Recensie: Brief aan mijn dochter – Abdelkader Benali

30-05-2016 19:44

“Lieve Amber, ik heb het schrijven van deze brief weken uitgesteld. Rond het aanvangen ervan bouwde ik een monument van getreuzel.” Met deze warme woorden begint Abdelkader Benali zijn Brief aan mijn dochter, een intiem relaas van een nieuwe vader aan zijn pasgeboren dochter, waarin hij zijn dochter laat kennismaken met de wereld; zíjn wereld.

Tussen de wereld en mij

De manier waarop Brief aan mijn dochter is opgezet doet enigszins denken aan Tussen de wereld en mij, van de Amerikaanse schrijver Ta-Nehisi Coates. In beide boeken is sprake van een vader die zijn kind aanspreekt in boekvorm. Waar Coates zijn boek vooral gebruikt om een stevige maatschappijkritiek te leveren en raciale ongelijkheid aan de kaart te stellen, gaat het bij Benali vooral om een intiem verhaal van een man op de rand van het vaderschap, aan zijn dochter. Benali kleedt dat vooral in door te vertellen over zijn jeugd. Natuurlijk komt er af en toe wel enige vorm van maatschappijkritiek langs; van iemand met een migrantenachtergrond mag wellicht ook niet anders verwacht worden.

Als ‘allochtone’ ouder heb je immers bijkomende angsten, die Benali ook scherp verwoordt, zowel vanuit het perspectief van zijn ouders jegens hem, als vanuit hemzelf jegens zijn eigen dochter. Hij spaart zijn ouders daarbij niet, die hij in zijn jeugd ondanks hun onvoorwaardelijke liefde, heeft ervaren als overdreven beschermend:

“Wat ons migrantenkinderen niet werd gegund, was de vrijheid om onze eigen fouten maken. […] De stress die gepaard ging met het voorkomen van problemen stelde de ouders gerust, bevestigde ze in hun gevoel dat ze iets zinnigs deden, maar het idee dat er nooit een stap buiten de gebaande paden gezet kon worden, niet zonder repercussies, en de stress die dat ons als kinderen bezorgde, maakten prachtige monsters van ons.”

Benali wil het anders gaan doen dan zijn eigen ouders. Zijn dochter mag zijn wie ze wil zijn en ze kan rekenen op zijn steun in alles. Ze krijgt daartoe alle gelegenheid. Vrijheid is in deze roman dan ook een sleutelwoord dat de rode draad vormt tussen het leven van Benali en het tot stand komende leven van zijn ongeboren dochter.

Zorgen

Tegelijkertijd maakt Benali zich oprecht zorgen over de mate van vrijheid die zijn kind in de Nederlandse, dan wel Westerse, samenleving zal kunnen genieten:

“toch ben ik bang dat jou iets zal overkomen wat ook mij is overkomen: misschien ben jij door omstandigheden, aanleg en talent zo goed in staat je aan te passen, kun je je zo makkelijk een weg vinden in die transparante samenleving, dat je de ongelijkheid en achtergesteldheid die er wel degelijk zijn niet meer goed kunt zien.”

Door de elegante manier waarop hij zijn zinnen neerschrijft word je als lezer als het ware meegevoerd op de deining van het proza en vergeet je bijna wat Benali af en toe als boodschap verpakt in het proza. Wat hij daarmee doet is tweeledig. Enerzijds is hij zich in de loop der jaren steeds meer gaan verzetten tegen het beeld van de ‘spreekbuis’ die hij kon vormen voor de allochtone gemeenschap in Nederland. Hij kaart dat in de Brief aan mijn dochter ook op heldere wijze aan.

Tegelijkertijd is dat nu precies wat hij met deze roman deels ook bewerkstelligt. Hij maakt inzichtelijk met welke dromen, hoop en angst een vader van niet-Nederlandse afkomst te maken heeft wanneer zijn kind onderweg is. Eigenlijk zijn die niet zo anders dan die van de gemiddelde ouder-to-be. Wie wil nu niet dat het zijn kind goed gaat?


Brief aan mijn dochter , De Arbeiderspers, 176 pagina’s, 2016.