Het is nog geen lunchtijd, maar de persoonlijk medewerker van een VVD-Europarlementariër heeft zijn spullen al gepakt. “Ik moet zo weg, want anders sta ik straks in de file”, meldt hij. Het is donderdagochtend in het Europees Parlement in Straatsburg en iedereen staat in de startblokken om de Franse stad zo snel mogelijk weer te verlaten.
Om twaalf uur gaat vier keer een bel om de Europarlementariërs op te roepen te gaan stemmen. De plenaire zaal zit vol en vrijwel iedereen zit netjes op zijn plaats. Eerst volgen stemmingen over resoluties over Cambodja, Tadjikistan en Vietnam. Er komt een rijtje amendementen langs. Soms stemt men met handen opsteken, soms elektronisch. Dan volgen onder andere stemmingen over de controle op allerlei documenten en over een ontwerpresolutie over de toeleveringsindustrie voor de Europese spoorwegen.
De uitslag van die laatste stemming is nog niet op een van de beeldschermen geprojecteerd of de eerste Europarlementariërs rennen al de zaal uit. Dat een paar Europarlementariërs nu een verklaring gaan afleggen over hun stemgedrag, maakt niet uit: die kunnen velen missen als kiespijn. Nog geen kwartier later staat er een kleine file bij de uitgang van de parkeergarage. Een Europarlementariër blijkt een uur later in het centrum van de stad – ruim twee kilometer verder – al geluncht te hebben en stapt op de trein. Iedereen wil nu wel weg uit Straatsburg.
En zo ontdekt uw verslaggever dat hij u eerder dit jaar niet goed informeerde. Jaarlijks gaat het Europees Parlement twaalf keer naar de Franse stad Straatsburg. Dit is het meest bekritiseerde onderdeel van de EU. Het Europees Parlement vergadert normaliter in Brussel, maar plenair gebeurt dat in Straatsburg omdat dat zo in de Europese verdragen staat. Dit kost de belastingbetaler zo’n 180 miljoen euro per jaar. Eerder meldde uw verslaggever dat zo’n Straatsburgweek helemaal geen week is, maar een driedaagse.
U kunt het zelf aan de agenda van het Europees Parlement zien. Op maandag begint het Europees Parlement om 17.00 uur met vergaderen en donderdag om diezelfde tijd is de ‘week’ afgelopen. Drie x 24 uur dus. Maar toch klopt dit niet. Dit zijn de tijdstippen waarop er een agenda is. Maar functioneert het parlement deze hele drie dagen? De donderdag valt in de praktijk grotendeels af.
Loop donderdagochtend rond in Straatsburg en het parlement is redelijk uitgestorven. In de perszaal zit nog maar een kwart van de journalisten vergeleken met een dag eerder. De televisiestudio’s worden duidelijk minder gebruikt dan de rest van de week. Persconferenties zijn er op donderdag helemaal niet meer. Sessies van politieke groepen zijn er bijna niet in vergelijking met andere dagen en de rij voor de koffie is veel korter dan normaal. Iedereen maakt zich klaar om naar huis te gaan.
Er is maar één reden voor Europarlementariërs om deze dag niet helemaal over te slaan: er zijn om twaalf uur stemmingen. Daar zijn de Europarlementariërs voor gekozen en als ze wegblijven kan dat later in databases worden opgezocht. Dan staan ze daarin vermeld als afwezig. Maar als de stemmingen erop zitten, kunnen ze weg. In de middag zijn er alleen nog wat ‘mensenrechtendebatten’, meldt een voorlichter. Die hebben hooguit symbolische waarde en dus iedereen kan met een gerust hart eerder naar huis.
Chris Aalberts doet onder de titel #Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land.