Pegida-voorman Edwin Wagensveld krijgt geen straf voor het tonen van een hakenkruis tijdens een demonstratie in Amsterdam eerder dit jaar. Burgemeester Eberhard van der Laan had vooraf weliswaar kenbaar gemaakt dat het symbool op geen enkele wijze te zien mocht zijn, maar volgens de kantonrechter was dit voorschrift niet rechtsgeldig omdat het de inhoud van de betoging raakte. Het Pegida-logo toont onder meer een hakenkruis dat in een prullenbak wordt gegooid.
De burgemeester gaat over de openbare orde, maar mag zich niet bemoeien met de inhoud van een demonstratie. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste twee weken geleden 250 euro boete. Hoewel het logo waarop het hakenkruis was te zien niet strafbaar is, kon volgens de officier van justitie terecht worden gevreesd voor wanordelijkheden.
De rechter was het daarmee niet eens. Volgens haar kon iedereen opmaken dat het hakenkruis in een prullenbak wordt gegooid, waardoor de kans op verstoring van de openbare orde minimaal was. “Het verwerpen van het nationaal socialisme is een wezenlijk onderdeel van hetgeen Pegida wilde betogen.” Wagensveld wordt dan ook ontslagen van alle rechtsvervolging.
De burgemeester had voorafgaand aan het protest kenbaar gemaakt dat Pegida tijdens de demonstratie op 27 februari geen hakenkruis mocht tonen. Hij vond dit niet kunnen in een stad als Amsterdam, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog veel joodse burgers zijn afgevoerd en nog steeds de grootste joodse gemeenschap van ons land woont. Desondanks verwijderde Wagensveld tijdens zijn toespraak een sticker van een spandoek, waarop het symbool toch zichtbaar werd.
De voorman verklaarde eerder dat hij het niet eens was met het voorschrift omdat het in zijn optiek over de inhoud ging. De uitspraak was voor hem dan ook ,,niet anders dan verwacht”, zei hij donderdag in een reactie. Dit ook vanwege een vergelijkbare uitspraak van de rechtbank in Den Haag, die in oktober oordeelde dat de gemeente het tonen van het omstreden symbool niet mocht verbieden.
ANP