“Maakt het uit, al die aandacht? Ja. Journalisten bagatelliseren hun invloed op verkiezingen graag, maar uit steeds meer onderzoek blijkt dat meer aandacht leidt tot hogere peilingen – in plaats van andersom. Ook interessant: Harvard-professor Thomas E. Patterson publiceerde deze zomer hoe kiezers een positievere indruk kregen van Donald Trump doordat media in meer dan de helft van alle verslaggeving z’n voorsprong in de peilingen of de grootte van z’n publiek benadrukten.
Het was geen toeval dat Wilders koos voor de woorden „schoon schip maken”. Met de vergelijkbare leus „drain the swamp” (pomp het moeras leeg) won Trump kiezers voor zich. Het wordt ook wel „dog-whistle politics” genoemd, naar het hoge geluid dat honden wel kunnen horen maar de meeste mensen niet. De verhulde politieke boodschappen hebben een speciale, vaak racistische lading voor ingewijden. Journalisten zouden drie keer moeten nadenken voor ze dergelijke boodschappen een breed platform geven, zéker zolang Wilders weigert toe te lichten wat hij ermee bedoelt.
Het zou oneerlijk en onterecht zijn alle journalistiek over één kam te scheren. De meeste media boden de „dog-whistle” van Wilders geen ruimte. Er is rondom het Wilders-proces uitstekend journalistiek werk verricht, juist ook door NOS en NRC. Maar in de aanloop naar de verkiezingen blijft zorgvuldigheid geboden, zeker waar politici als Wilders zich een meester tonen in het bespelen van de media. Journalisten die voor- en tegenstanders opvoeren zonder ongefundeerde aantijgingen en aantoonbare onzin recht te zetten, stimuleren en belonen degene die het hardst liegt.”
Lars Duursma, een uit marmer gehouwen onderdeel van de fatsoenlijke linkse elite, vindt Wilders stom. Wilders moeten we dan ook maar niet teveel aandacht geven, vindt Lars Duursma. Dus de media doen er eigenlijk het beste aan om een soort van cordon sanitaire rondom Wilders te plaatsen want anders vergroot Wilders alleen maar zijn voorsprong in de peilingen en spelen we Wilders in de kaart en daar is de journalistiek niet voor bedoeld want dat hebben we niet afgesproken met z’n allen dus moeten we dat niet willen.
Aldus Lars Duursma tegen Lars Duursma in de Lars Duursma-bode.
Aldus Lars Duursma in NRC Handelsblad, waar ze Lars Duursma een podium bieden om op te roepen Geert Wilders geen podium te geven, wat dan opzich weer zo ironisch is dat het leuk wordt, al zouden wij als courant vooral Lars Duursma minder aandacht geven aangezien Lars Duursma gewoon Lars Duursma is en geen peilingenwinnend politicus wat toch een soort relevantieverschil is.
Waaróm Lars Duursma nou zo graag wil dat ‘de journalistiek’ minder, minder, minder aandacht besteedt aan specifiek Geert Wilders (en dus niet aan bijvoorbeeld Pechtold of Klaver) blijft een beetje onduidelijk. Behalve dan dat Lars Duursma denkt dat Wilders in een soort geheime codetaal spreekt die alleen PVV’ers kunnen horen. En Lars Duursma natuurlijk (DUH!). Zou Lars Duursma ook last hebben van chemtrails en veel aluminiumfolie kopen?
Maargoed, Lars Duursma krijgt dan ook een podium in NRC Handelsblad. Daar weten de lezers natuurlijk sowieso wel wat er mis is met Wilders. Dat hoeft Lars Duursma echt niet nog eens een keer uit te leggen. Zeg je ‘Wilders’ dan weten NRC-lezers (wandelaars, wijndrinkers, juristen, Geert Mak) wel hoe laat het is.
Ja media en ‘journalistiek’, waar zouden jullie zijn zonder het correctief hypermoralisme van morele waarheidsbezitters als Lars Duursma? En voortaan luisteren naar Lars Duursma he! Anders moet Lars Duursma jullie straks wéér kapittelen in NRC Handelsblad! MOETEN WE DAT WILLEN? NOU? MOETEN WE DAT ECHT WILLEN MET Z’N ALLEN?