De plattelandsroman is een genre dat vrijwel zeker gedoemd is naar zijn einde te hobbelen, al valt er incidenteel nog wel een lichtpuntje te noteren, zoals Gerbrand Bakker met de hit ‘Boven is het stil’ (2006). Deze onafwendbaar lijkende neergang heeft niet zozeer te maken met het lezerspubliek – dat juist wel pap lust van een zekere nostalgie, ouderwetse authenticiteit en ongerepte beelden aangaande wuivend koren, wiekende molens en blozende melkmeisjes – maar met het schrijversgilde, waarvan de leden in het platteland toch vooral een voorbije wereld zien en zelf vrezen om, samen met dat platteland, vanaf de eerste zin diep in de stoffige archieven te belanden. Zo niet VPRO-porgrammamaker Mathijs Deen (1962). Hij schreef in 1997 de plattelandsroman ‘Moeder doen’, dat onlangs bij Thomas Rap onder de titel ‘Onder de mensen’ werd heruitgegeven.
Alleen al de naamkeuze van de hoofdpersoon, boer Jan, is een sterke indicatie dat Deen vast van plan is geweest zijn roman diep in de plattelandse klei te laten wegzakken. Dat is gelukt. Het wemelt in ‘Onder de mensen’ van weidse vergezichten en natuurbeelden, vooral degenen in de onmiddellijke omgeving van de boerderij van boer Jan worden uitvoerig beschreven, en dan met name de weilanden, de koeien en de zee, waarbij die laatste, vlakbij Jan’s thuis, tegen de dijken op beukt. Ware dit de volledige inhoud van deze roman geweest, dan was er sprake van een vredig schilderij, maar gelukkig heeft boer Jan, een eenzame boer aan de rand van Nederland, een heuse tegenspeelster. Deze vrouw noemt zich Wil, en ze is degene die aan het begin van het verhaal op de contactadvertentie van Jan reageert.
Deen doet niet al te ingewikkeld over de rolverdeling tussen Jan en Wil. In een reeks toneelmatige scènes laat hij keer op keer zien hoe Jan zijn norse, vanzelfsprekende, eenzame zelf is, wiens amoureuze leven een paar decennia terug waarschijnlijk op een zwijgzaam en dienstbaar boerenmeisje zou zijn af gekoerst, ware het niet dat zo’n type vrouwmens eind jaren ’90 al niet meer zo ruim voorradig blijkt en ware het niet dat Jan communicatief nogal een brekebeen is. Gelukkig voor hem en voor zijn verlangen een seksleven en nageslacht te ontwikkelen, is er de Randstad, waar vrouwen in de ratrace en in een woud van halfbakken relaties hun verlangen naar ongerept geluk beginnen te projecteren op uit de kluiten gewassen boeren, zonder dubbele agenda’s. Zo’n vrouw is Wil, die zich later, als ze Jan wat beter heeft leren kennen, bekend maakt als Irene.
Deen trekt je in een even soepele als sobere stijl de wereld van Jan, Wil en hun hopelijk toekomstige relatie in. En ja, er vallen nogal wat ongemakkelijke stiltes. En ja, ze begrijpen elkaar vaak verkeerd. En ja, Wil is af en toe een onvergeeflijk kreng dat dwangmatig lijstjes samenstelt over ‘wat ze wil’ (onder andere van Jan), waarop Jan zich afvraagt waar zulke lijstjes in hemelsblauw voor nodig zijn. Ze werken elkaar, kortom, op de zenuwen, maar na een relationele pauze (waarin Jan zich, geholpen door een blootblaadje, op een stuntelige manier aftrekt in zijn auto), volgt een hereniging en, jawel, een zwangerschap.
Als je de verwikkelingen in ‘Onder de mensen’ prozaïsch op een rijtje zet, is het tamelijk gaap verwekkend. En hebben we, in het slechtste geval, te maken met een fletse voorafschaduwing van wat ruim tien jaar later de ingrediënten van het populaire tv-programma ‘Boer zoekt Vrouw’ zouden worden. Toch las ik de roman moeiteloos uit. Het kalme, objectiverende, journalistieke oog waarmee Mathijs Deen deze levens, en hoe ze elkaar beïnvloeden, optekent, grijpt je vast.
Als ik me niet vergis, ligt de sympathie van de auteur uiteindelijk bij boer Jan en zijn ‘simpele’ verlangen naar menselijke warmte en voegt Wil zich tot zijn tevredenheid bij hem (inclusief het gezamenlijk geconcipieerde kind), echter niet na een reeks haperingen en wrijvingen, die de hoofdattractie van deze kleine, maar uiterst genietbare roman vormen.
‘Onder de mensen’, Mathijs Deen, Uitgeverij Thomas Rap, 206 pagina’s, 19,99 euro