De Belgische politiediensten hebben zeker dertien kansen gemist om de daders van de terreuraanslagen in Parijs te ontmaskeren voordat zij in november konden toeslaan. Dat kwam in zes gevallen door gebrek aan mankracht, blijkt volgens De Tijd uit het eindrapport van het onderzoek dat toezichthouder Comité P heeft gedaan.
De toezichthouder ging na de bloedige aanslagen na wat de Belgische politie wist over de daders. Die kreeg al in februari 2015 telefoongegevens in handen waaruit bleek dat Salah Abdeslam contact had met bekende terreurverdachten. Door te weinig personeel werd met die informatie niets gedaan.
Ook over zelfmoordterrorist Bilal Hadfi was volgens de zakenkrant al veel bekend. Dat bleef echter zes maanden liggen, opnieuw door onvoldoende beschikbare politiemensen voor nader onderzoek. Ook de wetenschap dat de broers Abdeslam waren geradicaliseerd, leidde niet tot een adequate aanpak.
Voorts werd een vraag uit Spanje over een reis van Brahim Abdeslam, gesteld in maart 2015, pas beantwoord na de aanslagen in de Franse hoofdstad. Kennis over dreigende aanslagen in West-Europa onder leiding van Abdelhamid Abaaoud werd bovendien veel te lang niet gedeeld met het Belgisch Openbaar Ministerie.
Anp
