De Nederlandse elite doet aan soulsearching na de overwinning van Trump. Dat het Oekraïnereferendum en de Brexit daarvoor niet voldoende waren is de eerste schande. De tweede schande is dat het een weinig oprechte indruk maakt. Maar de grootste schande is dat het deze intellectuelen niet lukt om door te dringen tot de kern van de zaak. Zij blijven namelijk denken vanuit een obsoleet paradigma met als heilige huisjes het (cultuur)relativisme, het anti-nationalisme en de identiteitspolitiek.
Binnen dit paradigma bevat de volgende zin een valide argumentatie: “Als moslim kan ik u verzekeren dat vrouwen die een boerka dragen niet onderdrukt worden en net als in Saudi-Arabië gewoon moeten kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving.”
Men vindt namelijk dat de Nederlandse cultuur niet beter is dan de Saudi-Arabische, dat wat geldt voor Saudi-Arabië is zonder problemen te transplanteren is naar Nederland en dat er geen objectieve waarheden zijn, en dus dat iemands religieuze achtergrond voldoende onderbouwing is voor een bewering.
Je moet een indoctrinatie in de humanities achter de rug hebben om deze contra-intuïtieve, onpraktische en slecht doordachte bagger te slikken voor zoete koek. De hoeders van dit paradigma vinden het echter wel zo prettig om de schuld voor het onbegrip voor hun ideeën te zoeken in de cognitieve vaardigheden van hun tegenstanders.
Wat echter veel erger is, is dat zij die ‘basket of deplorables’ vooral beschouwen als irrelevant. Hun visie zal zich namelijk bewijzen als ‘the right side of history‘, waarbij wordt uitgegaan van een mystieke historische onderstroom die leidt tot een uit volle borst gezongen Alle Menschen werden Brüder door mensen van alle etnische en religieuze achtergronden, zonder enige gemeenschappelijke waarden of waarheden.
Deze heilsleer wordt nu verstoord doordat de onverlichte zielen opeens democratische macht blijken te bezitten en nu moet dus met enige tegenzin nagedacht worden over hoe deze laagschedeligen betrokken kunnen worden bij de nieuwe wereldorde van de kosmopolitische, relativistische elite.
De conclusie is dan al snel dat die tokkies de hele tijd van die domme dingen terugzeggen. Rob Wijnberg gooit het met zijn open brief over een andere, maar vertrouwde boeg. Hij wil de gewone man ervan overtuigen dat hij ook eigenlijk een hele gewone man is. Hij heeft namelijk net als de grote volkshelden Frenske Timmermans en Wouter Bos een favoriete voetbalclub en ook heeft hij wel eens een Marokkaan van dichtbij gezien. Ook heeft Rob meninkjes die heel erg lijken op meninkjes van gewone mensen, behalve dat hij die niet opschrijft in zijn eliteblaadje en dat ze eigenlijk totaal anders zijn.
De vraag die niet bij Rob en z’n vrinden opkomt is of hun paradigma wel correct is. Ik ben er namelijk van overtuigd dat individuen en samenlevingen juist alleen maar kunnen functioneren vanuit historische waarden, in contrast en conflict met ‘de ander’ en binnen kaders van objectieve algemeen geldende waarheden. Dat heeft allemaal te maken met twee lastige, maar cruciale concepten: identiteit en zingeving.
Wat identiteit is wordt heel goed uitgelegd in het boek met die titel van Paul Verheaghe. Identiteit ontstaat in het spanningsveld van het volkomen samenvallen met, en het volledig loskomen van de ander. Baby’s kunnen niet zonder hun moeder, maar gaandeweg het leven worden kinderen zelfstandiger. In bepaalde levensfases wordt geëxperimenteerd met dat loskomen (‘twee is nee’, pubertijd). Die worden weer gevolgd door periodes van meer ‘samenvallen’. De identiteitsontwikkeling is succesvol als mensen ergens een aangenaam midden vinden en gegeven de omstandigheden een beetje heen en weer kunnen pendelen tussen iets meer met, en iets meer zonder de ander.
Let wel dat het voor een gezonde ontwikkeling noodzakelijk is om ergens bij te horen, maar ook om ergens helemaal niet bij te horen. Jordan Peterson betoogt in zijn boek Maps of meaning dat zingeving op vergelijkbare wijze ontstaat. Met één been in de orde en met één been in de chaos ervaren mensen dat het leven betekenis heeft. Als ze orde kunnen scheppen in de chaos is het tijd een nieuwe stap te nemen. Volledige chaos is beangstigend en volledige bekendheid is saai.
Dit idee van een balans tussen het bekende/het geordende/de geborgenheid en het onbekende/de chaos/de autonomie geldt ook voor hele samenlevingen. Samenlevingen die teveel aan de kant van het eerste vallen zijn conformistisch of totalitair en bevolkt met neurotische burgers, terwijl samenlevingen aan het andere uiteinde individualistisch met angstige en verwarde burgers.
Wat de Nederlandse elite doet, is alle veilige bodem wegslaan onder de Nederlandse burger. Er zijn geen collectieve waarden of waarheden. Er is geen gedeelde geschiedenis en wat er is, wordt besmeurd. De elite vindt haar evenknieën in New York of Mombasa, dus waarom zou je je identificeren als ‘Hollander’. De veilige basis van waaruit de wereld verkend zou moeten worden, wordt onveilig gemaakt en tegelijkertijd worden continue nieuwe elementen toegelaten. Dat gaat niet alleen over buitenlanders, maar ook over taalconventies, regels en normen (Zwarte Piet is racisme).
Dit creëert angst en angst leidt tot woede. Het is de taak van de overheid en de elite om een onbaatzuchtige pater- of maternalistische rol met overtuiging te spelen. Dat betekent korte metten maken met het relativisme, anti-nationalisme en de identiteitspolitiek. We hebben dus leiders nodig die duidelijk maken wat het eigene is en eisen dat iedereen in Nederland met één voet in die realiteit staat, zonder uitzonderingen op basis van afkomst, religie of sociale klasse. De redenering uit de inleiding wordt weerlegd met: ‘In Nederland vinden we een boerka een uitdrukking van vrouwenonderdrukking en vinden we dat gezichtsbedekkende kleding de gelijkwaardige interactie tussen burgers belemmert’. Dat baseren we deels op historische gegroeide normen en waarden en deels op wetenschappelijk onderzoek. Wat een enkel individu voelt of denkt verandert daar weinig aan een wat ze in een totaal ander land doen is niet relevant. Op dit punt heeft de elite keihard gefaald.
Ondertussen moeten burgers ook worden aangespoord om hun andere been in ‘het andere’ of ‘de chaos’ te zetten. Via onderwijs, toerisme, publiek debat of campagnes kunnen mensen wennen aan bepaalde ideeën, slimmer worden en hun leven zin geven. Misschien komen ze in contact met militante feministische filosofen in Iran die hartstikke goed kunnen uitleggen waarom een boerka ge-wel-dig is. Misschien schuiven we zo als maatschappij langzaam een beetje op in de richting van een verenigd Europa, meer diversiteit of tolerantie. En dat kan dan dus ook heel goed niet gebeuren. Zo kom ik net terug van de Sinterklaasintocht op Curaçao en heb ik geleerd dat de donkere mensen hier Zwarte Piet heel leuk vinden en het niet nodig vonden om te gaan rellen bij een kinderfeest. Dat idee neem ik mee terug naar Nederland voor de dialoog.
Als de linkse elite doorgaat met het opdringen van haar kosmopolitische maar o zo beperkte visie, en het demoniseren van de tegenstander, wordt de Nederlandse burger een dreinend kind dat aan de broek van Wilders hangt, omdat hij de papa van de Nederlandse identiteit speelt. Wat hij echt wil of gaat doen is dan compleet irrelevant. Idem Trump in de VS, Le Pen in Frankrijk, Farage in de UK en Frauke in Duitsland.
Succes met je social justice war…