Achtergrond

#Bruslog: Hoera, meer stedelijke EU-subsidie én meer rapporten door de shredder

31-05-2016 17:11

De beleidsmedewerker uit het Europees Parlement meldde me enkele maanden geleden dat het bijna zover was: het ‘Pact van Amsterdam’ kwam eraan. Het zou een ideetje zijn van CDA-Europarlementariër Lambert van Nistelrooij, de ongekroonde koning van het Europese regionale beleid. Wat het Pact van Amsterdam precies inhield, bleef duister. Een ding wist de medewerker wel: ze wilde zeker niet met haar naam op ThePostOnline.

Maandag werd in Amsterdam het Pact van Amsterdam gesloten. Het betreft een ‘Urbane agenda voor de EU’, vermeldt het 36-pagina tellende document van het Nederlandse voorzitterschap. Dit complexe stukje EU-beleidsproza is alleen al ingewikkeld vanwege de vele afzenders. Niet alleen waren er vertegenwoordigers aanwezig van de Europese Commissie en het Europees Parlement, maar ook van het Comité van de Regio’s, het Europees Economisch en Sociaal Comité en allerlei onbekende belangenbehartigers van steden. Belangenspaghetti dus.

Heel veel urbane EU-thema’s

Daar was het persbericht. “Steden krijgen meer invloed op Europees beleid”, luidde de kop. In het pact worden twaalf thema’s genoemd die in de urbane agenda centraal staan: migranten, luchtkwaliteit, armoede, huisvesting, circulaire economie, werkgelegenheid, klimaat, energie, duurzaamheid, mobiliteit, digitalisering en aanbestedingen. Dit allemaal onder de expliciete (!) noemer van “subsidiariteit” en “proportionaliteit”, zoals dat in EU-jargon heet: de EU moet niet te veel doen en zeker niet als andere overheden het beter kunnen.

De ondertoon van het pact is: de EU heeft een urbane agenda nodig omdat steden steeds belangrijker worden. Zij hebben veel met EU-beleid te maken. De EU moet daarom ruimte geven aan stedelijke gebieden om te concurreren en te innoveren. De thema’s van de urbane agenda zijn de belangrijkste uitdagingen voor de steden. In partnerschappen gaan steden, lidstaten, EU-instellingen én belangenbehartigers van steden gezamenlijk voorstellen ontwikkelen voor beter beleid, zorgen voor betere toegang tot EU-fondsen en onderling kennis uitwisselen.

Wat te doen met migranten?

Een voorbeeld maakt duidelijk wat hier aan de hand is. Het thema migranten klinkt belangrijk. Maar vraagt dit om een urbane EU-agenda? Er zijn veel migranten en dus worden steden door hun nationale overheid gestimuleerd of gedwongen migranten op te vangen. In landen als Duitsland is dit een groot thema, in landen als Hongarije bestaat dit vrijwel niet. Daarom zijn de combinaties van steden en landen die gaan samenwerken wisselend.

Kennisuitwisseling is een doel van de urbane agenda en die uitwisseling klinkt zinvol: hoe zet je als gemeente zo snel mogelijk een asielzoekerscentrum op en waar moet je dan allemaal rekening mee houden? Maar waarom die uitwisseling deze urbane agenda vereist, is een raadsel. Steden hebben al stedenbanden en landen hebben onderling al contacten dus als men kennis nodig heeft kon men elkaar allang vinden. Men kan elkaar ook opbellen zonder pact van 36 pagina’s.

 Meer rapporten door de shredder

Zit de meerwaarde dan in de partnerschappen die voorstellen ontwikkelen voor beter EU-beleid? Het Brusselse Comité van de Regio’s is opgericht om te kijken naar de aansluiting van EU-regels bij de werkelijkheid van lokale en regionale overheden. Het is een vrijblijvende club waarvan “alle rapporten direct door de shredder gaan”. De niet-verplichtende samenwerking van het Pact van Amsterdam doet dit nog eens dunnetjes over en ook hier staat de papierversnipperaar al klaar: de EU-verdragen wijzigen niet en dus zijn alle stukken van alle partnerschappen op voorhand vrijblijvend.

Daarmee resteert: subsidie. Pact-bedenker Lambert van Nistelrooij zegt het op zijn website: door het Pact kan er meer geld komen voor “duurzamere, slimmere en competitieve steden”. In het Pact zeggen steden toe bij te dragen aan EU-thema’s als verduurzaming en in ruil daarvoor krijgen ze toegang tot EU-fondsen. Dit is ook de teneur van de antwoorden op Kamervragen van de SGP uit april 2015: de minister wil “verkennen of er belemmeringen voor steden bestaan, bij het gebruik van EU-fondsen en zo ja, hoe deze kunnen worden weggenomen.” Een pact dus voor meer stedelijke subsidie.

Belangenspaghetti zonder burgers

Van alle deelnemers aan deze partnerschappen wordt alleen het Europees Parlement gekozen door burgers. De burger zal nooit iets merken van wat Europarlementariërs in deze processen zeggen. De rest van de betrokkenen heeft eveneens carte blanche: lidstaten sturen ambtenaren die namens een minister aanschuiven. Vanuit de parlementen die die ministers moeten controleren is dit pact een miniscuul thema en dus zullen parlementariërs elk initiatief laten passeren. Er zijn belangrijkere thema’s om in de EU moeilijk over te doen als vluchtelingen en de euro.

De vertegenwoordigers van het Comité van de Regio’s en het Europees Economisch en Sociaal Comité hoeven al helemaal geen verantwoording af te leggen aan een achterban en de lobbyisten namens de steden hoeven ook niet naar burgers te luisteren. De steden krijgen meer geld en extra kansen om beleid te beïnvloeden. Rara waarom worden alle betrokkenen in dit circuit blij van EU-subsidiegeld en dit soort consultatierondes? En waarom willen burger diezelfde subsidies liever afschaffen en willen ze dat hun bestuurders gewoon op lokaal niveau problemen oplossen?

Chris Aalberts doet onder de titel #BruslogBrusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land.