Closereading the unreadable: ‘Ik ben wie ik ben door mijn traject dat ik heb afgelegd’

18-08-2016 13:53

Stuit ik me daar ineens op een misgeboorte, dat wil je niet weten. Werktuigelijk surfend tussen XHamster en Pornhub bleef mijn computer op enig moment hangen op het Belgische antiracismeplatform KifKif.be dat in het kader van het door dit platform georganiseerde ‘Summer school Gender & Superdiversiteit’ een ondoorgrondelijk vraaggesprek publiceerde met cultuurwetenschapper Ico Maly.

Mijn aanvankelijke ergernis bij het lezen van dit vraaggesprek maakte allengs plaats voor een merkwaardige genotsensatie want hoe vaak dient de gelegenheid zich nu helemaal voor om je vaardigheden als luizenpapa nu ook voor TPO in praktijk te brengen? Geen dank alvast.

Soort Gloria Wekker

Maly (1978), die kantoor houdt in Tilburg University als docent ‘New Media and Politics‘, is tevens doctor in de cultuurwetenschappen, hoofdredacteur van Diggit Magazine en in het bezit van een licentiaat in de Vergelijkende Cultuurwetenschappen met een inhoudelijke spanwijdte dat varieert van ‘beeldvorming, media, identiteitsvorming, racisme, nationalisme, (super)diversiteit’ tot ‘democratie en de strijd voor vrijheid en gelijkheid.’

Een soort Gloria Wekker dus, maar dan man en minus de dreads. Maar waar Wekker nu en dan nog de schijn van academische integriteit weet voor te wenden, maakt Maly zich schuldig aan wat ik eclectisch opportunisme zou willen noemen, dat wil zeggen het bijeenschrapen en op een grote hoop gooien van alle mogelijke onderwerpen, en die dan met een grote verongelijktheidslepel samenroeren.

Superduperdiversiteit

Het resultaat?  Een volstrekt zouteloos betoog voor ‘superdiversiteit’ (hetgeen ik op zijn beurt zou willen omdopen tot het gezelliger klinkende superduperdiversiteit. Mag dat? Ja, dat mag!). Typisch het soort interessantdoenerij waar hij misschien ontvankelijke studenten voor zich weet in te nemen, maar die in de grote mensenwereld nauwelijks serieus te nemen is, en al helemaal niet in academische kringen waar immers de breinen der toekomst worden vormgegeven. Lees deze taalparel bijvoorbeeld eens, die Maly eerder deze maand vervaardigde voor zijn eigen blog:

 

“We hoeven nochtans niet veel moeite te doen om uitspraken van onze politici, journalisten en academici te vinden over  ‘de moslims’, over ‘vreemdelingen’ en ‘de migranten’ (en de daarbij horende subthema’s) als bedreigingen voor onze samenleving. We hoeven niet veel moeite te doen om uitspraken te lezen als ‘racisme is relatief’, over ‘de bedreigende natuur van de islam’ en het feit dat we zoveel mogelijk migranten moeten stoppen aan onze grenzen. Dat we ‘onze waarden moeten verdedigen’ tegen hen. Dat we hen moeten beschaven en integreren. En nu doen, alsof al die vormen van elite racisme, geen impact hebben. Om nu de handen in onschuld te wassen en een morele veroordeling uit te spreken is net iets te makkelijk.”

 

En dat staat voor de klas!

‘Geïnstitutionaliseerd eliteracisme’

In zijn schrijfsels bedient Maly zich herhaaldelijk van soortgelijke vaagtaal, en vliegen de gemankeerde taalconstructies je om de oren met een snelheid waar raadsbaard Mohammed Enait nog een puntje aan kan zuigen. Zeer onwetenschappelijk klinkende begrippen als ‘geïnstitutionaliseerd eliteracisme’ vliegen je om de oren met de vanzelfsprekendheid die je bijna aan jezelf doet twijfelen (ben ik nou gek, of is hij het?).

Zulk dilettantisme mag je misschien verwachten van een willekeurige anti-blackface activistenclubje, maar niet van iemand in het bezit van een spreekmandaat op één van de grootste openbare universitaire instellingen van het land. Als je niet beter zou weten zou je denken dat er een denker schuilgaat achter deze als intelligent beredeneren vermomd gaande collectie dooddoeners, alles keurig geclusterd in een zelfbedacht academisch tiener-geheimtaaltje dat bovendien leest als het verkiezingsprogram van DENK. De taalpurist  herkent hierin direct het onvermogen om een gedachte helder te krijgen, laat staan deze op een min of meer begrijpelijke manier over de bühne te brengen.

Maly:

 

“Als je kijkt naar de machtshebbers, ziet het er niet hoopgevend uit. Dat is al sinds de jaren ’90 zo en het wordt erger: we zitten in een periode van neoliberale nationalistische hegemonie. We leven in angstaanjagende tijden.”

 

Wat ook angstaanjagend is, is het lukrake gebruik van zulks non-descripts als ‘de machthebbers’: een non-lokale verzamelterm die de indruk van professioneel vakmanschap moeten wekken maar in feite een schot in het donker is, want hoezo DE machthebbers?

‘Submoleculair niveau’

Vermakelijk hoor, daar niet van, maar nauwelijks serieus te nemen door grote mensen in de grote mensenwereld. Een beetje autodidact met een licht activistische inborst kan zich deze non-taal toe-eigenen; voeg daar een snufje verbeeldingsvol opportunisme aan toe vergezeld van een theelepel morele verongelijktheid en je krijgt taalvondsten om je vingers bij af te likken, zoals ‘superdiversiteit gaat voor ons over de kwalitatieve dimensie’, ‘we moeten als het ware naar een submoleculair niveau gaan kijken’ en ‘de politiek om die details te managen nemen een cruciale plaats in onze identiteitsvorming’,  etc.

Of neem de openingszin van het vraaggesprek:

 

“Ik begrijp diversiteit binnen het paradigma van superdiversiteit. Laat me dan ook eerst superdiversiteit uitleggen: klassiek verwijst superdiversiteit naar de diversificatie van diversiteit.”

 

Wat onze antropoloog hier zegt of lijkt te zeggen, is: ik weet het ook allemaal niet dus laat ik mijn arm maar zo diep mogelijk begraven in de grabbelton van academisch klinkende begrippen, dan komt er vast wel iets reuze-interessants naar boven. Op enige intellectuele oorspronkelijkheid heb ik de man in ieder geval niet kunnen betrappen, net zo min als op het vermogen onderscheid te maken tussen activisme en wetenschappelijke integriteit, waarbij gelijk moet worden aangetekend dat mijn kennis van de moderne scholastiek beperkt is tot de eerste twee semesters milfologie die ik met bovenmenselijke discipline tot een goed einde probeer te brengen (HBO-denkniveau). Misschien is dat de reden dat de volgende uitspraak volledig boven mijn pet gaat:

 

“Migratie wordt (dan) begrepen als een bedreiging van die samenleving. Dit staat haaks op de realiteit van superdiversiteit, waarin we allen identiteit produceren in translokale niches.”

 

Transdiverse minions

Niet bepaald een 21ste eeuwse Erasmus, zullen we maar zeggen, maar een feest voor elke taalnazi. Trouwens: wil iemand zijn translokale niche ruilen voor de mijne? Dan krijg je mijn collectie transdiverse minions er gratis bij!

 

“Wat je vandaag ziet, zoals Occupy Movement vanaf 2008, Podemos, Corbijn, Hart boven Hard, Bernie Sanders enzoverder, dat is een gevolg van de nieuwe activistische mediabewegingen zoals IndyMedia en de andersglobalisten. Deze bewegingen zijn allemaal genetwerkt en proberen zich ook zo goed mogelijk te mobiliseren. Vraag is nu, wanneer we van netwerk overgaan naar meer structurele organisatorische vormen van strijd.”

 

‘Structurele organisatorische vormen van strijd’. Hmm. Goed. Een activist dus.

Vlaamse middenklasseman

Maar zelfs van een activist mogen we toch in elk geval verwachten zijn zaak onder woorden te brengen in een min of meer afgewerkte vorm van mondelinge dan wel schriftelijke communicatie. Wat dacht je bijvoorbeeld van deze beauty:

 

“Superdiversiteit gaat over diversiteit maar het duidt de heel andere grootorde. Het brengt het globale perspectief binnen. Onder het multicultureel paradigma ben ik een Vlaamse middenklasseman. Veel meer dan dat is er niet. Maar je weet niets over mij. Als je mij wil begrijpen dan moet je heel mijn leven kennen. Al die grote labels om mij te beschrijven, zeggen niets over mij.”

 

Over labels:

“Daar ben je niets mee. Dat is een fictieve realiteit…”

 

How do you like them apples?

 

“Diversiteit is de realiteit. Ik ben wie ik ben door mijn traject dat ik heb afgelegd. Ik heb het voordeel dat ik vanuit een geprivilegieerde positie mijn identiteit heb kunnen opbouwen, terwijl anderen dat niet hebben kunnen doen. Als we kijken naar diversiteit, moeten we ook altijd kijken naar macht en ongelijkheid. Er is diversiteit, maar niet alles is gelijk. Sommige identiteitsaspecten triggeren uitsluiting (socialist, moslims,.. ) en anderen insluiting (Vlaming, Vlaams-nationalist, …) binnen bepaalde contexten.”

 

Binnen bepaalde contexten kun je dit taalkundige spinrag ook zien als quasiwetenschappelijke vaagpraat, maar daar hoor je mij ook niet over…of wacht!