Opinie

Het CETA-verdrag is in strijd met de Nederlandse Grondwet

29-10-2016 13:30

Het CETA verdrag bevat arbitrage-afspraken, die in strijd zijn met de Nederlandse Grondwet. Daarom kan het verdrag alleen worden aangenomen met een twee derde meerderheid in beide Kamers van ons parlement. Die meerderheid is er niet in de Eerste Kamer. Als ratificatie moet plaatsvinden na de verkiezingen van maart 2017 is er naar verwachting ook geen tweederde meerderheid in de Tweede Kamer, zelfs geen enkelvoudige meerderheid.

CETA strijdig met de Nederlandse Grondwet

Het CETA verdrag bevat een Investment Court System (ICS). Via dit arbitragesysteem kunnen bedrijven staten aanklagen wegens wetgeving die de investeringen van de bedrijven schaadt. Dit arbitragesysteem maakt inbreuk op ons nationale rechtssysteem en is daarmee in strijd met de Nederlandse Grondwet (zie onderaan dit artikel de verdrags- en wetsteksten).

Verdragen die in strijd zijn met de Nederlandse grondwet mogen alleen worden aangenomen met een twee derde meerderheid volgens artikel 91 lid 3 van deze grondwet.

Verhouding vóór- en tegenstanders in het parlement

In de laatste debatten lijken de volgende partijen zich tegen CETA te keren: SP, PVV, GroenLinks, Partij voor de Dieren, 50plus, ChristenUnie en SGP. In de huidige Eerste Kamer hebben deze partijen tezamen 31 van de 75 zetels. Dit is ruim voldoende om een tweederde meerderheid te blokkeren. Volgens de peiling voor de Tweede Kamer van Maurice de Hond op 23 oktober jl. hebben deze partijen tezamen 77 van de 150 zetels. Dat betekent dat er na maart 2017 in de Tweede Kamer zelfs geen enkelvoudige meerderheid voor CETA meer is.

Zullen voorstanders CETA de Grondwet respecteren?

Volgens de regels van de Nederlandse Grondwet zal CETA dus sneuvelen in het parlement. Voorstanders van CETA zullen waarschijnlijk proberen om de stemming in de Tweede Kamer te laten plaatsvinden vóór de verkiezingen in maart 2017. In de Eerste Kamer zullen ze waarschijnlijk beweren dat een tweederde meerderheid niet nodig is. Het dan onwettig geratificeerde CETA verdrag kan dan alleen nog via een referendum worden tegengehouden.

Verdrags- en wetteksten:

Het CETA verdrag bevat de volgende zinsnede:

. . . en wordt een onafhankelijk stelsel van investeringsgerechten opgericht dat bestaat uit een permanent gerecht en een beroepsinstantie, waar geschillenbeslechtingsprocedures op een transparante en onpartijdige wijze worden gevoerd.

Het CETA verdrag artikel 8.21 sub 6 luidt:

Indien ingevolge lid 3 of lid 4 de Europese Unie of een lidstaat van de Europese Unie de verweerder is, kan noch de Europese Unie noch de lidstaat van de Europese Unie stellen dat het verzoek niet-ontvankelijk is of dat het Gerecht onbevoegd is, of anderszins bezwaar maken tegen het verzoek of de uitspraak op grond dat verweerder niet op de juiste wijze is bepaald overeenkomstig lid 3 of is vastgesteld overeenkomstig lid 4.

De Nederlandse Grondwet artikel 112 sub 1 luidt:

Aan de rechterlijke macht is opgedragen de berechting van geschillen over burgerlijke rechten en over schuldvorderingen.

CETA artikel 8.21 sub 6 is dus in strijd met artikel 112 sub 1 van de Nederlandse Grondwet.