Iedereen is bekend met het leugentje om bestwil. Je vertelt het ook niet aan je baas als je aan het solliciteren bent en je gaat niet naar de politie om te melden als je een keer te hard hebt gereden. En wie heeft niet eens een bok geschoten en vervolgens geprobeerd dit te repareren zonder de fout op te hoeven biechten? Het is dan op zich ook niet zo’n wonder dat de mensen die ons vertegenwoordigen hetzelfde doen. Soms zoeken ze naar het beste moment om te vertellen hoe het wel zit en soms breken die momenten nooit aan.
Een politicus is een beetje als een verkoper, die vooral vertelt wat er wel goed is aan zijn product. Dat verhaal bevat geen leugen, maar als je uitgebreid ingaat op de zwakke plekken in het product (of beleid) dan loopt de klant (of de kiezer) naar een ander. Die concurrentie is het voordeel van een open samenleving en waar de politicus zelf wat bangig is om eerlijk te zijn staan vele steuntroepen klaar om te helpen.
In de eerste plaats zijn dit natuurlijk journalisten. Diverse wetgeving zorgt er voor dat je nog zo slim om de waarheid kunt lopen, maar dat je daar niet mee weg kunt komen. Nu is een journalist ook maar een mens en nooit helemaal onafhankelijk, maar dat is niet het grootste probleem voor het vakgebied. Wat wel steeds meer een zorgpunt kan worden is de snelheid waarmee amateurs nieuws in de wereld kunnen zetten. Ook hebben we gezien dat slimme zakenlieden met nieuwsberichten rondom Trump (waar of niet waar – het maakte niet uit) vanuit het niets veel lezers en dus advertentie-inkomsten wisten te genereren. Zo ontstaat druk op de echte journalistiek om ook over Trump te gaan berichten. Ook al is er geen nieuws.
De hulp van de deskundigen begint ook af te brokkelen. Er zijn inmiddels diverse schandalen geweest waaruit blijkt dat bepaald wetenschappelijk onderzoek niet blijkt te kloppen. Over complexe onderwerpen spreken deskundigen elkaar volledig tegen en is het onmogelijk te bepalen wie er gelijk heeft. Of de deskundigen zaten er zelfs aantoonbaar naast. Alle voorspellingen rondom de Brexit en de verkiezing van Trump laten dit zien.
En dan wordt er ook steeds meer gezaagd aan de stoelpoten van onze rechterlijke staat. Rechtszaken moeten over, omdat de bewijsvoering niet blijkt te deugen. Partijen als Rosneft produceren kwalitatief hoogwaardig nep-bewijs en tenslotte wordt her en der duidelijk dat de rechter ook maar een burger is en soms zijn burgerlijke mening meeneemt in zijn rechtsbesluit. De keuze om Wilders te berechten is hier een voorbeeld van. De vele burgerlijke kritiek op uitspraken van burgers, deskundigen en politici maakt niet dat de rechterlijke macht een rustpunt in de oceaan van verwarring is.
Dan moet er steun te vinden zijn in de praktische uitvoering van de politiek. Een achttal jaren geleden werden we overvallen door het faillissement van Lehmann Brothers. Er waren deskundigen, die stelden dat er door de overheid meer geld moest worden uitgegeven en er waren deskundigen, die meenden dat er juist hervormingen en bezuinigingen zouden moeten worden doorgevoerd. Deskundigen, die elkaar tegenspreken. Het blijft een bijzonder iets voor de kiezer.
Nog bijzonderder is dat Obama gekozen heeft om als overheid veel geld in de economie te pompen en op dit moment kan worden geconcludeerd dat heeft geleid tot een herstel van de Amerikaanse economie. Weliswaar met een waanzinnige schuldquote, maar de rente op staatsobligaties is historisch laag, dus geen belegger die zich hier zorgen over maakt. Tegelijkertijd heeft Europa juist voor het tegengestelde beleid gekozen en ook Europa klimt steeds sterker uit de crisis met de grootste hervormers (Duitsland en Nederland) voorop.
Als de politici, de journalistiek, de deskundigen, de rechterlijke macht en de praktijk geen duidelijkheid geven om je stem te bepalen wordt het tijd om de ongebreidelde complexiteit in onze samenleving terug te brengen tot de menselijke proporties. Het is echter de vraag of de populistische politici die hier voor pleiten dit kunnen realiseren zonder onze welvaart te verliezen.
Trump is de eerste die hier op verkozen is én niet aan de kant is gestapt (zoals Tsipras of Boris Johnson). De huidige invulling van zijn ministersploeg laat ook zien dat hij de lijn van zijn beloftes voort wil zetten. Zijn resultaten zullen dus een goede graadmeter zijn.