In de Volkskrant vandaag een interview met rechtsgeleerde en filosoof prof. dr. Paul Cliteur, getuige voor de verdediging in het Wildersproces.
Over de schade die het uitspreken van je mening aan je academische carriere kan doen, als die mening niet luidt ‘Wilders = Satan’:
Maar anders dan sommige anderen die zijn gevraagd, heb ik het grootste gedeelte van mijn loopbaan achter mij. Ik ben 61, ik kan het me makkelijker veroorloven dan iemand die nog aan het begin van zijn carrière staat.’
Over de gevolgen van dit proces:
[…] die debatten moeten in de politieke arena worden uitgevochten, de rechterlijke macht moet zich daar verre van houden. In Europa zijn processen gevoerd tegen islamcritici als Brigitte Bardot, Michel Houellebecq, Oriana Fallaci. Wij hebben nu Wilders. Ik zie niet waar dit eindigt. Het leidt tot erosie van het vertrouwen in een onafhankelijke rechterlijke macht. De gevolgen worden onderschat.’
In reactie op de stelling dat de rechterlijke macht een D66-bolwerk zou zijn:
Helaas is daar meer van waar dan ik voor wenselijk houd. De rechterlijke macht zou veel pluriformer moeten zijn, ze zouden bij het koffiezetapparaat ook eens een collega tegen moeten komen die zegt: ik stem op de SP of PVV.
Over de parmantige aangifte-ridders die uit naam van fatsoen en tolerantie voorbedrukte aangifteformulieren invulden bij wijze van protest:
Het is te makkelijk om te zeggen: ik ben het oneens met Wilders, ik doe aangifte. Zijn tegenstanders moeten zijn argumentatie ontrafelen, het debat aangaan. Men denkt dat aangifte doen een manifestatie is van tolerantie. Het is het tegenovergestelde. Tolerantie betekent dat je kunt leven met meningen die je verwerpelijk acht en die je niet door dwang onderdrukt. Dat stelt Voltaire.
En, tot slot, over de omkering van oorzaak-gevolg:
Wilders is veel meer gevolg dan oorzaak. We hebben het hier over het islamistisch theoterrorisme, terrorisme dat is gemotiveerd door een godsopvatting. Dat theoterrorisme is niet in de wereld gekomen omdat Geert Wilders nare uitspraken doet over Marokkanen. […] Dat het om islamisme gaat, moet je uitspreken. Zolang politici dat hier niet doen, krijg je een heel grote PVV.
Cliteur schreef over rechtspraak inzake religiekritiek het boek Bardot, Fallaci, Houellebecq en Wilders – gerechtelijke vervolging van religiekritiek en vreemdelingenvrees