Reportage

#Bruslog: Open data-fans ontdekken: open data maakt de EU niet transparanter

02-06-2016 14:26

De EU is niet erg transparant, dat weet iedereen. Gelukkig is er een oplossing nu Nederland dit half jaar EU-voorzitter is. Het ministerie van Buitenlandse Zaken organiseert woensdag samen Open State Foundation een Transparency Camp: een conferentie waarvoor allerlei IT-ers en app-ontwikkelaars zichzelf kunnen aanmelden om samen een hele dag ideeën te ontwikkelen over de transparantie van de EU. De honderden deelnemers komen uit alle hoeken en gaten van de wereld.

Open State-directeur Arjan El Fassed legt het idee van de dag uit: transparantie is heel erg belangrijk want dit is een manier om zaken te verbeteren. Transparantie kan volgens de initiatiefnemers en bezoekers van deze dag tot stand komen door middel van open data. Het publiek bestaat uit IT’ers die van positieve, uiterst luchtige boodschappen houden. De conferentie draait om het bouwen van “een inclusief en transparant Europa” en het idee dat de aanwezigen “game changers” zijn. “We can do it!” roept de moderator. Applaus.

Transparantie is een kans, geen risico

Een ambtenaar van Buitenlandse Zaken praat over de Wet Openbaarheid van Bestuur. Journalisten vragen bij ministeries grote hoeveelheden documenten op en vervolgens kijken de ambtenaren welke documenten wel en niet openbaar kunnen worden gemaakt. Sommige documenten worden niet verstrekt omdat ze precedentwerking kunnen hebben of omdat ze politiek te gevoelig zijn.

De ambtenaar wil een andere mindset: het is niet gevaarlijk om documenten naar buiten te brengen, het is juist gevaarlijk ze niet openbaar te maken. Regeringen treden vrijwel altijd af omdat ze de Kamer niet voldoende hebben geïnformeerd en dus is transparantie een kans en geen bedreiging. Dit valt samen met zijn ambities over de EU: burgers moeten de EU gaan vertrouwen en transparantie helpt daarbij. Nu ontvouwt de ambtenaar een vreemdige filosofie: de EU is wel transparant, maar wordt door burgers niet zo ervaren.

Niet meer informatie online zetten

Het gaat er dus om de EU transparanter te laten lijken en niet om iets aan de EU zelf te veranderen. Deze verandering moet plaatsvinden met digitale middelen. Zo’n missie is op voorhand gedoemd te mislukken. De vraag is bij deze conferentie hoe bestaande databestanden over de EU toegankelijker kunnen worden gemaakt: hoe de ministers in de Raad hebben gestemd, hoe de leden van het Europees Parlement hebben gestemd en welke lobbyisten geregistreerd staan. Een manier om deze data toegankelijker te maken is bijvoorbeeld alles in één database te stoppen.

Waar dit toe leidt, blijkt uit een voorbeeld van diezelfde ambtenaar. Bij de “trialogen” in Brussel zou volgens hem transparant moeten zijn hoeveel bijeenkomsten er worden gehouden. Dat kan in een openbare database komen te staan. De zaal slaat niet aan op het voorbeeld en dat is niet vreemd, want vrijwel niemand weet wat trialogen zijn.

Trialogen zijn vertrouwelijke onderhandelingen tussen de Europese instellingen om het besluitvormingsproces sneller te laten verlopen en beslissingen te bespoedigen. Zelfs Europarlementariërs klagen over de schimmigheid ervan.

Trialogen: het aantal bijeenkomsten maakt niet uit

Alleen als je dit weet, weet je hoe stompzinnig het voorbeeld van de ambtenaar is: het gaat niet om de hoeveelheid bijeenkomsten, maar om de standpunten die worden uitgewisseld, hoe een compromis tot stand komt en of dat proces controleerbaar is voor de buitenwereld. Omdat trialogen achter gesloten deuren plaatsvinden, is dit per definitie niet in een database of een app te vervatten. Er zijn simpelweg geen data van, behalve wellicht het aantal keren dat men bij elkaar kwam. Dát kan wel in een app.

Open State-directeur Arjan El Fassed meldt dat transparantie een kwestie is van “cultuur”. Toch legt hij niet uit hoe de gesloten wereld van de diplomatie – die zo bepalend is voor de EU – zich verhoudt tot transparante besluiten die in databases worden opgenomen en met apps toegankelijk worden gemaakt. Op de meest essentiële momenten – wat zeggen de regeringsleiders binnenkamers precies over de Turkse visumliberalisatie? – is er géén data. Die is er vooral over zaken die burgers en daarmee journalisten nauwelijks interesseren.

In de ontkenningsfase

En als die data er wel is, is de uitkomst van de zoektocht te ingewikkeld. In een deelsessie vertelt een vrouw dat elk beleidsvoorstel heel veel amendementen kent. Het kost haar daarom veel tijd om erachter te komen wat er precies is besloten. Er is te veel EU-kennis nodig om al die afzonderlijke data correct te interpreteren. Dit gaat om vragen als: Welk deel van welke oorspronkelijke wetstekst is nu precies vervangen door het door het Europees Parlement aangenomen amendement 22c? Heeft de Raad daar ook mee ingestemd?

De vrouw wil – terecht – een samenvatting van dit soort kwesties, maar realiseert zich kennelijk niet dat dat met de hand moet gebeuren en dat dat niet een kwestie is van data open maken. Haar klacht gaat over de transparantie van de EU op zich. Als straks alle data open zijn en niemand die nieuwe apps gebruikt, zijn we geen meter opgeschoten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken is slechts tienduizenden euro’s lichter vanwege het organiseren van deze conferentie.

Chris Aalberts doet onder de titel #Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land.