De gemeente Den Haag heeft ten onrechte een vrouw ontslagen die haar dochtertje onder werktijd borstvoeding wilde geven. Dat oordeel velde het College voor de Rechten van de Mens dinsdag. De vrouw had een klacht ingediend omdat ze zich gediscrimineerd voelde op grond van haar geslacht.
De wet is helder: jonge moeders die weer aan het werk zijn gegaan, mogen totdat hun kind negen maanden is onder werktijd kolven óf borstvoeding geven. Ze mogen daarvoor een kwart van hun totale werktijd gebruiken. Maar de Haagse ambtenaar kreeg geen toestemming om tijdens haar werk naar haar dochtertje te gaan, dat in de buurt van haar werk werd opgevangen. De onenigheid mondde uit in ontslag.
Of de voor de vrouw gunstige uitspraak nu ook betekent dat ze haar baan terugkrijgt, moet nog blijken. De gemeente Den Haag laat desgevraagd weten “de uitspraak te bestuderen”.
Uitspraken van het College zijn niet bindend. “Maar ze wegen wel zwaar”, zegt een woordvoerster van de instantie. “In 70 tot 80 procent worden ze opgevolgd. Rechters hechten er ook veel waarde aan.”
(ANP)