‘Fliermans Passage’: Cartooneske debuutroman met vrouwonvriendelijke uitschieters

05-10-2016 16:30

Martijn Benders (1971) is wat ze noemen een echte ‘writers’ writer’; zeker met zijn poëzie heeft hij een klein gezelschap van collega-dichters en recensenten weten te enthousiasmeren, die bij elke nieuwe bundel van zijn hand op volle sterkte de loftrompet steken over zijn originele beelden, zijn taalkundige escapades en de onnavolgbare, maar toch altijd weer rake beelden die hij in zijn gedichten oproept. Gerrit Komrij zaliger herkende al vanaf zijn eerste bundel, ‘Karavanserai’, het volstrekt originele idioom van deze Brabantse ‘einzelgänger’ en concludeerde: ‘Benders is één van de bijzonderste talenten van de laatste tijd’. Ruim een jaar geleden kondigde Benders op zijn Facebook-pagina aan dat hij zich voor het eerst ging wagen aan een roman. Vanaf dat moment waren er twee mogelijkheden: óf zijn eersteling zou zijn reputatie als taalvirtuoos bevestigen en, wie weet, naar een breder publiek brengen, óf het zou blijken dat Benders toch vooral een dichter is en blijft, waardoor het uitstapje naar het genre ‘roman’ niet veel meer zou worden dan de verkenning van een terrein dat hem minder goed ligt. Met het onlangs gepubliceerde ‘Fliermans Passage’ zit hij er, vreemd genoeg, een beetje tussenin. Ja, het boek is een herbevestiging van zijn taalkundige brille. Maar nee, een breder publiek ligt niet in het verschiet. En nee, dit romandebuut kruipt zeker niet uit de schaduw van zijn machtige poëzie.

Van scène naar scène sjouwen

bendersRealisme. Psychologisering. Geloofwaardigheid. Het zijn enkele begrippen waar Benders, gelet op dit debuut, haast wel een broertje dood aan moet hebben. Hoofdpersoon, armlastig schrijver Chamiel Flierman, en het troepje om hem heen (Anita, het lekkere wijf, Henk, de megalomane begrafenisondernemer en Jos, de fascistoïde werknemer) laten zich vanaf de eerste pagina’s eerder kennen als handige meubelstukken, die door Benders van scène naar scène worden gesjouwd, dan als reëel bestaande personen met een eigen geur, karakter en geschiedenis. Dit maakt de roman onmiddellijk tot een cartooneske exercitie, wat aan een lezer, in positieve zin, de observatie ontlokte dat ‘Fliermans Passage’ iets heel anders is ‘dan die ikeatroep van schrijversvakschoolfanaten’. (Helemaal waar, overigens!) Wat is eigenlijk het verhaal? Welnu, er is, grofweg gesproken, een hel: de begrafenisonderneming waar Chamiel, Jos, Anita en Henk hun brood verdienen en lijken aan de lopende band gefatsoeneerd dienen te worden om, nog één keer,  presentabel aan de nabestaanden te worden getoond. En er is, daarnaast, de hemel. Tenminste Chamiel, denkt daar uitzicht op te hebben: ene Carmen, een stoot uit Rusland, snakt naar zijn komst, stuurt hem lieve, digitale berichtjes en fotootjes vanuit Moskou, en met het eerste maandloon van de begrafenisonderneming, ‘De Passage’ geheten, hoopt schrijver Chamiel de reis naar zijn plotseling ontdekte muze te kunnen bekostigen.

Moskou komt niet dichterbij

Tip. Neem dit eenvoudige ‘plot’ niet ál te serieus. Dat doet Benders zelf ook niet. Eén ding wordt tijdens het lezen, gaandeweg, wél duidelijk: de hemel en alles wat daarbij komt kijken – de lieftallige figuur Carmen, haar warm gestookte nestje in Moskou, de onvergetelijke bestseller die hij onder haar invloed denkt te gaan schrijven, de eeuwige roem die hem vervolgens te deel zal vallen – moeten we met een flink korreltje zout nemen. Wat zeg ik? Eén korreltje? Een paar enórme korrels zout! Naarmate de roman vordert, wordt Chamiel meer en meer in het nauw wordt gedreven. Want na zijn afscheid van het begrafeniswezen, en liftend via Oost-Europa, blijkt dat zijn oogappel Carmen een wat minder hemelse Carmen is dan oorspronkelijk gedacht. En dat Moskou om mysterieuze redenen maar niet dichterbij wil komen. Aangezien terugkruipen naar zijn baantje in  ‘De Passage’ al even weinig aanlokkelijk is – behalve de sombere aard van het bedrijf zelf zijn Jos, Henk en Anita ook nog eens een onderlinge strijd begonnen, waar de honden geen brood van lusten – stevent Chamiel op een fiasco af. Wat blijkt? Er bestaat helemaal geen (literaire) hemel, er bestaan enkel gradaties van de hel. Je hoort, bij wijze van spreken, Benders’ schaterlach door deze sombere constatering heen schallen.

Hilarisch-grove porno

Zoals wel vaker is de zwakte van iets ook meteen de kracht. Dat geldt eveneens voor deze roman. Dankzij de platte karakters en het nagenoeg ontbreken van emotionele betrokkenheid bij wat je leest, schept Benders volop ruimte voor bizarre wendingen, absurde dialogen, hilarisch-grove porno. Om van dat laatste een spectaculair voorbeeld te geven, navigeer ik naar pagina 115, onderaan, wanneer Jos zich in een Zwarte Pieten-fantasie vergrijpt aan de welgevormde Anita, nadat hij haar gedwongen heeft zijn geslachtsdeel met schoensmeer te bedekken.

 

“En nu helemaal schoonpijpen!’ commandeer ik. Anita neemt gedwee de schoensmeerlul in haar mond, en ik sla met de roe op haar achterhoofd, om haar aan te sporen sneller en dieper te zuigen. De geur van schoensmeer vult mijn neus. ‘Ook de zak. Ook de zak moet helemaal schoon,’ tier ik en ik frot mijn schoensmeertestikels haar opengesperde mondje in, tot mijn ballen haar huig raken en ik haar amandeltjes op mijn zaknaad voel spartelen. Oh dit is het, denk ik… Het ultieme gevoel. Amandeltjes kletsend op je kaalgeschoren ballen. Ik sla Anita op de wangetjes en schud aan haar hoofd, zodat de amandeltjes mijn zak nog heviger kietelen. Anita begint te kokhalzen. Maar door die kotsende beweging voel ik haar klokjes alleen nog ruwer over mijn ballen schuren, en ik raak door het dolle heen: ‘OOOoooooooooeeeeehhhhhhhh!”

 

Op de brandstapel

U begrijpt, niet iedereen zit te wachten op de slapstick en het vrijpostige taalgebruik van Martijn Benders; vooral het segment der fijngevoelige dames – het publiek waar bellettrie tenslotte economisch op drijft – lijkt deze schrijver met graagte te willen afschudden. Het maakt van ‘Fliermans Passage’ des te meer een roman, die door literaire jury’s zo niet op de brandstapel zal worden gegooid, dan er toch niet ver naast wordt geworpen.

Wil je dit onevenwichtige, maar onderhoudende boek aan een bovengemiddelde oplage helpen, dan is het misschien een idee ‘m als premium bij de laatste editie van een kwijnend pornoblad cadeau te doen.

Fliermans Passage’, Martijn Benders, uitgeverij Van Gennep, 271, pagina’s, 19,90 euro