Recent pleitte een werkgroep van Kamerleden onder leiding van Roelof Bisschop (SGP) dat parlementaire afsplitsing, ofwel zetelroof, ontmoedigd moet worden. Zo zouden ze geen geld meer moeten krijgen voor personele ondersteuning en hun spreektijd zou moeten worden gehalveerd. Henk Krol (50Plus) ziet zelfs graag dat het bij wet verboden moet zijn. Volkomen terechte kritiek.
Het kan natuurlijk altijd voorkomen dat je als Kamerlid het niet meer zo goed kan vinden met je partij. Je wordt uit de partij gezet of je houdt de eer aan jezelf en verlaat de partij op eigen houtje. Helemaal mooi. Vervolgens sta je dan voor de keuze om je zetel in de Tweede Kamer op te geven of om dat niet te doen en verder te gaan als aparte fractie. Kamerleden spreken vaak af met hun partij om geen zetelroof te plegen, maar meestal doen zij dit lekker toch. Niet zo mooi. Alleen al in deze kabinetsperiode vonden er zeven zetelroven plaats. Het is namelijk vrij makkelijk aangezien Kamerleden beschikken over een individueel mandaat van de kiezer en de zetelroof kan niet worden bevochten bij de rechter.
Voor een politieke partij is zetelroof uitermate vervelend. Er is hard gevochten voor elke zetel tijdens de verkiezingen, maar een Kamerlid uit de fractie kan deze zonder moeite naderhand afpakken. Dit kan als sabotage van de partij worden gezien, want de partij verliest hierdoor politieke invloed in de Kamer. Een zetel kan namelijk cruciaal zijn bij stemrondes wat betreft wetsvoorstellen, amendementen en moties. Het kan ook voorkomen dat een zetelrover zich aansluit bij een andere partij. Kamerlid Roland van Vliet verliet bijvoorbeeld de PVV in 2014 om vervolgens in 2016 lid te worden van de VVD. Zijn zetel hoort dan wel niet bij de VVD-fractie, maar de heer Van Vliet kan wel doodleuk de VVD helpen door hen zijn stem te geven tijdens stemrondes.
Dankzij de zetelrovers telt de Tweede Kamer nu zestien fracties, terwijl bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012 dit er nog maar elf waren. De verdeeldheid in de Tweede Kamer is dus aanzienlijk toegenomen. Hierdoor wordt het politieke proces vertraagd, omdat de Kamer moeilijker tot overeenstemmingen kan komen en meer wetsvoorstellen, amendementen en moties moet behandelen.
Verder wordt door zetelroof de stem van de kiezers ondermijnd en daarmee de democratie, want vaak hebben zetelrovers als kandidaat niet genoeg stemmen gekregen om de zetel te behouden. Elke zetel is namelijk goed voor een bepaald aantal stemmen, de kiesdrempel. Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen in 2012 was de kiesdrempel 62.828 stemmen. Alle zetelrovers van de huidige kabinetsperiode komen niet eens in de buurt van de kiesdrempel. Zo haalde Norbert Klein (Vrijzinnige Partij) 3.511 stemmen tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2012, Johan Houwers deed het al wat beter met 3.709 en Rudolf van Vliet haalde amper een woonwijk bij elkaar met 1.113. De heren Bontes en Van Klaveren haalden respectievelijk maar 958 en 581 stemmen. Ook de heren Kuzu en Özturk van DENK halen samen niet de kiesdrempel met respectievelijk 23.067 en 9.831 stemmen, alhoewel zij het al beter doen dan alle andere zetelrovers bij elkaar. Echter niet genoeg. Vanuit puur democratisch oogpunt horen deze Kamerleden dan ook helemaal niet in de Tweede Kamer te zitten.
Het wordt zelfs nog gekker. In 2015 werd Kamerlid Johan Houwers uit de VVD-fractie gezet nadat hij door het OM was veroordeeld tot een boete vanwege valsheid in geschrifte en oplichting. Houwers gaf echter zijn zetel niet op. Het is absurd dat een veroordeeld en corrupt persoon als Houwers een machtsposities mag blijven bekleden. Of moeten de criminelen in het land ook worden vertegenwoordigd in het parlement?
Genoeg redenen om de Grondwet aan te passen om zetelroof tegen te gaan. Zetelroof zou bijvoorbeeld alleen mogelijk moeten zijn als de zetelrover net zoveel of meer stemmen heeft gekregen dan de kiesdrempel ten tijde van de voorgaande Tweede Kamerverkiezingen. Of in ieder geval een aanzienlijk vastgesteld percentage daarvan, zoals bij een voorkeursstem. Het is namelijk zeer lastig om meer stemmen dan de kiesdrempel te halen, omdat veel kiezers vaak uit gemak op de eerste kandidaat van de partij stemmen. Helaas is maar een paar duizend stemmen voor een zetel niet acceptabel. Als een Kamerlid niet voldoende stemmen heeft, dan zou hij/zij bij parlementaire afsplitsing de Kamer moeten verlaten. De lege zetel van de partij moet dan worden overgenomen door een andere partijkandidaat van de voorgaande verkiezingen.
Kortom, zetelroof verstoort het politieke proces en is ondemocratisch. Het is daarom van politiek en democratisch belang dat de wet wordt aangepast om zetelroof te ontmoedigen en moeilijker te maken. Helaas vergt dit een aanpassing van de Grondwet wat jaren kan duren. Het blijft dan ook maar de vraag of politiek Den Haag bereid is om deze stap te nemen. Echter, als zij daadwerkelijk zoveel waarde hechten aan de democratie in Nederland, zoals zij zo vaak zeggen, dan moeten zij bereid zijn om deze stap te nemen.