Meestal zeef je in een interview met deze of gene eeuwig-verongelijkte beroepsdrammert toch zeker één of twee pareltjes op, waarbij de slip-of-the-tongue-dingetjes in de regel de leukste citaten opleveren. Maar nu heb ik toch de jackpot gewonnen qua bonusquotes. Hierbij geef ik u een wonderlijk exponent van dit menstype ten geschenke: universitair docent aan New York University en islamapologeet Arun Kundnani, begrippengoochelaar par excellence met een bijzondere passie voor het in bescherming nemen van de meest destructieve ideologie in ons continent sedert het nationaalsocialisme.
Een snelle blik op de kletspraat (hieronder samengebundeld in een prachtige collage) verraadt een gemankeerde denker die het gehele assortiment van impliciet antisemitische verdachtmakingen uit de grabbelton van het gecultiveerde slachtofferschap heeft gegraaid en die vervolgens inkleedt met het kleine beetje wetenschappelijk klinkende taal die de man zich eigen heeft gemaakt. Natuurlijk ontbreken ook de eindeloze draaideurredeneringen niet, dit alles overgoten met een eclectisch sausje van verwijten, ongetwijfeld bedoeld om het collectief slachtofferschap der moslims zo scherp mogelijk uit te lichten voor de lezer, waarmee onbedoeld de mix van rancune en roekeloosheid wordt blootgelegd waaronder apologeten als Kundnani 24 uur per dag, zeven dagen per week gebukt gaan.
In Kundnani begroeten wij duidelijk iemand die op enig moment uit de complotboom is gekeild en alle takken heeft geraakt in zijn val naar beneden. Naast het feit dat iedereen schuld heeft aan het lot der muzelman door niemand begrepen te worden, wordt diens emancipatie ook nog eens bij elke gelegenheid geblokkeerd door een samenzwering van neo-kolonialistische krachten, neoconservatieve haviken, de orde der illuminati voor mijn part en de joden, dat spreekt. Altijd de joden, die impliciet als de eigenlijke schuldigen worden aangewezen voor alle kommer die de muzelman heeft getroffen, treft, en ooit nog treffen zál.
Naarmate het interview vordert worden er steeds meer schuldigen aangewezen en aan het einde heeft iedereen en zijn moeder schuld aan islamitisch geweld, behalve natuurlijk de islam zélf. Als kers op de appelmoes biedt ISIS volgens Kundnani “het enige utopische alternatief” voor het globale kapitalisme. Oh ja, en het begrip “radicalisering” is in het leven geroepen door mensen die het op de moslims hebben voorzien. Ook extremisme bestaat niet, want wie door de één als extremist wordt bestempeld, wordt door de ander beschouwd als vrijheidsstrijder voor de goede zaak, afijn: Abu Jaja op methylfenidaat, afgeblust met een vleugje Anja Meulenbelt.
Waar lokale exponenten van dezelfde school hun ideeën over het algemeen keurig gedoseerd ten gehore kreunen (denk aan Gloria Wekker, Sunny Bergman, en al die andere Calimero’s van die landsoverschrijdende sturmabteilung die de antiracismebeweging is), daar doet Kundnani het allemaal in één dramatische hogedrukbraakstraal, met inbegrip van alle drogjes die ter ondersteuning van het onderdrukkingsargument worden aangesleept. Kenmerkend is het hardnekkige gebruik van de non-term ‘islamofobie’, door Kundnani zonder omwegen geduid als een vorm van racisme met het even absurde als uit de lucht gegrepen argument dat moslimhaat de moslims tot één ras maakt, ergo: islamofobie is een vorm van racisme. Simsalabim, succes ermee, en tabee.
Natuurlijk wordt de meest voor de hand liggende oorzaak van de toenemende internationale islamkritiek volledig buiten beschouwing gelaten, te weten het monopolie van de islam op de geweldsgeschiedenis van de afgelopen decennia, maar goed: tot zover de inleiding.
Ik wens u veel leesplezier met deze bonusquote extraordinaire, waarin u alle afschuifreflexen in één overzichtsinterview verenigd vindt. U hoeft nooit meer te sprokkelen naar citaten en kunt onderstaande opsomming naslagwerk bewaren voor wanneer u weer eens een bonusquote nodig heeft. Ik bereid mijzelf alvast een driedubbele frozen daiquiry voor. L’chaim!
“Maar het goede aan de term islamofobie is dat het aan de mensen die dat racisme ondergaan de kracht geeft om wat ze meemaken te benoemen. Dat is de eerste stap. Islamofobie, dat woord heeft een politieke kracht en daarom zijn er zoveel mensen die het willen afschaffen.
Islamofobie is voor mij een vorm van racisme die gericht is tegen moslims. Het neemt een groep mensen die toevallig tot eenzelfde religie behoren en maakt van hen een ras. Islamofobie is een instrument om geweld buiten de eigen grenzen te legitimeren. Als je een imperium wilt opbouwen dan moet je een manier vinden om mensen te overtuigen ten oorlog te trekken. De VS legitimeren hun oorlogen door moslims als gevaar, als vijanden te duiden.
Na elf september is het beeld van de Arabier veralgemeend naar moslims. Door de val van het communisme was er een nieuwe vijand nodig. De neo-conservatieven vonden dat islam die nieuwe vijand zou kunnen zijn.
Dit allemaal klinkt natuurlijk als een complottheorie. Maar om te begrijpen waarom dergelijke boodschap zonder veel moeite zijn weerklank heeft gevonden bij de publieke opinie, moet je verder kijken dan de propaganda. Het stereotiepe beeld van de fanatieke moslim heeft zijn evenbeeld in de Franse en de Britse koloniale literatuur van de late negentiende eeuw. Er is nu een recyclage van de beelden en van het discours van toe.
Er is een psychologische nood aan islamofobie. Het is geen geheim dat de VS hun militaire apparaat gebruiken voor economische doeleinden. Als burger wil je niet geloven dat je welvaart gelinkt is aan het feit dat je land oorlog voert. Het is veel gemakkelijker om de schuld aan de fanatieken te geven dan je eigen verantwoordelijkheid te nemen.
Als je het spectaculaire geweld in Europa wil begrijpen moet je ook naar het geweld van de betrokken staten in andere delen van de wereld kijken. Het ene is niet van het andere te scheiden. Als je kijkt naar de mensen die betrokken zijn bij dat soort geweld, zie je dat ze eerst beslist hadden om geweld te gebruiken en pas daarna grepen ze naar religieuze teksten.
We leven in een wereld waar utopische visies, revoluties, of nieuwe soorten maatschappijen niet meer bestaan. Francis Fukuyama sprak al van het einde van de geschiedenis. Het einde van de Koude Oorlog is voor hem het einde van de ideologische evolutie van de mensheid. Er is met andere woorden geen alternatief voor het globale kapitalisme. Wat IS onderscheidt is dat ze met een utopische visie komt over hoe de maatschappij dient georganiseerd te worden. Het is een vreemde visie maar het is het enige utopische alternatief.
Links heeft gefaald. Links is een beetje teveel gentrified en is er niet in geslaagd om met een radicaal programma de jongeren in de migrantenwijken te boeien en aan te trekken. Links heeft deze wijken laten vallen. Wanneer je jong en boos bent, ga je op zoek naar radicale visies. En die vind je online, bij IS. Dat is een deel van het probleem hier.
In de mainstream gesprekken over dat soort thema’s is er de veronderstelling dat het probleem nu ligt in het feit dat er teveel religie is en dat teveel in religie geloven tot extremisme en misschien tot terrorisme zal leiden. Religie moet, volgens mij, geïnterpreteerd worden in een specifieke context. Neem islam als voorbeeld. Er zijn verschillende manieren om de islamitische traditie te interpreteren. Maar de interpretatie die je overhoudt is geen kwestie van religie als dusdanig. Het is eerder het resultaat van de interactie tussen religie en de politieke en economische context waarin je je bevindt. Dus elk probleem dat opduikt in de maatschappij kan niet het resultaat zijn van religie alleen. Het is het resultaat van de interactie tussen religie en maatschappij.
Het probleem in Europa is dat de islam getransformeerd is tot een rationele categorie. Moslim zijn betekent dat je onderwerp bent van racisme. In deze context is het van belang dat mensen hun relatie tot hun religie zelf vormgeven, dat ze hun geloof naar hun noden modeleren en niet naar de wensen van anderen of naar de wil van de overheid.
Deradicaliseren betekent proberen om mensen die een bepaalde ideologie hebben te identificeren om vervolgens deze ideologie proberen te veranderen. Er zijn hier twee problemen: dit doen betekent dat je denkt dat er een correlatie bestaat tussen extremistische ideeën en terrorist worden, maar dat klopt niet. Ten tweede, voor liberale maatschappijen is dit een beetje verontrustend. Het principe in een liberale maatschappij is dat je kunt geloven in wat je maar wilt. De rol van de overheid is dat ze reflecteert wat de mensen denken en niet dat ze probeert om hun manier van denken te veranderen.
Het probleem in het debat over secularisme en religie is dat we er vanuit gaan dat het hier om een clash over basiswaarden gaat die diep, fundamenteel en existentieel is en dat het aanklagen ervan de enige manier is om ermee om te gaan. Deze manier van denken toont aan dat hier racisme aan te pas komt. En wanneer er racisme in het spel zit, is er geen ruimte voor onderhandelingen, voor democratische oplossingen.
Ik denk dat het woord islamofobie niet de perfecte term is om te beschrijven wat we hier proberen te bespreken. Misschien is anti-moslimracisme een meer geschikte benaming. Maar het goede aan de term islamofobie is dat het aan de mensen die dat racisme ondergaan de kracht geeft om wat ze meemaken te benoemen. Dat is de eerste stap. Islamofobie, dat woord heeft een politieke kracht en daarom zijn er zoveel mensen die het willen afschaffen.
Maar alleen een naam geven is niet genoeg. De volgende stap is een beweging op poten zetten die verandering kan brengen. Een burgerrechtenbeweging die mensenrechten in Europa verdedigt. Dat is iets anders dan een beweging die probeert mensen te overtuigen van wat de echte natuur van islam is. Dat op zich kan een legitiem project zijn maar dat is niet hetzelfde als een antiracisme project.”