“Wilders geniet er dus van als een vrouw wordt gedwongen zich in het openbaar uit te kleden en zet zichzelf zo als een oude geile gluurder te kijk. Maar misschien is dat wel iets dat hij met zijn vetbuikige Tokkie-achterban van kalende blanke zestigers deelt, die ook niet meer op normale wijze aan hun gerief kunnen komen.”
Het ziet er natuurlijk niet uit, zo’n boerkini. Die verandert een vrouw in een soort teletubbie. En het lijkt mij tamelijk ongemakkelijk om zo te water te gaan. Gekleed zwemmen herinner ik mij uit mijn jeugd als het meest afgrijselijke onderdeel van alle verplichte verrichtingen voor het behalen van het zwemdiploma A. Maar als de bestrijding van alle rare en ongemakkelijke kledij een staatszaak wordt, dan kan de Franse variant van de Iraanse kledingpolitie nog wel even bezig blijven.
De boerkini is geen boerka die het gezicht van de draagster bedekt, en valt daarmee in een andere categorie. De bij het verbieden van de boerka nog terecht – vanwege de onherkenbaarheid van de dra(a)g(st)er – aangevoerde argumenten van anonimiteit en onveiligheid gaan niet op. Zeker: het getuigt van verregaande preutsheid om je alleen geheel van top tot teen gekleed – met slechts gezicht en handen ontbloot – in de openbaarheid te willen begeven, en zeker als dat geldt voor het strand.
Waarbij overigens de vraag is, of het beoogde effect wordt bereikt – een natte boerkini accentueert, zoals enkele dezer dagen gepubliceerde foto’s illustreren, de vrouwelijke contouren soms juist extra. Dat wisten overigens al de oude Egyptenaren: in de tijd der farao’s werden vrouwen vaak in natte of nat lijkende gewaden afgebeeld, waardoor die niets meer verhulden.
Rare, preutse badkledij voor vrouwen: wie oude foto’s van het strand van een eeuw geleden ziet stuit ook voor Zandvoort op niets anders. En zoals er in streng-islamitische kring gezeurd wordt over de lengte van hoofddoekjes, zo gebeurt dat in streng-gereformeerde kring over de lengte van rokken. Daar bestaan op sommige reformatorische scholen zelfs zeer strikte normen voor. En wat dacht u van die halachische joden met hun pijpenkrullen voor mannen en pruiken voor vrouwen?
Overigens leidde zowel de minirok als de bikini indertijd bij hun komst ook bij keurig-autochtone Nederlanders tot menige opgetrokken wenkbrauw. In de NRC verscheen een tijdje terug een interview met een orthodoxe predikant uit een of ander Zeeuws gehucht. Die beschouwde de islam als een groot gevaar, maar moest moslims één ding nageven: ze zorgden er tenminste wel voor dat hun vrouwen en meisjes er fatsoenlijk bijliepen – met lede ogen bezag hij de verwording in eigen kring.
Verplicht bloot op het strand: dat wordt, als dat wettelijk geregeld moet worden, beslist interessant. Geldt dat ook als het vriest, of komen er maximumtemperaturen voor een lange broek in de wet? Mag je iets extra’s aantrekken als het plots harder gaat waaien? Bas van der Schot publiceerde 26 augustus in De Volkskrant een prent met een man op een handdoek die van top tot een in surfpak was gehuld en werd aangesproken door de modepolitie: “In naam der vrijheid: uitkleden”.
Cruciaal is in een rechtsstaat namelijk dat bepaalde handelingen toegestaan of verboden zijn onafhankelijk van de motivatie. Gelijkheid voor de wet betekent dat ieder, gelovig of ongelovig, hetzelfde mag of niet mag. Dus als de een gekleed mag zijn, mag de ander dat ook. Eén ding zouden daarbij overigens tenminste die vurige feministen moeten appreciëren die op andere momenten over halfblote stoeipoezen in autoreclames klagen: de boerkini reduceert de vrouw in elk geval niet tot seksobject.
In de Britse Daily Mail verscheen een paar dagen terug een fotoreeks waarop was te zien hoe Franse agenten een vrouw sommeerden zich publiekelijk uit te kleden. “Fantastisch”, twitterde Geert Wilders bij het zien van die scène.
Laat dat woord even tot u doordringen: ‘Fantastisch’. Wilders geniet er dus van als een vrouw wordt gedwongen zich in het openbaar uit te kleden en zet zichzelf zo als een oude geile gluurder te kijk. Maar misschien is dat wel iets dat hij met zijn vetbuikige Tokkie-achterban van kalende blanke zestigers deelt, die ook niet meer op normale wijze aan hun gerief kunnen komen.
Een staat die haar burgers tot in detail gaat voorschrijven hoe zij zich moeten (uit)kleden: dat lijkt mij meer iets voor een totalitaire theocratie dan voor een liberale democratie.
Dat wil niet zeggen dat er met die boerkini’s helemáál geen probleem bestaat. Maar dat probleem is hetzelfde als met preutse kledij in orthodox joodse of protestantse kring: het probleem van de groepsdruk, de angst door afwijking van de norm buiten de eigen groep te vallen. Een norm die, als gevolg van de patriarchale cultuur in die kring, voor vrouwen meestal door mannen wordt bepaald – en vervolgens door veel vrouwen is verinnerlijkt. Ook boerkadragende vrouwen stellen dat zij geheel vrijwillig die keuze hebben gemaakt. Soms zal dat zo zijn, soms niet – het valt alleen moeilijk te controleren. Als je namelijk feitelijk weinig keus hebt dan wil je vaak uiteindelijk ‘zelf’ wat je toch al moet.
De vrouw moet kuis zijn en geen aanstoot geven: zoals orthodoxe protestanten wèl kabaal maken over de lengte van rokken voor meisjes maar niet over die van korte broeken voor jongens, moeten orthodoxe moslima’s er van hun mannen zwaar omhuld bijlopen waar zij zelf rustig hun blote bast tonen. Daar zit vanzelfsprekend iets scheefs – maar kan men emancipatie met geweld afdwingen?
Wel zal de overheid altijd op één ding alert moeten blijven: dat fanatieke gelovigen niet proberen hun benepen normen aan buitenstaanders op te dringen. In Frankrijk staan om die reden twee groepen moslima’s tegenover elkaar: zij die het recht claimen om een hoofddoek te dragen en zij die op een verbod aandringen omdat zij anders óók – om niet voor hoer en nepmoslim te worden gescholden – door hun omgeving gedwongen zullen worden er eentje te dragen.