Je weet dat de wereld naar de klote is wanneer je met nostalgie terugdenkt aan de tijd dat enkel de Taliban de slechteriken waren als the good old days. Zaterdag 23 juli bliezen twee ISIS fanaten zich op te midden van een vreedzame demonstratie van Hazaras in Kabul. Duizenden van deze sjiitische moslim minderheid waren in de hoofdstad bijeengekomen om te protesteren tegen de omleiding van een geplande elektriciteitskabel vanuit Turkmenistan naar Kabul die volgens de nieuwe plannen Bamyan, een Hazara provincie in de centrale hooglanden van Afghanistan, zal omzeilen. Met 80 doden en 231 gewonden was het de dodelijkste aanval sinds 2001 en de eerste grootschalige aanval van ISIS in het hart van de stad.
Ik woon in een sjiitische, veelal Hazara, buurt van Kabul. Mijn buurjongentje Ali, die met onvermoeid enthousiasme op de achterkant van de auto springt en de ruitenwisser er vanaf probeert te draaien elke keer als ik naar huis rij, was met zijn broers bij de demonstratie. “We waren met z’n allen samen, toen hoorde ik een knal en ieder begon te rennen en te schreeuwen.” Ali raakte zijn broers in de chaos kwijt. “Pas toen ik thuis kwam zagen we elkaar weer.” De familie is in shock, de laatste paar dagen heb ik Ali niet meer achter de auto aan zien rennen.
Met afgrijzen keurde de Taliban de aanval af en noemde het ‘een plot om een burgeroorlog te ontketenen’. Dat gaf best een geruststellend gevoel. De Taliban, en Afghanen in het algemeen, moeten weinig hebben van ISIS met zijn buitenlandse vechters en internationale ambities. Sinds de komst van ISIS een jaar geleden doet de overwegende Pasjtoen Taliban, enigszins op de teentjes getrapt door de nieuwkomers, zelfs zijn best om de etnische geschillen tussen de Pasjtoens, Tajiks, Uzbeken en Hazaras te overstijgen.
Het brein achter de aanval was volgens Afghanistans veiligheidsdienst Abul Ali, een ISIS-strijder actief in het oostelijke Nangarhar. Mijn goede vriend Bismillah nam vorige week nog gulab jamun, deegballetjes gedrenkt in suikersiroop, voor me mee vanuit deze provincie op de grens met Pakistan. Hij vertelt over gevechten vlak bij zijn geboortedorp in de bergen waarbij de Taliban ISIS soldaten met man en macht te lijft gaat. Voor Bismillah is de oplossing voor Afghanistans veiligheidsproblemen duidelijk: “Laat ze elkaar maar afmaken.”
De jongen op de foto is niet het buurjongetje in kwestie. De foto is genomen kort na de aanslag.