijtschelding. Het taboe erop moet van tafel.”
Hoe kan het dat Tang dit een goed plan vindt en zijn partijgenoot Jeroen Dijsselbloem niet? In de berichtgeving over Tangs voorstel wordt de suggestie gewekt dat het alleen gaat om verschillende analyses van hoe de Griekse situatie kan worden verbeterd. Een nuttigere manier om dit meningsverschil te duiden is te kijken naar de functie van Tang: Europarlementariër.
De anonieme lobbyist in de lobby van een Brussels hotel kan die functie goed duiden. Deze vertegenwoordiger van een belangrijke industrie vertelt wat misschien een open deur is, maar wat vrijwel nooit over het Europees Parlement wordt gezegd: men kan er uiterst vrijblijvend debatteren over wat er in de EU moet gebeuren, omdat men er simpelweg bijna nooit op wordt aangesproken. Dit is géén gevolg van het gebrek aan media-aandacht voor het Europees Parlement. Het gaat om iets fundamentelers: Tang regeert niet.
De lobbyist legt dat verschil haarfijn uit. Partijen in de Tweede Kamer kunnen ooit gaan regeren. Als ze hele ondoordachte of onrealistische voorstellen doen, worden ze daar later op aangesproken. Als Tang Kamerlid zou zijn, zou men verwachten dat zijn streven tot kwijtschelding in het volgende regeerakkoord terecht komt. Iedereen komt dan bij Tang langs: “gaat u uw plan over Griekenland nog uitvoeren?” Volgens de lobbyist bestaat er op deze manier op nationaal niveau “een enorme rem op het zeggen van domme dingen.” Een rem die Dijsselbloem maar al te goed kent.
Hoe anders is dat in het Europees Parlement. Er is geen coalitie en geen coalitieonderhandeling. Europarlementariërs kunnen daardoor heel veel zeggen zonder ooit te worden aangesproken. Als de uitvoering van hun voorstellen misgaat kunnen ze sowieso de Europese Commissie of de lidstaten de schuld geven. Consistent hoeven ze ook niet te zijn: ze zullen nooit regeringsverantwoordelijkheid dragen.
Het gevolg is politiek relevant: Europarlementariërs nemen vaak extreme standpunten in. Ze kunnen bijvoorbeeld roepen dat alle energie over tien jaar hernieuwbaar moet zijn, dat alle bootvluchtelingen opgevangen moeten worden of dat de Grieken kwijtschelding verdienen. Als ze verantwoordelijk gesteld zouden kunnen worden voor dit soort voorstellen, zouden ze ze nooit doen. In Brussel leiden dit soort standpunten alleen tot een betere uitgangspositie bij de onderhandelingen. Niemand stelt een Europarlementariër ooit verantwoordelijk voor zijn oorspronkelijke voorstel.
Rara waarom praat Dijsselbloem anders over Griekse schulden dan Tang?
Chris Aalberts doet onder de titel #Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land.