Het geleuter over sport heeft sinds enkele jaren epidemische vormen aangenomen. Dat het in de kroeg en op familiebijeenkomsten altijd al een geliefd gespreksonderwerp was moge duidelijke zijn, maar nu hebben ze in de media, en dan vooral bij de TV, ontdekt dat lullen over sport een gouden combinatie van eigenschappen in zich herbergt: je hebt slechts een paar meubels en een kartonnen wandje nodig om het te kunnen maken (lekker goedkoop) en er zijn altijd wel een paar honderdduizend chronisch uitgebluste aardappelzakken, die er hun avond mee willen vullen (goede kijkcijfers). Met de Olympische Spelen in volle gang, zou je voor de grap eens moeten meten hoe de duur van reële sportbeelden zich verhoudt tot de tijdsduur dat erover gepraat wordt. Het zou zomaar eens een verhouding 1:5 of 1:10 kunnen opleveren.
Een waardige poging om de sportclichés te lijf te gaan, inclusief de bijbehorende prietpraat, is het boekje ‘Stalen zenuwen’ (ondertitel: ‘hoe topsporters presteren onder druk – en wat jij daarvan kunt leren’) van wetenschapper en journalist Ger Post. Wie dit boekje goed leest, komt iets over sport te weten wat onder invloed van dat voortwoekerende sportgelul uit beeld dreigt te raken, namelijk dat sport vooral een ervaringsfenomeen is. En dat al die sportjournalisten, -psychologen, -coaches en –commentatoren een gilde van parasieten is, dat op de rug van de topsporter makkelijk consumeerbare simplificaties over de essentie van een topsportprestatie debiteert.
Het aardige van het boekje ‘Stalen zenuwen’ is, dat het geen vervelende opsomming is of een betoog dat zich een x-aantal pagina’s één kant op beweegt: naar het onomstotelijke gelijk van de auteur. Nee, in ‘Stalen zenuwen’ imiteert de auteur een inzoomende camera, dat wil zeggen: hij pakt een aantal pregnante situaties uit de recente topsportgeschiedenis (onder meer de foutieve wissel van Sven Kramer in Vancouver, 2010) en stelt daarop scherp. Dat leest niet alleen lekker. Het levert ook intrigerende informatie op over hoe de mens, in dit geval de topsporter (of diens coach), zich onder grote druk gedraagt. Ger Post haalt daarbij, zoals gezegd, enkele clichés overtuigend onderuit, zoals de topsporter die ‘op het cruciale moment boven zichzelf uitstijgt’ (statistisch heel vaak onwaar), ‘dat er op penalty’s niet te trainen valt’(fatalistisch alibi om je niet in de praktijk van een goed genomen penalty te hoeven verdiepen) en ‘dat werken aan zelfvertrouwen altijd goed is’ (nee, want zelfvertrouwen kan ook een bubbel zijn waarin je alertheid wegzinkt). Het zijn deze contra-intuïtieve conclusies die ‘Stalen zenuwen’ ruimschoots de moeite waard maken om te lezen. En als je, na lezing, de conclusie trekt dat al dat sportgezeik in de media dus grotendeels op drijfzand berust (dan wel op roddel, rancune en achterklap), kan dit boekje zomaar het begin zijn van een persoonlijke renaissance, dat wil zeggen: de tijd die je tot dusver ‘verdeed’ aan Johan Derksen, René van der Gijp en Jan en Youri Mulder gaan gebruiken voor, laten we zeggen, minder voorgekauwde ongein.
Helaas toont de uitgever, of de auteur zelf, weinig fiducie in de volwassenheid van het lezerspubliek. Niet alleen wordt de opgediste kennis in een groot aantal kekke, kleine subhoofdstukjes opgedeeld, alsof je een kinderboek in handen hebt. Ook werd het kennelijk nodig gevonden om de inhoud van al de hoofdstukjes vervolgens, helemaal aan het eind, nog eens puntsgewijs te herhalen onder het kopje ‘Stalen inzichten’, waardoor het in principe ook mogelijk is dit hele werkje in twee minuten door te bladeren. En bij de eerstkomende verjaardag goede sier te maken met de meest opvallende inzichten en conclusies, op grond, dus, van twee minuten leestijd. ‘Stalen zenuwen’ is, ondanks de interessante kijk op topsport, dus een werkje dat diep door de knieën gaat om toch maar in de soundbite cultuur te passen.
In zijn volgende boek mag Ger Post, wat mij betreft, wat eerlijker uitkomen voor zijn eigen geleerdheid en baanbrekende inzichten, en meer pagina’s inruimen voor het uitleggen daarvan. Nu gaat de boeiende inhoud gebukt onder een vederlichte en kinderlijke vorm, waarbij een babbeltjesprogramma als Voetbal Inside zowat gunstig afsteekt.
‘Stalen zenuwen’, Ger Post, Maven Publishing, 190 pagina’s, 18,- euro