“We zijn destijds, onder invloed van de populisten, wellicht te ver gegaan in onze aanval op de kunstsubsidies.” Met die woorden probeerde Enschedese VVD-lokalo wethouder Jeroen Hatenboer te slijmen tegen de verzamelde, zogenaamd kapotbezuinigde cultuursector na afloop van de UITmarkt. U weet wel, dat babyboomer-cultuurspektakel in Amsterdam waarvoor het hele Museumplein dagenlang is volgebouwd met ettelijke state of the art podia, en dat kan omdat de kunsten bakken met gratis UwGeld krijgen in Nederland er nog net af in de afgeknepen sector.
VVD-er Halbe Zijlstra bezuinigde, volkomen terecht, 300 miljoen euro op kunst en cultuur. Dit leidde destijds tot potsierlijke protesten van verwende kunstenaars die serieus van mening waren dat een land zonder gesubsidieerd Zuid-Oeigoers neusfluitensemble en met maar 94 philharmonieke orkesten met rasse schreden afglijdt naar het fascisme. Of zo iets.
Dit bleek natuurlijk onwaar, niemand mist dingen als ‘Orkater’ (wat?) of dissident pantomimespel over de Tibetaanse bezetting door een professioneel zeventienkoppig gezelschap monniken in ballingschap. Maargoed, Hatenboer moest dus naar de UITmarkt en namens de VVD zieltjes winnen onder sowieso al extreemlinkse cultuurtypes, dus kwam hij met een Ruttiaans ‘sorry’ en gaf de schuld uiteraard aan ‘de populisten’. Oftewel de PVV. Als er nou toch iets desperaat en populistisch overkomt is het dat wel, en het is dom bovendien. Want als de VVD landelijk zetels wil afsnoepen van de PVV, zullen ze onzinsubsidies voor met name podiumpotsenmakerij moeten blijven schrappen.
Iemand nog een Mars der Beschaving?