Een demonstratie van zo’n 70.000 conservatieve moslims in Jakarta is vrijdag na een vreedzaam begin toch uitgedraaid op ongeregeldheden. De politie bestookte de betogers, die boos zijn op de gouverneur van de hoofdstad, met traangas. In de buurt van het presidentieel paleis werd de menigte uiteengedreven met een waterkanon.
Bij het nationaal monument in de Indonesische hoofdstad vloog een auto in brand. Op beelden was te zien dat demonstranten agenten bekogelden met plastic flesjes, maar van ernstig geweld leek geen sprake.
De betoging is gericht tegen gouverneur Basuki Tjahja Purnama, die volgens de behoudende demonstranten de Koran heeft beledigd. Hij had volgens hen als christen zijn mond moeten houden over Koranverzen.
“Ahok moet worden vastgezet”, riepen de in het wit geklede betogers. Ahok is de bijnaam van de bestuurder. Hij hoopt volgend jaar te worden herkozen. Enkele politieke tegenstanders proberen kiezers met religieuze argumenten er echter van te weerhouden op hem te stemmen. Moslims zouden niet op niet-moslims mogen stemmen.
Ahok vindt dat onzin en citeerde zelf uit het heilige boek van de islam om zijn punt te maken. Volgens de mensen die de straat op zijn gegaan, heeft hij daar het recht niet toe. Veel scholen en bedrijven in Jakarta hadden uit vrees voor ongeregeldheden hun deuren ‘s morgens al gesloten. Politie en leger hebben zo’n 18.000 manschappen ingezet.
Indonesië is het grootste islamitische land ter wereld en de meeste inwoners hangen een gematigde islam aan. Het protest van vrijdag is georganiseerd door het radicale Islamitische Verdedigingsfront.
President Joko Widodo heeft opgeroepen tot kalmte. Wat hem betreft moet het dagelijks leven in de stad met zo’n 10 miljoen inwoners gewoon doorgaan.
Anp