Radicalisering is een potentiële splijtzwam. Daarmee zeg ik niets nieuws. Dat er initiatieven door heel het land worden opgestart met medewerking van overheid, onderwijs en burgers om dit tegen te gaan, daar zijn legio voorbeelden van die zich vaak richten op de radicalisering van moslimjongeren. In februari van dit jaar startte hiervoor nog een pilot in Limburg, een prima initiatief van enkele maatschappelijke organisaties die dichtbij het islamitische deel van de samenleving opereren.
Radicalisering is echter niet alleen voorbehouden aan een enkele doelgroep. Net zomin als intolerantie, polarisatie, rechts-extremisme of racisme. Het woedt door de maatschappij en daalt neer op plekken waar we dit niet willen. Eén van die plekken wordt in het rapport Twee Werelden, Twee Werkelijkheden pijnlijk aangestipt, namelijk de klas. Dit is niet een probleem van het onderwijs, of een probleem van de jeugd, maar een maatschappelijk probleem. Wanneer er in Nederlandse klassen niet gesproken wordt over aanslagen in Parijs, ontwikkelingen in Turkije of dreigbrieven aan het adres van moskeeën, dan zijn we wat mij betreft als maatschappij te ver van elkaar verwijderd geraakt.
De reacties op het initiatief van JNL in Limburg om de handschoen op te pakken in samenwerking met de Provincie, gemeenten en onderwijs zijn niet mals. De putdeksel ging vol open. Dat geeft ook aan wat er aan de hand is. Spreek jezelf uit over radicalisering van moslimjongeren dan ben je islamofoob, racist en xenofoob. Focus je op radicalisering van rechts-extremisme dan ben je een moraalridder, vreemdelingenknuffelaar en verloochen je het vaderland. Dit soort dooddoeners, vaak nog aangekleed met Tweede Wereldoorlog-annotaties (de zogenaamde Godwin-doctrine), slaan ieder debat en iedere nuance in een klap dood.
Dit is ook precies wat er gebeurt in die schoolklassen waar D66 zich zorgen over maakt. Iedereen die zich uitspreekt wordt in één van beide kampen geduwd. Ik laat me niet onderbrengen in één van die kampen en ben ervan overtuigd dat die welbekende grote, stille meerderheid er ook zo over denkt. Als je jezelf zorgen maakt over een AZC in je achtertuin, ben je niet meteen een racist net zomin als dat je een landverrader bent wanneer je een helpende hand uitsteekt naar je nieuwe Syrische buren. Net zo onwenselijk als de maatschappij in die twee kampen verdelen, is diezelfde verdeling in een Nederlandse klas. Ga er maar aan staan als leraar of school. Niet te doen! Het wordt tijd dat we bruggen gaan slaan in plaats van elkaar steeds weer in de hoek zetten.
De handelingsverlegenheid die bij dit soort situaties op school komt kijken is lastig te herkennen en nog moeilijker te erkennen. Geef als leerkracht of als school maar eens toe dat je het moeilijke gesprek uit de weg gaat, dat is niet niks. Dat het gebeurt, dat heeft dat rapport wel laten zien, maar dat hoor ik ook terug van betrokken ouders, beleidsmakers en -uitvoerders, kinderen en leerkrachten.
Dit is de reden waarom D66 Limburg het initiatief van JNL in Limburg aanmoedigt om verbindingen te leggen met gemeenten en het onderwijsveld om hier samen mee aan de slag te gaan. Wij laten ons niet in een hoek zetten en zijn voor iedere vorm van bruggen bouwen.