Opinie

Het partijkartel is bang voor u, lastige burger

20-12-2016 21:14

De afgelopen twee weken vonden er enkele politieke gebeurtenissen plaats die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben, maar het toch verdienen om in een bredere context te worden bezien. Op 7 december maakten de partijen het leven onmogelijk voor zogeheten ‘zetelrovers’, door voortaan minder spreektijd en geld toe te delen aan afsplitsingen zoals DENK, VNL en Jacques Monasch. Vorige week maandag deden de VVD en het CDA een gezamenlijk voorstel om een kiesdrempel in te stellen, die het nieuwe partijen vanzelfsprekend moeilijker zal maken om de Tweede Kamer te kunnen betreden. En afgelopen weekend besliste het partijcongres van GroenLinks dat zij – net als D66, de PvdA en wellicht ook het CDA – alsnog een draai maakt en instemt met de rectificatie van het Oekraïneverdrag. Daarbij vond zij ook dat het überhaupt maar eens afgelopen moest zijn met die malle referenda, evenals (wederom) D66, dat sinds kort geen referenda meer wil houden als het om Europese onderwerpen gaat. Maar wat is nu het patroon?

Partijmacht

Het zijn diezelfde, inmiddels bijna ledenloze partijen die hun eigen macht – ook wel de ‘particratie’ genoemd – koste wat het kost proberen te redden van het electorale onheil dat op en na de verkiezingen van 15 maart dreigt. Ga maar na: het tegengaan van zetelroof en versplintering helpt, zoals ik eerder betoogde, enkel de zittende partijen. Dit, terwijl zetelroof kan dienen als democratische uitlaatklep voor een te stringente fractiediscipline (die momenteel 99,999% is!) en een divers parlement beter de meningsverschillen onder de bevolking weerspiegelt. Daarnaast betekent het terugdringen van referenda – heel simpel – minder democratie en meer greep voor de partijen op de wetgeving. Het is de tandem van vooral PvdA, VVD en CDA, met D66 en GroenLinks als gewillige bijwagens, waarvan de bestuurders blijkbaar een beetje zenuwachtig van u beginnen te worden.

Partijkartel

We zijn daarmee getuige van een scherpstelling van de contouren van wat Forum voor Democratie-voorman Thierry Baudet steevast het ‘partijkartel’ noemt. Een term die ik tot nu toe niet in de mond nam; liever hield ik het bij het minder normatief geladen ‘particratie’. Bij het woord ‘kartel’ moet ik namelijk gelijk denken aan een zeer schimmige overeenkomst tussen twee of meerdere actoren om de concurrentie buiten de deur te houden, zoals bij valsspelende multinationals of in de georganiseerde misdaad soms het geval is. De term ‘partijkartel’ roept dus al snel beelden op van een stilzwijgende conspiratie tussen politieke partijen; het welbekende aluhoedje lijkt wel op maat gevouwen voor zo’n soort samenzweringsgedachte.

Echter hoeven de partijen niet te opereren als een ultrageheime bondgenootschap om aan de voorwaarden voor een ‘kartel’ te voldoen, dit kan ook via subtielere manieren. Zo is het wel extreem toevallig dat het CDA en de VVD op exact hetzelfde moment met hun pleidooi voor een kiesdrempel komen, terwijl D66 en GroenLinks logischerwijs willen voorkomen dat het (mede door VVD, CDA en PvdA) gedragen Europese project niet stilstand ondervindt door nog een paar van die voor hen irritante referenda. Op hun manier proberen deze partijen dus wel degelijk de rijen gesloten te houden. Het partijkartel als ferme verdedigers van de particratie, zogezegd. Veelzeggend is ook dat internationaal befaamde politicologen als Richard Katz en Peter Mair het zonder schroom hebben over ‘kartelpartijen’ als aanduiding voor dit soort democratiehatende instituties, die in feite de staat vertegenwoordigen tegenover burgers in plaats van andersom.

En nu?

Gezien het aannemelijk lijkt dat een of meerdere leden van het partijkartel straks hard nodig zijn voor de vorming van een kabinet, is het te hopen dat zij hun wel heel ondemocratisch riekende keutels weer terugtrekken en de burger met een wat minder arrogante houding tegemoet zullen treden. Dat is uiteindelijk misschien zelfs in hun eigenbelang: hetzelfde betweterige, ‘anti-populistische’ paternalisme zou op 15 maart, als ze niet uitkijken, nog wel eens hun mogelijke ondergang kunnen worden.