De toespraak die Donald Trump hield in West Palm Beach, Florida, op 13 oktober heeft maar weinig media-aandacht gekregen. Dat is onterecht. Deze toespraak toont namelijk dat het soevereine en sterke Amerika waar hij voor zegt te strijden niet zomaar het Amerika is dat we kennen van het typisch republikeinse patriottisme. Het is een soevereine macht die het resultaat is van een politiek landschap dat op zijn kop is komen te staan. In Trumps Amerika vinden rechts en links elkaar.
Er is al veel gebeurd sinds Marx zijn overtuiging uitte dat met het aanbreken van de communistische heilstaat niet alleen het kapitalisme, maar ook de verscheidenheid aan politieke staten verleden tijd zouden zijn. “Proletariërs aller landen, verenigt u!” was het devies van deze internationale revolutie. Het kapitalisme en het liberale politieke model waartegen de revolutie zich zou moeten richten, lijken voorlopig niet te verdwijnen. De internationalisering daarentegen is steeds meer een feit. De drijvende kracht erachter is echter niet het socialisme van het internationale proletariaat, maar het liberalisme dat juist door de oude marxisten bevochten werd. De internationale zou tegenwoordig de titel kunnen zijn van een lofzang op het liberalisme.
Nationale staten zijn de eerste slachtoffers van deze liberale globalisering. Ze worden weliswaar niet afgeschaft, maar ze boeten steeds meer aan macht in door de opkomst van nieuwe niet-statelijke actoren en door een globaliserende economie. Een toonvoorbeeld van dit soort actoren zijn de NGO’s oftewel non-gouvernementele organisaties die voornamelijk in Rusland steeds meer als een bedreiging voor de eigen soevereiniteit worden gezien. Ook marktliberalisering in de vorm van internationale handelsverdragen bedreigt de soevereiniteit van individuele landen.
De gevolgen hiervan stuiten niet alleen bij rechts op weerzin. Bij de oppositie tegen CETA vonden het rechtse Forum voor Democratie en de Socialistische Partij van Wallonië zich in hetzelfde kamp. Zaken als dierenwelzijn, gezondheid en zorg voor de kleine man gaan hier hand in hand met het hooghouden van nationale soevereiniteit en regelgeving. Wanneer internationaal opererende bedrijven regeringen voor het gerecht kunnen slepen, vormt dit een serieuze relativering van de macht van een staat. Een beroep op soevereiniteit betreft in dit kader dan ook niet meer de soevereiniteit van een uitbuitende politieke elite, zoals in de tijd van Marx, maar de soevereiniteit van het volk in de vorm van democratische controle op het bedrijfsleven.
Trumps Amerika is het Amerika met sterke grenzen. ‘Zonder grenzen geen land’ luidt immers zijn devies. Het is deel van de bekende rechtse visie van de presidentskandidaat. De grens met Mexico wordt versterkt met een muur, illegalen worden uitgezet en een sterk leger is (ondanks een isolationistische buitenlandpolitiek) onmisbaar. Maar in Florida toonde Trump dat zijn Amerika meer vijanden kent dan illegalen, concurrerende landen en een politiek-correcte elite. Trump trok namelijk fel van leer tegen een financiële elite. De economische problemen en het verlies aan banen is volgens Trump niet simpelweg het resultaat van verkeerde beslissingen in Washington, maar van een misplaatste loyaliteit.
Herhaaldelijk sprak hij van een “global powerstructure” die de economische beslissingen heeft genomen waardoor het geld vloeit van het Amerikaanse volk naar een handvol grote bedrijven. Zo nam hij ook de “corporate media” op de hak, die in hetzelfde schuitje zouden verkeren. Het “corrupt establishment” in Washington, de lobbyisten en Wall Street handelen allemaal in hun eigen belang en dat van de “global powerstructure” en niet namens het Amerikaanse volk, aldus Trump. En de Clintons zitten diep verworteld in dit systeem, claimde hij met een verwijzing naar Hillary’s Wall Street-toespraken, onthuld door Wikileaks. De boodschap was duidelijk: de keuze tussen Trump en Clinton is de keuze tussen een vrije natie met echte democratie of de illusie van democratie onder de facto leiding van een globale elite die enkel haar eigen economische belangen behartigt.
Trump krijgt, weliswaar niet als zodanig bedoeld, steun uit onverwachte hoek. De kandidaat kondigde reeds aan dat hij als president de fusie van mediabedrijven AT&T en Time Warner zou tegengaan, omdat er dan te veel macht geconcentreerd zou zijn in te weinig handen. Socialist en voormalig kandidaat van de Democraten Bernie Sanders probeert deze fusie eveneens tegen te gaan op basis van hetzelfde argument. Nog opmerkelijker is een recente toespraak van de linkse documentairemaker Michael Moore. Hoewel een fervent tegenstander van de republikeinse kandidaat, zette hij op begripvolle wijze Trump neer als de held van de Amerikaanse arbeider. Over een hypothetische overwinning van Trump op het corporatieve en politieke establishment concludeerde hij: “Trump’s election is going to be the biggest ‘fuck you‘ ever recorded in human history and it will feel good.”
Een soeverein Amerika is niet alleen meer de zaak van de patriot, van de conservatieve evangelical en van de grenswachter die illegalen wil weren. Trumps soevereine Amerika is ook dat van de mensen die zich keren tegen uitbuiting door multinationals, mediamacht en Wall Street. Niet de afschaffing van de staat, die in Marx’ tijd nog gold als het bolwerk ter behartiging van de belangen van de bezittende klasse, maar het herwinnen ervan is wat het hedendaagse proletariaat moet bevrijden. Het is niet langer de arbeider, maar de bankier die geen vaderland kent.
Of aanhangers van Bernie Sanders na de toespraak in Florida zullen overwegen op Trump te stemmen is nog maar de vraag. Veel van zijn standpunten vormen nog steeds een erg hoge drempel voor linkse kiezers. Maar om, geconfronteerd met een tegenstander als deze, nog de beslissing te nemen op Clinton te stemmen, is misschien een nog hogere drempel.