Nederland heeft aanbevelingen om racisme in de samenleving beter te bestrijden nog altijd niet opgevolgd. Dat stelt de commissie tegen racisme en intolerantie (ECRI) van de mensenrechtenorganisatie Raad van Europa woensdag.
De commissie tikte Nederland in 2013 op de vingers, onder meer omdat een racistisch motief bij een misdrijf niet in de wetgeving is opgenomen als een verzwarende omstandigheid. De aanbeveling om dat wel te doen is nog altijd niet opgevolgd, constateert de commissie.
Het advies om een nationale strategie tegen discriminatie wegens ras op onder meer de arbeidsmarkt te ontwikkelen is slechts deels opgevolgd. Beleid om dit te bestrijden en voorkomen is vaak lokaal, maar actie op nationaal niveau is ook noodzakelijk, aldus ECRI. De conclusie is dat effectief nationaal beleid voor racismebestrijding ontbreekt.
Een derde kritiekpunt is de uitbuiting van buitenlandse uitzendkrachten. In de bestrijding hiervan zijn weliswaar stappen gezet, maar de autoriteiten kunnen de vergunning van uitzendbureaus die schuldig zijn bevonden aan uitbuiting niet intrekken, terwijl dat wel was aanbevolen. Nederland vindt dat dat de handhaving niet zou bevorderen, aldus de in Straatsburg gevestigde organisatie.
Het rapport uit 2013 was het vierde over Nederland. Vergeleken met het derde uit 2008 was er wel vooruitgang geboekt.
Anp