Het aandeel van vrouwen op topposities bij Nederlandse bedrijven blijft nog altijd achter bij het wettelijke streven van 30 procent. Wel neemt het aantal vrouwelijke bestuurders mondjesmaat toe. Dat concludeert de commissie Monitoring, die toeziet op het naleven van de Wet bestuur en toezicht, in een donderdag gepubliceerd rapport.
Eind 2015 werd krap 10 procent van de bestuurszetels bij de Nederlandse bedrijven die onder de wet vallen bezet door een vrouw. Dat was in 2012 nog 7,4 procent. In de raden van commissarissen waren vrouwen eind vorig jaar goed voor één op de acht zetels, tegen bijna één op de tien in 2012.
Bij 15 procent van de bedrijven bestaat het bestuur inmiddels wel voor minstens uit 30 procent uit vrouwen. Bij ruim een op de vijf ondernemingen voldoet de raad van commissarissen nu aan het streven.
Bedrijven die niet aan de wet voldoen moeten in hun jaarverslag uitleggen waarom het streefgetal niet is gehaald en wat ze in de toekomst zullen doen om dit wel te halen. Aan het niet naleven van de wet zijn echter geen sancties verbonden.
De commissie zou graag zien dat er onderzoek wordt gedaan naar de relatie tussen het aandeel vrouwen in de top en de bedrijfsresultaten, om daarmee bedrijven mogelijk aan te moedigen werk te maken van een meer ,,evenwichtige” verdeling tussen man en vrouw. Verder moet het onderwerp hoger op de agenda komen te staan bij bedrijven.
Bij de tweehonderd grootste bedrijven die onder de wet vallen zijn extra inspanningen gedaan om meer vrouwen aan de top te krijgen. Onder meer is een zogeheten databank voor topvrouwen opgezet om geschikte vrouwelijke bestuurders beter in beeld te krijgen.
Volgens de Bedrijvenmonitor hebben de inspanningen met name bij de raden van commissarissen van de betreffende bedrijven hun vruchten afgeworpen. Voor de raad van bestuur wijken de resultaten van de ‘top 200’ niet af van de overige bedrijven.
Anp