Ik hing net op met een vriendin die goed nieuws had. En nu dit. Weer. Met een vrachtwagen. Lafaards, denk ik. Duivelskinderen, as van het kwaad. Ik zie een foto van een pop in een roze jurkje, daarnaast ligt een lijk onder folie op het nachtelijk asfalt. Ik knijp samen van binnen, verstar. En dan begin ik boos te worden. Loop een beetje door het huis, op zoek naar was om op te vouwen, iets. Maar to add insult to injury zie ik al gauw de berichten vanuit de ‘niet polariseren’ bende, die in Nederland met hun halve bevolking aan meelopers vlak na het tellen van de lichamen verder gaat met het verzorgen van dogma’s en het construeren van de waarheid (ook veelgehoord: er is geen waarheid). Wat een moeite allemaal, denk ik dan, om mij weg te jagen uit mijn gezónde reactie op de verschrikkelijke gebeurtenissen: verdriet, woede, angst, behoefte aan oplossingen.
Vergeefse moeite. We zijn de discussie -over wat nou wel of geen islam is, over wat links en rechts is, polarisatie of verbinding- namelijk voorbij wat mij betreft. De vraag is overigens of die er ooit geweest is. Kleine opzetjes misschien, felle ook, die echter in de knop zijn gebroken: Theo van Gogh, Ayaan. Vermoord, weggejaagd. Nu zijn er mensen als Leo Lucassen, Francisco van Jole, hele redacties van de publieke omroep, en hun afhankelijke onderafdeling: de BN’ers, die met de kruimels van deze autoritaire structuur genoegen nemen. Het is armoedige moraalterreur on a payroll.
We zijn de discussie voorbij als mijn -terechte- woede over aanslagen de hele tijd maar langs die eeuwige angst voor ‘polarisatie’, ‘islamofobie’, verdeling, verrechtsing, verruwing, en ga zo maar door moet. Want strikt genomen zijn het allemaal geënsceneerde problemen die mensen met zachte bureaustoelen in Amsterdamse grachtenpanden en grote vissenkommen in Brussel bedenken en met liefde veroorzaken door ons in onze eigen schuld te laten geloven. En op die manier worden we -inderdaad- verruwd en verrechts voor dood achtergelaten. Wat nu?
Er is nog maar een manier: niet meer in discussie met de boodschapper die je steeds het gevoel geeft dat je gek bent. Je bent niet gek. #zeghet. Zo werd ik vlak voordat ik begon met dit stukje en nog een beetje mopperend door het huis banjerde, weer eens overvallen door het bekende gevoel dat zich laat samenvatten als: ik mag niet mensen wegzetten, ik mag geen kant kiezen, ik mag niet wij/zij denken. Maar feit is, er valt geen ‘wij’ uit mijn gedachten te halen als er een niet vastomlijnde maar zeker wel te achterhalen ‘zij’ is die ‘ons’ niet moet. Een voorbeeld van hoe die brainwash gaat: de flirtende bouwvakker was eigenlijk altijd mijn vriend. Als hij mijn billen interessant vindt, who cares? Sinds seksisme een ‘gevaar’ is vraag ik me steeds af hoe leuk ik dat commentaar op straat nog vind (zo vaak komt het niet voor hoor). Maar nee, het is okay denk ik dan.
Maar ik moet vechten tegen de aandrang mezelf een probleem aan te praten. Net als dat ik me soms afvraag of ik discrimineer als ik geen straatkrant koop van die donkere man maar gisteren wel die witte jongen twee euro gaf. Gaslighting heet het, een manipulatie methode die door veel mensen die de publieke opinie mede bepalen wordt gebruikt om anderen met een kritisch tegengeluid vleugellam te maken. Het is mentale desoriëntatie, je praat jezelf hún geprojecteerde schuld aan, en nu, nog geen 24 uur na een aanslag merk ik het weer. Zoals na Keulen, na Brussel, na Istanboel. En dat was alleen dit jaar. Ik krijg mijn vijand zo niet goed in het vizier en dat is juist gevaarlijk.
We zijn de discussie voorbij, want allereerst is het nodig om deze patronen en dit gedrag van politici, wetenschappers en journalisten te ontmaskeren, voordat die weer zuiver gevoerd kan worden. Mijn ideeën en gevoelens zijn echt, op kennis en ervaring gebaseerd en ik draag ze bovendien zorgvuldig uit. Mij van alle kanten omsingelen met de boodschap dat wijzen naar islam polarisatie in de hand werkt, Wilders in de kaart speelt en -mijn grote favoriet- de terroristen geeft wat ze willen, accepteer ik niet. Het is manipulatie, en niet eens om de discussie te winnen, maar om mij uit de discussie te weren. Laat Nice in vredesnaam ons een stapje dichter bij dat besef brengen, voordat het ons nog dichter bij meer geweld brengt.