Wow. Gewoon wow. Nieuwste aflevering in de doorlopende struikelsoap die Frans Timmermans is. GeenStijl zei het goed: Timmermans: The Movie. Ja, en doe nou maar niet net alsof je iets beters te doen had maandagavond, want gezien hebben jullie het, stelletje volslagen hypocrieten! Ik durf zelfs te beweren dat de meeste lezers dezes blogsite het ding van A tot Z hebben uitgezeten, sommigen weliswaar met een citroen in de mond, maar daarom niet minder ironisch-verlekkerd. Ik snap dat overigens. Ik snap dat heel erg goed.
Nu moeten de online-kijkcijfers van de door de VPRO uitgezonden documentaire De Europeaan nog doordruppelen tot de registers, maar ik vermoed dat een grote hap daarvan bestaat uit mensen zoals ik, dat wil zeggen mensen die geen gelegenheid aan zich voorbij laten gaan om zich te laven aan een fonteingewijs uit den maag oprijzende braakstraal. Want mon dieux: wat een weerzinwekkend staaltje documentaire-maken wist de zelfverklaard vrijzinnige maar niet zo fijnzinnige VPRO toe te vertrouwen aan de argeloze kijkbuiskrekel. Met alle gevolgen voor het mentale welzijn van dien.
In mijn geval moest moeder de vrouw het ontgelden. Zodra ik opmerkte dat het feest elk moment kon beginnen had ik mijn deerne op enig moment onbehouwen toegeblaft “vanavond geen Hollands Next Top Model voor jou, schat!”. En ik maar kirren voor de kijkbuis terwijl mijn betere helft de rest van de avond zwijgend zat te borduren voor de haard. Afijn, ik ben er niet trots op en ik zal er in de komende week tenminste drie boeketten bloemenweelde tegenaan moeten gooien om de schade nog enigszins te beperken.
Zoals verwacht liet Frans zich gaarne aflikken door de cameralens. De kontenkruiperij, de quasinonchalante geacteerde eigenheid, de evidente verkramping die de indruk van spontaniteit wil wekken, dat dreinerig-”stemmingsrijke” pianokitschdeuntje dat er met geen Iwan Rebroff af te schuren valt. Gelukkig had ik mijn zilverkleurige veldfles vol cognac bij de hand.
Enig lichtpuntje dat de vuurhaard van het vaderhart een ogenblik deed opgloeien: Frans en zijn zoon, arm over schouder, samen voetbal kijken, mooi. Zo’n moment dat je bijna denkt: “Gatver, wat ben ik toch een naar cynisch spruitje”. Maar dan zit hij even later in het gezelschap van kikkerdril Constantijn (van Oranje-Nassau) en zijn vrouw uitgelaten-geëmotioneerd met Bruce Springteen mee te blèren op Pinkpop, en dan denk je: “Tja, Goebbels had ook kinderen, een stuk of 10 zelfs, en kijk hoe het dáármee is afgelopen”. Om maar aan te geven dat je je nooit moet laten meeslepen door een of twee boterbloempjes in die voor het overige barre audiovisuele ellende waarop we gisteren werden getrakteerd door de publieken.
Valt er dan niks opbeurends te melden over de Timmerfrans? Is het allemaal maar kommer en kwel? Nou, daar vraagt u wat. Want juist toen ik dacht dat de stoppen definitief waren doorgeslagen bij onze fransepans – misschien als gevolg van een of andere koempelkwaal die zich na drie generaties wraakt op de erfgenamen – was daar ineens de vicevoorzitter van de Europese Commissie om de in doodsnood verkerende journalistiek te redden van een wisse dood. Want kijk eens welk rechtschapenheidsgerecht ons daar zomaar even werd voorgezet!
U begrijpt dat Frans pardoes tien punten steeg in mijn waardering (wat eigenlijk inhoudt dat hij per saldo nog altijd twee volle punten in de min staat, voor zover je in het rood mag staan), en het scheelde niet veel of onze man in Brusselstan had twintig jaar opportuun folderen, groteske onkunde, en misplaatste hubris in één klap goed gemaakt met dit onverwachte pleidooi voor het behoud van de kwaliteitsjournalistiek.
Nu is de gemiddelde trouwe volger op Facebook wel wat gewend van de Heerlense Gekke Henkie, maar dat hij zo’n gloeiend betoog voor het behoud van pluriforme media in het algemeen, en de onderzoeksjournalistiek in het bijzonder, zou afsteken kwam zelfs voor de meest dweepverslaafde kwijlknikker als een volslagen verrassing. Maar wat verwacht je van een man die zich zonder blikken of blozen identificeert met Thomas Mann, Bruce Springsteen, Max Verstappen, James Joyce, Beethoven, Voltaire, Spinoza alsmede een schare wielrenlegendes waarvan niemand behalve een verdwaalde Sjeng uit Sittard nog weet heeft.
Maar het mag frappant heten dat hij zich thans zo belangeloos opwerpt als verlicht pleitbezorger van een noodlijdende ambacht, hoewel wij naar zijn motieven slechts kunnen gissen. Als we het portret van gisteren voor waar zouden aannemen dan is een en ander het gevolg van zijn niet-aflatende betrokkenheid met de mensen, een oprecht engagement dat op zijn beurt weer voortkomt uit een op humanistische gronden gestoeld kosmopolitisme en andere kwaliteiten die Frans zichzelf toedicht, en vervolgens kritiekloos werden overgenomen in de documentaire.
Maar toch: hoe anders moeten wij bovenstaand pleidooi lezen dan als steun in de rug voor al die ploegende waarheidsvinders in ons continent en, what the hell, ook daarbuiten, zoals de vele Turkse onderzoeksjournalisten die hun beroep dan weliswaar niet in totale vrijheid mogen uitoefenen, maar met dank aan Erdogan in Erdostan wel de laatste overheidsdictaten mogen doorkleppen aan het morrende klootjesvolk aldaar. Het was misschien niet zo handig van hem om met een weeïg worstvingertje Gülen aan te wijzen als aanstichter van de coup, en nóg onhandiger om zijn ongefundeerde aantijgingen desgevraagd niet terug te nemen, maar speechen kan hij wel, onze Frans- althans naar Luxemburgse maatstaven.
Je ziet Arnold Karskens al een vreugdesprongetje maken in de wetenschap dat een topfunctionaris binnen de Europese Unie hem van de broodnodige rugdekking voorziet. Een schrijver als Arthur van Amerongen die zich nog wel eens, laten we zeggen, kritisch heeft uitgelaten over de Frans, mag zich niettemin gesterkt weten door de onvoorwaardelijke steun van zijn held. Hij noemt Van Amerongen en zijn boek Brussel: Eurabia dan niet expliciet, maar beter impliciet dan helemaal niet, zullen we maar zeggen.
Nu dan even terug naar de weerbarstige realiteit. Schetste ik zojuist nog het beeld van Frans als redder in nood van de in doodsnood verkerende journalistiek, bij nadere beschouwing lezen we alweer de sneer aan het adres van allerlei rondscharrelend opiniemakergespuis en ander te kielhalen tuig van de richel dat druk doende is om onder het voorwendsel van vrijheid van meningsuiting een klimaat van polarisering en uitsluiting te bewerkstelligen. Niet als het aan Frans ligt.
Fransje, die wij niet alleen kennen van kwispelen en ontlasten maar ook van gebaren en verdraaien, heeft zich met zijn volle gewicht geworpen tussen de serieuze onderzoeksjournalistiek en de populistische monstergolf van social media, instant clickbait, blogsites van al dan niet guurrechtse snit, en andere Wilders-in-de-kaart-spelende fopjournalisten van dienst. En als dat nog niet genoeg is, moet hij ook nog de groeiende argwaan te lijf gaan bij mensen die minder dan ooit geneigd zijn om zich het nieuws te laten inlepelen door allerlei verstandige hoofdredactionele commentaren in de papieren courant.
Maar geen zorgen. Als iemand tegen deze bovenmenselijke taak is opgewassen, dan is het wel de man die de verzamelde genialiteit van eeuwen post-Goethiaans Europa in zich verenigd weet.
We hadden ter completering van dit artikel graag op deze plek de documentaire in kwestie willen embedden, maar helaas is het embedden van NPO-uitzendingen niet mogelijk. Dat is destijds door een NPO-baasje verboden, waarschijnlijk uit angst dat er dan echt ook mensen naar NPO-uitzendingen gaan kijken.