Marcel Kurpershoek is oud-diplomaat en inmiddels verbonden aan een universiteit in het golfstaatje Abu Dhabi. Abu Dhabi is een uiterst conservatief islamitisch landje dat bestuurd wordt door een soennitische stam die omringd wordt door een zee van Sjiieten. Die alleenheersers, de Al Bu Falah, zijn dus volkomen afhankelijk van de grote soennitische buurman Saoedi Arabië. Aboe Dhabi is een vazalstaatje dobberend in dreigende wateren. Kritiek op de Saoedi’s wordt niet gewaardeerd. Dus u raadt het al wat er gebeurt wanneer Kurpershoek vanuit deze dictatoriale uithoek opiniebijdrages naar de Volkskrant stuurt. Dat worden stukjes waar de Al Bu Lafah en het Saoedische ministerie van Volksvoorlichting en Propaganda (of hoe het ook mag heten) geen omkijken naar hebben.
Zo ook op zaterdag 11 juni. Onder de kop Laat Soenni’s voor IS alternatief vinden krijgt Kurpershoek twee pagina’s om de Saoedische visie op de oorlog aan te prijzen – zonder de Saoedi’s ook maar één keer te noemen. Na een uitgebreid en gedetailleerd overzicht van de volstrekt chaotische situatie in Syrië/Irak, volgt op driekwart van het stuk de open deur dat de regeringen in Damascus en Bagdad niet in staat zullen zijn om de rust te herstellen. Dan komt tegen het slot de aap uit de mouw:
“Het tweede gevaar is radicalisering binnen de Arabische soennitische gemeenschappen. De Arabische soennieten zijn zich in eeuwen van soennitisch Turks-Ottomaans oppergezag gaan beschouwen als toonaangevend. Onder Saddam Hussein was dat nog steeds zo. De Amerikaanse invasie van Irak in 2003 heeft die bakens verzet […] Pas als de soennitische gebieden in handen van IS of andere extremisten zich onder gelastigde leiding organiseren, en ook voor het westen een aanvaardbare gesprekspartner worden, komt de molen van de radicalisering tot stilstand. En dan pas komt er zicht op een vreedzame regeling.”
Aldus het slot van zijn bijdrage. Het klinkt allemaal warrig en abstract, totdat we bedenken van welke Master Kurpershoek hier de voice is. Dit is het standaardverhaal waarmee de Saoedi’s hun bemoeienis in de regio tegenover het Westen verdedigen. De vertaling naar heldere taal luidt als volgt:
“Jullie in het westen hebben met de invasie van Irak daar de poorten wijd open gezet voor dat godvergeten Iran en de Sjiieten. Onder Saddam was alles rustig; toen waren de soennieten nog de baas over de sjiieten. Dat hebben jullie verstoord. En nu zijn jullie bang voor nieuwe radicale afsplitsingen van IS. Nou, dat probleem kunnen wij voor jullie oplossen. Wij soennieten zijn altijd de baas geweest, en de vrede kan pas weer terugkeren als wij dat weer worden. Dan kunnen we daar de soennieten de ware soennitische leer opleggen. Maar dat betekent dus de Iraniërs eruit flikkeren en overal soennitisch gezag over ‘soennitische gebieden’ herstellen. Dit alles dient te geschieden onder ‘gematigde leiding’, dat wil zeggen, leiding vanuit het land dat ondanks al jullie stommiteiten jullie altijd trouw is gebleven: Saoedi-Arabië. Geef ons de ruimte, er staat voor ons veel op het spel.”
Onder leiding van (nu nog) prins Mohammed bin Salman heeft Saoedi Arabië momenteel de handen vol aan het met grof geweld onderdrukken van ISIS in Jemen. Burgers worden daarbij niet gespaard. Maar dat conflict is niet meer dan een vingeroefening, een inleiding, een visitekaartje vergelijkbaar met het bombardement op Guernica. De ware vijand van de Saoedi’s ligt ten oosten van Saoedi Arabië: het sjiitische Iran. En het échte slagveld ligt ten noorden van het land: Irak. Daar is een nieuwe reeks oorlogen gestart tussen soennieten en sjiieten.
En de Saoedische heersers beseffen heel goed dat het erop of eronder gaat worden. De Iraniërs moeten daar verdreven worden; het soennitische ‘oppergezag’ moet hersteld. Want als de Sjiieten de macht grijpen in Irak, of erin slagen een eigen staat te stichten in Zuid-Irak (in Saoedische ogen was dat ooit en blijft dat dus ‘soennitisch gebied’), dan zal het niet lang duren of ze zullen de onderdrukte sjiitische minderheid in oost-Saoedi-Arabië gaan opstoken tegen het gezag in Riyad. Dat zou de olie-inkomsten in gevaar brengen (alle grote olievelden liggen in het oosten) en zou het einde kunnen betekenen van het vanzelfsprekende religieuze gezag van de al-Saoed clan over het Arabische hartland én over de heilige plaatsen. Weg geld, weg macht, weg gezag. (Ik hoef u uiteraard niet te vertellen dat vóórdat het zo ver is, de sjeiks van Aboe Dhabi allang in Londen aan de thee zitten.)
Zou hernieuwd soennitisch ‘oppergezag’ vrede kunnen brengen? Moeten we de Saoedi’s maar hun gang laten gaan tegen Iran? Het klinkt bijna verleidelijk. Maar laat ik die vraag herformuleren: zou het herstel van de blanke macht in Zuid-Afrika – die immers ook altijd gewend geweest waren aan ‘oppergezag’ – daar vrede en welvaart brengen? Het Saoedische masterplan is pure nostalgie. Het is goed voor de Saoedi’s, maar ook een recept voor vele eeuwen ellende. Oude tijden keren nooit weer. (En trouwens, die Ottomaanse tijden waren ook allesbehalve vredig en gezellig.)
De Saoedi’s weten wat ze willen en bereiden de Westerse opinie er vast op voor. Maar aangezien wij nooit naar al-Arabiya kijken, vertelt Kurpershoek het maar in de Volkskrant. Wie even nadenkt ziet uit welke bron deze boodschap opborrelt. Alleen op de opinieredactie van de Volkskrant hebben ze dat blijkbaar nog steeds niet door.