Een betreurenswaardig dagje shoppen in Eindhoven met vrouwlief liep uit op een morele kentering in mijn behoudsgezinde bestaan. Dat gepiel over gescheiden toiletten en transgenders beschouwde ik immers als een kortstondige modegril. Het waait wel over. Net als dat Zwarte Pietengedoe. Mijn onverschilligheid kwam tot een einde op het moment dat mijn stampvolle blaas spoedeisende soelaas vereiste. De verlossing dreigde ongelukkigerwijs uitgesteld te worden door de berende barbaar die het enige herentoilet in een koffiezaakje geannexeerd had. Door deze onverwachte anticlimax was de druk op mijn plaszak te groot om naar het aangrenzende café te kuieren. Gelukkig was er nog het damestoilet.
Het bezoek aan de bestekamer was kort. Haastig zelfs. De vrees om betrapt te worden door een vrouwmens was voelbaar in mijn buikstreek. Of was dat toch mijn strak aangespannen blaas? Na het oorverdovende gekletter werd de angstdroom realiteit: er stond een klein en mediterraans uitziend juffrouwtje voor het door-mij-bezette-damestoilet te wachten. “This toilet is for ladies. There’s a sign right there!”, zei de toerist kribbig terwijl ze naar het geschilderde silhouetje met een jurkje wees. Het meest beangstigende aan deze ontmoeting was echter mijn reactie: “Did you just assume my gender?!”.
Verbluft van deze uitspatting sjeesde ik de zaak uit. Eenmaal herenigd met mijn wederhelft, werd de filosofische nasleep overpeinsd. Was ik plotseling een gendernazi geworden? Of bleek ik enkel een opportunist met een recalcitrante blaas te zijn? Om mijzelf vrij te pleiten van enige blaam, werd geconcludeerd dat de veganisten schuldig zijn aan mijn onzinnige respons. En knorrige transgenders. En ook Verene Shepherd-acolieten, geradicaliseerde vrouwenbewegingen, en niet te vergeten: de verbitterde Eftelinghatende huismoeders van ‘Stop Oppressive Stereotypes’.
Met de dood bedreigd worden omdat iemand af en toe geniet van een kalf-onvriendelijke cordon bleu of omdat een onderneming geen vrouwelijke representatie kent: kunnen we nog wel iets goed doen? Waarschijnlijk niet, maar gelukkig mogen we blijkbaar arbitraire en buitenproportionele verontwaardiging onbehouwen toe passen in hedendaagse dialogen. Als de normen van mijn nageslacht gedefinieerd worden door het lezen van de reacties op Facebookposts, YouTubevideo’s of gewaagde columns, worden aanvaringen op het damestoilet eerder regel dan uitzondering. De dagen van pardon, discretie, en accuratesse in het discours zijn overduidelijk gevlogen. En dat is misschien wel beter. Het vrouwentoilet stinkt tenminste niet zo erg.