Achtergrond

De tabaksindustrie en haar zogenaamde strijd tegen kinderarbeid op tabaksplantages

29-07-2016 17:29

“Stefan Giffeler aangesteld als lobbyist van Philip Morris in Berlijn”, meldt een persbericht van een paar weken geleden.  Giffeler, die lange tijd woordvoerder was voor de SPD, de sociaaldemocratische partij, is in Duitsland geen onbekende. Voor hij de overstap naar Philip Morris maakte, was hij woordvoerder van ILO, de International Labour Organization. ILO is onderdeel van de Verenigde Naties. Deze organisatie houdt zich bezig met werk en werkomstandigheden in de honderdzevenentachtig aangesloten lidstaten.

Hoe opmerkelijk de overstap voor veel mensen misschien ook lijkt: Giffeler is allesbehalve de enige die van de ILO naar Philip Morris is overgestapt – of andersom. Neem Hervé Berger. Hij verblijft tegenwoordig in Kaboel, Afghanistan, waar hij de ILO vertegenwoordigt. Daarvoor werkte Berger in Geneve voor ILO. En daarvoor? Toen werkte hij voor Philip Morris.

Niet alleen de combinatie ILO en Philip Morris (of een andere tabaksgigant) levert op LinkedIn de nodige ‘hits’ op. Dat geldt ook voor de combinatie ‘tabak’ en ‘Save the Children’, een van de oudste internationale kinderhulporganisaties. Simone Sgueo, manager van Save the Children Italië, werkte daarvoor voor Philip Morris. Maar ook Mimi Buchsteiner (München) Sidra Khan (Pakistan) of Monica Perez Arias (Argentinië) vonden het ethisch goed te verdedigen om van Save the Children over te stappen naar Philip Morris of naar een andere tabaksgigant.

Het is bekend dat tabaksfirma’s hoge salarissen betalen. Vooral in Amerika en Europa wordt het, vanwege het negatieve imago van de tabaksindustrie, steeds moeilijker om aan (geschikt) personeel te komen.

‘Verhinderd moet worden dat ILO het anti-roken programma van de WHO gaat steunen’

Geld zal voor de ‘overstappers’ dus ongetwijfeld een rol spelen. Maar voor de tabaksindustrie zélf is het binnenhalen van voormalig ILO-personeel onderdeel van een bewuste strategie. Men is al jaren bezig met het aanhalen van de banden met ILO. We weten dat dankzij de zogenaamde Truth Tobacco Industry Documents, stukken die de tabaksindustrie heeft (moeten) overhandigen en openbaar maken ten gevolge van vele rechtszaken die de afgelopen jaren in de Verenigde Staten zijn gevoerd.

Al in 1988 schrijft Philip Morris in een intern document dat “verhinderd moet worden dat ILO het anti-roken programma van World Health Organization (WHO) gaat steunen.” De reden mag duidelijk zijn. ‘Bondgenoot‘ van de tabaksindustrie zijn de meer dan 100 miljoen arbeiders in de tabaksindustrie, die merendeels onderbetaald het zware werk doen op tabaksplantages, en die mondiaal vertegenwoordigd worden door ILO. Voorkomen moet worden, aldus de tabaksindustrie, dat ILO in het anti-roken kamp van de WHO terecht komt. ILO en WHO zijn beiden VN-organisaties.

Bijna dertig jaar later blijkt dat streven aardig te zijn gelukt. De ILO verkondigt al jaren dat ze niets heeft tegen anti-roken maatregelen, maar dat “de toekomst van kwetsbare groepen zoals migranten, vrouwen en kinderen en etnische minderheden en tribale indianengemeenschappen die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van tabak ook in overweging moet worden genomen”.

Het ILO gebruikt als argument dat er te weinig gedaan is om tabaksboeren in ontwikkelingslanden een alternatief te bieden. Dat was ook de reden om te waarschuwen tegen de consequenties van het invoeren van de WHO-richtlijnen tegen roken, de WHO Framework Convention on Tobacco Control (WHO FCTC).

Openlijke banden met de tabaksindustrie zijn dan nog niet bekend. Maar in mei 2015 kondigt ILO aan dat men een overeenkomst heeft gesloten met de “ECLT Foundation” om in Malawi, Tanzania en Oeganda “gevaarlijke” kinderarbeid op tabaksplantages tegen te gaan en “veiligheids- en gezondheidsregels” in te voeren.

Prima dat de ILO opkomt voor kinderen die in Afrika en elders in de tabaksindustrie werken en daar de akelige gevolgen van ondervinden. Veel kinderen lijden tijdens de oogst aan nicotinevergiftiging. Maar de gevolgen van kinderarbeid op de plantages, hoe akelig ook, staan natuurlijk in geen verhouding tot de zes miljoen doden die er wereldwijd per jaar vallen als gevolg van roken.

Stichting ter Eliminering van Kinderarbeid in de Tabaksteelt –mantelorganisatie van de tabaksindustrie

Wie of wat is de Eliminating Child Labour in Tobacco Growing Foundation, waarmee het contract werd gesloten? De ILO legt het niet uit. Ook op de website van ECLT is het nog wel even zoeken vóór duidelijk wordt dat Philip Morris, British American Tobacco, Imperial Tobacco, Japan Tobacco plus een aantal grote tabakstelers “Board Members” zijn, tevens financiers. Met als “board adviseurs” ILO én Save the Children. De “kinderprojecten” van de ECLT (voornamelijk schooltjes waar kinderen na de tabakspluk les krijgen en een extra boterham; Growing Up Right noemt men dat) worden uitgevoerd door (lokale) Save the Children–organisaties. Niet alleen in Malawi, Tanzania en Oeganda, maar ook in Zuid-Amerika schieten de tabaksschooltjes die Save the Children gesubsidieerd door de tabaksindustrie runt als paddestoelen uit de grond.

De relatie tussen ECLT en de tabaksindustrie mag dan moeilijk te vinden zijn, dat neemt niet weg dat men ondertussen schaamteloos ‘adverteert’ met ILO en met Save the Children. Zo ‘viert’ Philip Morris tegenwoordig ‘World Health and Safety at Work Day’ net als ‘World Day against Child Labour’ met gebruikmaking van het ILO-logo en dat van Save the Children.

Dankzij tabak hebben wij leren lezen en schrijven!

De tabaksindustrie braadt nog veel meer boter uit de overeenkomst met ILO en met Save the Children. De resultaten van het “proefproject” tegen kinderarbeid in Afrika mogen worden toegelicht op de vierde Global Child Labour Conference te houden in Argentinië in 2017. Internationale wetenschappelijke congressen zijn voor de tabaksindustrie een beproefd middel om het imago op te poetsen. In Argentinië zullen ongetwijfeld blakend gezonde Afrikaanse kinderen ten tonele worden gevoerd, die dankzij tabak hebben leren lezen en schrijven! Op dezelfde manier zijn in het verleden aidspatiënten ingezet. Overheden zouden met de strijd tegen AIDS wel iets beters aan hun hoofd hebben dan het ontmoedigen van roken, aldus de tabaksindustrie. Lange jaren werd die boodschap van harte ondersteund door dik met tabaksgeld gesteunde AIDS-groepen.

Met het werkelijk uitbannen van kinderarbeid in Malawi zou niet meer dan 10 miljoen dollar gemoeid zijn

Het woord “mantelorganisatie” voor de ECLT is voor zover bekend voor het eerst gebruikt door de Australische wetenschapster Marita Hefler.  Welk ander nut dan het oppoetsen van het eigen imago dient de ECLT tenslotte?

Hefler wordt in die opvatting gesteund door collega wetenschappers. Als ECLT serieus werk zou maken van het uitbannen van kinderarbeid in de tabaksindustrie kost dat een fractie van de enorme winsten die met tabak worden gemaakt. Met het verbieden van kinderarbeid op de tabaksplantages in Malawi en het invoeren van fatsoenlijke werkomstandigheden voor volwassenen zou een bedrag van niet meer dan  10 miljoen dollar gemoeid zijn, aldus onderzoek.

Waarom Save the Children zichzelf heeft uitgeleverd aan de tabaksindustrie werd een paar jaar geleden door de Britse media onthuld. Save the Children laat de oren hangen naar grote sponsoren, zoals energiebedrijven, de farmaceutische industrie maar ook de tabaksindustrie. Een kritische houding tegen grote geldschieters is not done, vertelde de voormalige woordvoerder van Save the Children.

Save the Children was gewaarschuwd

De organisatie houdt graag het imago hoog van een club van hardwerkende vrijwilligers die het geld met dubbeltjes en kwartjes bij elkaar moet zien te schrapen. In werkelijkheid is het een multinational met een omzet van ruim $2 miljard, grotendeels afkomstig van overheden en het grote bedrijfsleven. De CEO van Save the Children International, Helle Thorning-Schmidt, tot vorig jaar zomer premier van Denemarken, verdient maar liefst $344.887,- per jaar. https://www.savethechildren.net/statement-ceo-pay Een heel normaal, ‘marktconform’ bedrag vindt men zelf.

De methodes waarvan de tabaksindustrie zich bedient, zijn overigens allesbehalve nieuw. De World Health Organisatie schrijft daarover dat men moet oppassen voor “pogingen van de industrie om het imago op te poetsen door zich voor te doen als zich maatschappelijk verantwoordelijk gedragende ondernemingen”. Vooral “goede doelen” worden daarvoor ingezet.  Save the Children was kortom gewaarschuwd.

Dit artikel verscheen ook op TabakNee