Turkije dreigt andermaal het vluchtelingenverdrag op te zeggen als niet snel visumvrij reizen naar Schengenlanden voor Turken wordt ingevoerd. Het verschil in ethische opvattingen tussen Europa en Turkije kan nauwelijks navranter worden geïllustreerd.
Europese landen hebben hun nek vrijwillig in een morele strop gestoken. Als vluchtelingen verdrinken, dan slaat hier de morele paniek toe. Wij zijn in gebreke gebleven, onze morele plicht had meer inzet vereist, we hadden met meer schepen moeten patrouilleren, dichter bij de plek waar de vluchtelingen scheep gaan.
Omgekeerd doet Turkije weinig om migranten hun vertrek te beletten. Morele verontwaardiging over deze nalatigheid is ver te zoeken. Kennelijk heeft Turkije in onze ogen geen enkele morele plicht om migranten tegen hun eigen roekeloosheid te beschermen.
En dan nu dit herhaalde Turkse dreigement. Als ze het waar maken, dan kan de migratie over zee weer sterk aantrekken, met duizenden doden als gevolg. Die morele chantage getuigt van Turkse minachting voor migrantenlevens. Niemand heeft het over de vraag of Turkije het morele recht heeft zelfs maar de bereidheid uit te spreken om duizenden mensen te laten verdrinken met als enig doel vrije toegang van de eigen onderdanen tot Europa af te dwingen.
Europa en Turkije leven in verschillende morele werelden en een betere illustratie is nauwelijks denkbaar. Stel dat Frankrijk bepaalde voorrechten had geëist van Groot Brittannië, en had gedreigd de inwoners van de jungle rond Calais per roeibootje te laten vertrekken naar de overkant als Groot Brittannië die eisen niet had ingewilligd. Een storm van publieke verontwaardiging zou Frankrijk ten deel zij gevallen. Rond de Turkse dreigementen echter niets van dat alles. Europeanen meten met twee maten, ten koste van zichzelf en van de vluchtelingen.