De stem van ouderen weegt te zwaar in politieke besluitvorming. Mede door de toenemende vergrijzing komen de belangen van jongeren onder druk te staan. Dat is niet alleen onwenselijk, maar tevens onredelijk gezien het grotere belang van jongeren bij politieke veranderingen. Doordat zij nog een heel leven voor zich hebben, zijn jongeren nog vele jaren afhankelijk van de keuzes die nu worden gemaakt.
Een recent voorbeeld is het vertrek van Groot Brittannië uit de Europese Unie. Eén van de meeste scherpe scheidslijnen binnen het kiezerspubliek was die tussen jong en oud. Ouderen stemden in grote meerderheid voor een vertrek, het merendeel van de jongeren wilde blijven. Jongeren die nu 25 zijn, zullen nog 50 tot 60 jaar beïnvloed worden door een beslissing die zij zelf vaak niet gewenst hebben en hen door ouderen min of meer is opgedrongen. Ouderen die zelf tientallen jaren hebben geprofiteerd van vrij reizen en de mogelijkheid om waar dan ook te kunnen studeren en werken in de Europese Unie. Jongeren zijn bang dat zij grotendeels veroordeeld zullen zijn tot studeren en werken binnen de enge grenzen van Groot Brittannië. Zij zullen, anders dan hun eigen ouders, veel minder keuzemogelijkheden hebben. De ouderen die de jongeren deze keuze hebben opgelegd, zijn veelal boven de 60 jaar. Dat betekent dat een aanzienlijk deel van de mensen die voor het vertrek hebben gestemd de daadwerkelijke implementatie daarvan (geschat wordt voorjaar 2019) al niet eens meer meemaken!* En binnen 17 jaar erna zullen ook vrijwel alle andere Brexit stemmers niet meer leven. Een onrechtvaardigheid die om een oplossing vraagt.
Ik stel voor om evenredig stemrecht in te voeren waarbij de term evenredig betrekking heeft op iemands belang bij een politieke beslissing. Het is duidelijk dat jongeren een veel groter belang hebben bij ingrijpende politieke beslissingen dan ouderen – simpelweg omdat zij er voor veel langere tijd mee geconfronteerd gaan worden – en het is dan ook eigenlijk niet meer dan logisch dat hun stem zwaarder moet wegen. Ik geef hier een voorbeeld van een mogelijke weging: van 18 jaar tot en met 50 jaar heeft een kiezer een volledige stem, tussen 51 jaar en 67 jaar telt iemands stem voor driekwart en iemand die ouder is dan 67 heeft een stem met een gewicht van de helft.
Tegen invoering van evenredig stemrecht is een aantal argumenten te bedenken.
Bijvoorbeeld de zorg dat de belangen van ouderen niet meer goed behartigd zullen worden. Ik denk dat dit gevaar niet aanwezig is. In de eerste plaats raakt de groep ouderen steeds sterker vertegenwoordigd, waardoor hun stem juist langzamerhand veel te zwaar wordt. Ook met een minder zwaar wegende individuele stem zullen ouderen als groep een belangrijke factor blijven. Daarnaast geldt de vermindering van zwaarte van de stem voor iedereen. Iemand van 40 zal niet snel de zekerheid van ouderen af willen breken omdat hij zelf, sneller dan gedacht, gebruik zal maken van die zelfde zekerheid.
Daarnaast kan het gevoel bestaan dat evenredig stemrecht tweederangs burgers maakt van ouderen. Dat is echter niet het geval. Bij veel zaken wordt altijd al gekeken naar iemands belang en de daarmee samenhangende vraag of iemand recht van spreken heeft. Het zal niemand verbazen dat een inwoner van Weert die naast de plaatselijke tennisvereniging woont, een grotere stem heeft in de eventuele uitbreiding ervan, dan iemand uit Amsterdam. Niemand zal de burger uit Amsterdam om die reden bestempelen als tweederangsburger. Waarom zou het principe waarbij wordt gekeken naar iemands belang dan ook niet gelden bij veel ingrijpender beslissingen zoals de Engelse Brexit waarbij de toekomst van miljoenen mensen in een totaal andere richting wordt geleid dan zij zelf voor ogen hadden.
*Ruwweg 25 procent van de Engelsen is 60 jaar of ouder. 17.1 miljoen Engelsen stemden voor vertrek uit de EU. Van hen is minimaal 25 procent 60 jaar of ouder, maar in werkelijkheid ligt dit percentage hoger omdat in de vertrek groep meer ouderen zaten dan in de gemiddelde Engelse bevolking. Een voorzichtige schatting gaat uit van 33 procent van 17.1 miljoen mensen. Dat is bijna 6 miljoen ouderen van 60+ met een gemiddelde levensverwachting in Engeland van 80,5 waardoor deze ouderen nog 0-20 jaar te leven hebben. In drie jaar komt dus ruwweg 3/20 x 6 miljoen = 0,9 miljoen van de tegenstemmers te overlijden! Twintig jaar na het referendum zijn vrijwel alle oudere tegenstanders overleden.