De piloot van de verdwenen vlucht MH370 van Malaysia Airlines heeft voor de ramp thuis met een simulator geoefend op een crash. Zaharie Ahmad Shah liet zijn virtuele toestel in de Indische Oceaan storten nog geen maand voor de Boeing 777 daadwerkelijk ergens in de oceaan verdween.
Dat schrijft het blad New York Magazine (NYM). Het blad baseert zijn artikel op een vertrouwelijk document van de Maleisische politie, die de gebeurtenissen rond ramp onderzoekt.
Op 8 maart 2014 ging de Boeing onderweg van Kuala Lumpur naar Peking, met aan boord 239 mensen. Na ongeveer drie kwartier was er geen contact meer met het toestel.
Maleisië heeft de Amerikaanse federale recherche FBI de harddrives gegeven die Zaharie gebruikte om zijn simulatiepraktijken op te zetten. De FBI ontdekte zes data-eenheden van het programma Microsoft Flight Simulator X, die waren gedeletet. Die datagegevens brachten de virtuele crashpogingen in beeld.
De data laten zien dat Shah een vlucht nabootste die vertrok vanuit Kuala Lumpur, vervolgens over de Straat Malakka vliegt, dan links naar de Indische Oceaan draait en doorvliegt tot de brandstof is verbruikt. Onderzoekers zien overeenkomsten, hoewel de werkelijke route voor zover die kon worden getraceerd, op een bepaald moment afweek van de simulatie.
Er waren al enige tijd geruchten dat de FBI dergelijke gegevens had, aldus NYM.
De piloot was al geruime tijd verdachte, maar hard bewijs ontbrak. Ook nu is het nog niet zo dat de oorzaak van de ramp formeel is bewezen.
Juist afgelopen week maakten Australië, Maleisië en China bekend dat ze het beoogde zoekgebied geheel hebben bekeken. Het zoeken naar de vliegtuigresten is daarmee voor onbepaald tijd gestaakt.
ANP