Sinterklaas in Maassluis. Dat is een festivalterrein waar iedere bezoeker bij de ingang wordt gefouilleerd op het bezit van wapens. Dat is een gebeurtenis waar pappa’s en mamma’s protesteren tegen de intocht van de Goedheiligman en zijn knechten. Waar volwassen mannen en vrouwen tegen elkaar schreeuwen dat de een het land uit moet en de ander een racist is. Pappa’s en mamma’s die elkaar overschreeuwen vaak nog met hun kind vaak in de arm. Ze schreeuwen zo hard, dat ze verstaanbaar zijn. Het gaat zo hard dat de kinderen spontaan gaan te huilen uit angst dat dit gaat uitlopen op een fatale veldslag tussen aanhangers van Geert Wilders’ PVV en de Erdogan knechten van DENK.
Maar ondanks de smekende blik van de kindjes komt het er toch van. Als er zich een pappa of mamma tussen de kleine kindjes naar voren beweegt om een andere pappa of mamma terecht te wijzen. Als er iemand de Sint of zijn zwart geblakerde knechten naar de keel wil grijpen dan krijgt deze pappa of mamma een pistool op de slaap gezet, en wordt gedwongen terug te keren naar zijn (of haar) eigen plek. Zo niet, dan krijgt de betreffende militair assistentie van drie, vier of vijf collega’s die zich bovenop de pappa of mamma storten, hem/haar hardhandig in de boeien slaan en afvoeren. De pappa of mamma wordt nageschreeuwd door andere boze pappa’s en mamma’s, die zich over het dweilorkest heen schreeuwen. Leuzen roepen dat ‘deze zwarte terug moet naar de jungle van Afrika’ en daarbij ‘vooral zijn peniskoker niet moet vergeten’.
Sinterklaas in Maassluis is beter beveiligd dan een wedstrijd Ajax – Feyenoord (toen het publiek van beide kampen nog bij wedstrijden mocht zijn). Medestanders van de zojuist in de boeien geslagen pappa of mamma wurmen zich tussen de kindjes door. Zij storten zich op andere pappa’s en mamma’s waarna een immens gevecht ontstaat. In die chaos slaan de pappa’s en mamma’s er fors op los. Tussen de feestvierende kindjes wordt het ene blauwe oog na het andere geslagen. De ene wond na de andere ontstaat. Bij enkele pappa’s en mamma’s stroomt er bloed uit het lichaam. Niet alleen wordt er gescholden en geslagen. Er wordt niet alleen over tradities en slavernij geschreeuwd. Ondanks de strenge beveiliging komen er ook wapens tevoorschijn. In een chaotisch en hectisch tafereel ontvangen de vechtende ouders de ene klap na de andere. Eigenlijk weet niemand nog wie wordt geslagen en wie klappen ontvangt, en waarom nog.
De uitgerukte agenten, militairen en beveiligers duiken bovenop de vechtersbazen, in de hoop deze kluwen boze pappa’s en mamma’s uit elkaar te halen. Er wordt nog wat geroepen over ‘ons eigen land terugnemen’ en ‘VOC mentaliteit’ maar het vechten gaat onophoudelijk door. Sommige kindjes staan verbaasd toe te kijken hoe pappa of mamma daar een andere pappa of mamma met een andere huidskleur tegen het lichaam schopt. Brillen worden kapot getrapt. Jassen open gescheurd. Er vallen waarschuwingsschoten. Één van de militairen voelt zich bedreigd en schiet zijn hele wapen leeg op één van de boze pappa’s en mamma’s. Deze is zo door het dolle heen dat hij (of zij) pas neer valt als liefst twee kogelmagazijnen (zo’n 500 kogels) helemaal zijn leeggeschoten. De militair herlaadt zijn wapen snel. Want de volgende boze pappa of mamma is alweer in aantocht.
Maassluis is inmiddels veranderd in een waar slagveld waar tussen de feestvierende kindjes van een paar maanden tot plusminus acht jaar oud dode of zwaargewonde pappa’s en mamma’s liggen. Honderden pappa’s en mamma’s van verschillende huidskleuren worden al dan niet geboeid in arrestantenbusjes geladen. Ze hebben schrammen op hun gezicht. Bloeduitstortingen over hun hele lichaam. Hun kleren zijn kapot. Hun zoontje of dochtertje kijkt hen verdwaasd en vragend aan.
Maar verder is dat best leuk, zo’n kinderfeestje.