CDA-Tweede Kamerleden Pieter Omtzigt, Raymond Knops en Michiel Rog constateren toegenomen spanningen in Turkije maar ook onder Nederlandse Turken, en stellen daaromtrent Kamervragen aan de Minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders, de Minister van Onderwijs Jet Bussemaker en de Minister van Justitie Ard van der Steur. De vragen bestrijken onder meer het GroenLinks gemeenteraadslid uit Gorinchem, Ilhan Tekir, die openlijk Erdogan-sympathisant is, en de situatie op Nederlandse scholen, waar de Erdogan-Gülen-controverse reden tot zorg is.
Uit de motivatie bij de vragen:
De spanningen lopen ook in Nederland op. Vooral de uitlatingen van de Turkse consul-generaal in Rotterdam dat Hizmet-aanhangers (Hizmet is een andere term voor de Gülenbeweging, AN) terroristen genoemd kunnen worden, ook in Nederland, en zijn bedekte oproep tot een boycot baren grote zorgen. De Nederlandse regering zegt eerdere haar zorgen aan Turkije overgebracht te hebben dat de conflicten niet naar Nederland moeten overslaan. Deze uitspraken en het weigeren van gesprekken draagt daar niet aan bij.
Minister Koenders riep mensen op om aangifte te doen. Wij zijn benieuwd hoe vaak dat gebeurd is en vooral of dit al tot aanklachten, vervolging of straf geleid heeft. Bij Oud en Nieuw of bij voetbalwedstrijden worden mensen vaak bijna onmiddellijk bestraft. Gebeurt dat hier ook, vragen wij ons af?
Binnenkort beginnen ook de scholen en universiteiten in Nederland weer. De spanning dient daarom niet naar de scholen, de onderwijzers en wetenschappers over te slaan. De Erasmusuniversiteit heeft al een meldpunt voor Turkse academici die teruggeroepen worden. Die universiteit neemt in ieder geval voorzorgsmaatregelen. Wij willen dat dit ook elders gebeurt, zodat dit conflict niet de Nederlandse klaslokalen binnenkomt.
De uitlatingen van de Turkse ambassadeur Sadik Arslan over Gülenisten vielen al eerder vrijwel Kamerbreed in verkeerde aarde, van PVV tot PvdA spraken Kamerleden hun verontwaardiging uit.