Kattenmoordenaar en rapper Boef is er van overtuigd dat hij een groot artiest was geweest als hij een blanke Nederlander zou zijn geweest. De rapper stoort zich er nu vooral aan dat hij pas media-aandacht heeft vergaard nu hij negatief in het nieuws is geweest.
‘Wat ik jammer vind: een paar weken geleden had ik ook al meer dan 100 miljoen views, meer dan 350 duizend volgers op Instagram. Alleen was ik nog nooit op televisie geweest”, zegt Boef dinsdag in de ‘kwaliteitscourant’ Volkskrant (voor Goed Volk). “Niet één keer had een programma gedacht: hé, dat is tof, een Nederlands product dat zo succesvol is, wie is die man? Nederland zou ook trots op mij kunnen zijn. Pas nadat de politie erbij was gekomen, wilden ze me op de tv hebben.”
“Als ik een Nederlander was, een blanke, dan zou het nog meer booming zijn, dan was ik nu overal nummer 1”, vervolgt Boef, die stelt dat hij al op jonge leeftijd wist dat hij ‘groot zou worden als hij ging rappen’. “Ik zeg niet dat ik de hardste ben, de beste, maar ik weet dat ik hard ben. Sowieso harder dan 80 procent van de Nederlandse rappers.”
Zijn vlogs omschrijft Boef vooral als kattenkwaad (no pun intended). “Ik ben geen treitervlogger”, zegt de rapper, die vooral niet geassocieerd wil worden met ‘die gasten uit Zaandam’. “Zij zijn door mij bekend geworden. Ineens werden we in één hokje geplaatst.”
Dat hij niet echt een goed voorbeeld is voor zijn vaak jeugdige kijkers, erkent Boef. “Ik blow bijvoorbeeld in die vlogs, dat zou ik niet moeten doen, ik weet dat er kinderen kijken. Een goed voorbeeld ben ik niet, maar ik denk wel dat ik een inspiratie kan zijn, door hoe ik met muziek mijn leven heb veranderd. Daar kunnen kinderen naar opkijken.”
Anp/TPO