Wie zijn de kandidaten voor de Tweede Kamer in maart 2017? Hoe word je Tweede Kamerlid? Elke week tot aan de Tweede Kamerverkiezingen gaat uw interviewer op bezoek bij diegenen op wie u in maart kunt stemmen. In de negende aflevering: Don Ceder (27), de nummer zeven van de ChristenUnie.
Een jonge advocaat uit Amsterdam die bekend werd met zijn strijd tegen malafide incassobureau’s: “Mijn Kamerlidmaatschap is geslaagd als ik na vier jaar mezelf in de spiegel kan aankijken en kan zeggen: ‘ik heb er alles aan gedaan.’ Anders had ik beter advocaat kunnen blijven.”
“Na mijn studie kon ik natuurlijk gaan solliciteren bij de grote advocatenkantoren op de Zuidas,” vertelt Don. “Maar tijdens mijn rechtenstudie kreeg ik zoveel verhalen te horen van mensen die in de financiële problemen zaten, die brieven kregen van incassobureau’s en die door zowel bedrijven als de overheid dieper de grond in werden geduwd in plaats van overeind werden geholpen.” Volgens Don was het “een soort Wilde Westen”: mensen die rekeningen niet konden betalen kregen de ene na de andere verhoging opgelegd, vaak tegen de regels in.
Het werd het begin van Anti Incasso. Don vertelt: “Dit was een landelijk probleem. We wilden burgers beschermen tegen malafide incassobureau’s en deurwaarders die buiten de wet om allerlei kosten rekenen. Het is uiteindelijk ook uit onderzoeken gebleken dat er in veel incassobrieven die in Nederland rondgaan een bepaalde mate van onrechtmatigheid zit. We zijn in de politiek aandacht gaan vragen voor dit onderwerp. Nu ligt er een wetsvoorstel van de PvdA en de ChristenUnie om incassobureau’s te beboeten als ze te veel kosten rekenen.” Gisteren werd zelfs bekend dat de ACM en de AFM steviger gaan optreden tegen incassobureaus en ook boetes gaan uitdelen bij oneerlijke incassopraktijken.
“Met intimiderende brieven wordt misbruik gemaakt van het kennistekort van mensen,” vertelt Don. “In brieven staat bijvoorbeeld: ‘Als u niet betaalt komen we uw huis leeghalen.’ Dat kan helemaal niet want er moet eerst beslag worden gelegd. Zo worden mensen gedwongen bedragen te betalen die ze helemaal niet hoeven te betalen. Dat is een zeer lucratieve business geworden. We hebben geprocedeerd tegen die incassobureau’s en zijn recht tegenover ze gaan staan. Nu is de incassocultuur aan het veranderen. Geen slecht resultaat.”
Don vindt het mooi dat hij effect kon hebben op het leven van mensen met problemen: “Het kantoor is een katalysator geweest bij het aanpakken van deze misstanden. De keuzes die ik maak in het leven, komen wel voort uit een bepaalde rusteloosheid. Na Anti Incasso had ik ook weer op de Zuidas kunnen gaan werken, maar ik ben een eigen kantoor gestart. Met 25 jaar was ik de jongste in het arrondissement Amsterdam met een eigen kantoor.”
Don probeerde ook op andere terreinen het verschil te maken: “We hebben telefoonproviders aangesproken op het feit dat ze jongeren een gratis telefoon beloofden. Veel jongeren kregen een veel te duur toestel wat ze niet konden betalen, hetgeen van te voren al duidelijk was. Dan hebben jongeren voordat ze op de arbeidsmarkt komen al schulden van duizenden euro’s. We hebben een miljoenenclaim bij de providers neergelegd. Mensen verslijten je dan voor gek, maar een paar maanden later kwam er een uitspraak van de Hoge Raad over. Wat wij zeiden werd bevestigd.”
De stap naar de politiek vindt Don logisch: “Mijn werk heeft me geleerd dat het oké is om tegen de stroom in te gaan. Als advocaat zet ik nu de stap naar de politiek, omdat je niet altijd mee hoeft te gaan met de rest. Ik ben niet bang om me uit te spreken over bepaalde zaken waarvan ik dagelijks zie dat ze niet werken.” Volgens Don wordt de samenleving steeds ingewikkelder. Je moet als burger steeds meer dingen weten: of het nu gaat om de DigiD of de kostendelersnorm. “Als je die dingen niet weet wordt je meteen afgestraft.”
Als advocaat helpt Don individuele mensen, maar zo blijf je volgens hem dweilen met de kraan open: “Je moet de kraan dichtdraaien.” De ChristenUnie vroeg Don om na te denken over een plaats op de kandidatenlijst. Hij vroeg zich af waar hij het meest effectief zou kunnen zijn: in de advocatuur of in de Tweede Kamer. Hij wilde op de kandidatenlijst om dezelfde reden als dat hij de sociale advocatuur inging: hij wil opkomen voor mensen die niet voor zichzelf op kunnen komen.
“Waarom past dit bij de ChristenUnie?” vraagt uw interviewer zich af. Don: “Partijprogramma’s komen en gaan, maar wat blijft is het mensbeeld. Bij de ChristenUnie komt het erop neer dat het leven een geschenk van God is en dat we daar samen zorg voor moeten dragen. Het gaat uit van een Christelijk mensbeeld dat we het samen moeten doen, dat menselijke verbanden zoals het gezin de hoeksteen van de samenleving zijn en de overheid mensen moet faciliteren en niet hun leven moet overnemen. Die waarden deel ik en daarom pas ik bij de ChristenUnie.”
Volgens Don is de achterban van de ChristenUnie heel divers: “Christendom leidt niet tot een bepaalde politieke eensgezindheid. Christenen kunnen van mening verschillen over hoe je de economie moet regelen of hoe het belastingstelsel eruit zou moeten zien, maar over de waarde van het leven, van het begin tot het einde, daar zou je elkaar moeten kunnen vinden. Het gaat dan om kernwaarden van hoe wij als mens zijn en hoe wij de samenleving zien. Daar zie je een gemeenschappelijk belang. De van oudsher christelijke partijen hebben bij het debat over voltooid leven allemaal kritische vragen gesteld.”
Het Christendom van Don is wel erg impliciet, denkt uw interviewer: “Je zegt niet: ‘de Heer heeft het zo gewild.’” Voldoet Don wel aan het beeld dat mensen van de ChristenUnie hebben? Het lijkt voor Don een bewuste keuze. Hij is Christen, vertelt hij, “Maar mensen hebben genoeg van iemand die dat alleen maar zegt. Je moet het vooral ook gewoon doen. Ik vind het sterker dat als iemand bepaalde waarden heeft, diegene dat ook laat zien en in het geval van de politiek: omzet in beleid.”
“Maar strijd voeren tegen onrechtvaardigheid kun je ook bij de SP,” werpt uw interviewer tegen. Don kaatst de bal terug: “Ik zeg dit alles vanuit een bepaalde grondslag. Waarden moeten zich uiten in wat je doet. Je moet aan de vruchten merken met wat voor soort boom je te maken hebt.”