De stabiliteit van het electoraat is opmerkelijk. Ook deze week zien we geen verschuivingen. Sinds 11 september zien we bij alle partijen geen grotere verschillen dan 1 procent. Met nog 4,5 maand voor de verkiezingen zegt dat nog niets over de uiteindelijke uitslag.
De ervaring leert dat de grootste verschuivingen optreden nadat de eerste verkiezingsdebatten zijn gehouden. Hoe de krachtsverhoudingen dan liggen zal mede afhangen van de uitslag van de lijsttrekkersverkiezingen van de PvdA. Die zullen we pas kennen ongeveer 3 maanden voordat de verkiezingen zijn.
In de afgelopen week is het onderwerp van “samenwerking op links” weer aan de orde gekomen. Iets wat voorafgaande aan vrijwel iedere Tweede Kamerverkiezing in de laatste 40 jaar is gebeurd. Hierover zijn een aantal vragen gesteld. (pdf)
Het plan om de twee fracties van PvdA en GroenLinks na de verkiezingen te laten samensmelten, wordt door tweederde van de huidige PvdA-kiezers positief beoordeeld en door minder dan een kwart van de huidige GroenLinks kiezers. Een dergelijke voornemen zou bij 42 procent van de huidige GroenLinks kiezers betekenen dat de kans op het stemmen op GroenLinks daardoor afneemt.
Een harde afspraak tussen D66, SP, PvdA en GroenLinks om na de verkiezingen alleen samen in de regering te stappen, waardoor de kans groot wordt dat deze vier partijen ook echt in de regering komen, wordt ook gemengd ontvangen door de kiezers van deze partijen. In dit geval zijn het de kiezers van D66 die er in meerderheid tegen zijn.
Als er een van deze vier partijen niet meedoet, dan is de kans dat de resterende partijen in de regering komen als ze wel samen een afspraak maken, duidelijk minder.